Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 126(1981)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 495] [p. 495] Aleidis Dierick / Poste restante I. Gij reist. Een reiziger naamloos onder een hemel van krijt onkwetsbaar. Van de dwang van de donkere woorden tijdelijk genadig bevrijd. Zwijgzaam. Geen teken van leven geen vaag geen navolgbaar spoor in het zeldzame traaggeschreven bericht, hoe klinkt heimwee door. Hoe groen wordt het landschap beschreven de kerselaar vlokkig van mist ook gij in uw trektocht naar vrede ook gij hebt u smartelijk vergist. [pagina 496] [p. 496] II. Zoals gij behoedzaam uw hand dompelt in ondiep water een bron wordt een dronk voor uw dorst ik wandel en drink van uw woorden. De wolk van verdriet in het ven de heide van purper met boorden van roomwit en donkerblond zand. Ongenaakbaar uw somber land. Soms is er plots zonder woorden in uw ogen achter de trots of soms in uw handpalm vol water het einde van jarenlang dorst. [pagina 497] [p. 497] III. Ze nemen bezit van de linde de spreeuwen een wolk van gerucht in de wolkeloze avondlucht augustus is goud en wit. De heel kleine pruimen ze liggen zo teder en warm in de mond vanzelf laat de vriend zich vinden wanneer men niets meer bezit dan tesamen de avond de aarde het water het aarzelend begrip in een zeer zeldzaam ogenblik aan één adem ademhalen. [pagina 498] [p. 498] IV. In de loop van de zomer vanzelf vult de tuin zich met weemoed en netels met schimmels met aangevreten fruit op een pad van tegels. Op tafel gelezen de blauwdruk de zomer geroken de honing misschien zit gij voorovergebogen misschien buigt uw hart hierover. Misschien trekt uw vinger een lijn een weg door de kloof van de winter tot waar ik voor u in verrukking augustus en juli zal zijn. [pagina 499] [p. 499] V. Een weg door de chaos van koude een uitweg een pad door het koren het lichaam aanvaard als genade verzegeld met vrede de avond. O wees mij een zomer vereeuwigd een klankbord een landschap van jade de tuin blijft geheimvol behouden de blauwdruk is heilig beëdigd. Alleen aan onszelf toebehoren in het innig cocon van uw adem verlatenheid teder bezworen. Aan mijn lippen een handvol water. Vorige Volgende