Kroniek
Willy Spillebeen / Twee rode vossen: Sonja Prins en Dirk Kroon
De stichting uitgeverij Malperthuis, Amsterdam, die in 1974 werd opgericht, heeft intussen negen uitgaven op de markt gebracht, alle in de Rode Vossen-reeks. Uit de namen van de auteurs: Sonja Prins, J.J. Wesselo, Jacques Kruithof, Willy Roggeman, Eldert Willems, Lucienne Stassaert, Vincent van der Linden, Dirk Kroon en Mark Insingel, moet blijken dat Malperthuis ‘in de slechte situatie van de progressieve literatuur verandering (wil) brengen: door “geëngageerde”, “moeilijke”, “niet-modieuze”, “onrendabele”, etc. etc. kortom progressieve boeken voor een betaalbare prijs uit te geven.’
Sonja Prins en Dirk Kroon, een oudere en een jongere, krijgen dus vanwege de uitgever het etiket ‘progressief’ mee. What 's in a name, tenslotte? Misschien zijn ze ‘progressief’ gewoon omdat ze tegen de huidige trend in de Nederlandse poëzie ingaan.
Sonja Prins (62 jaar) mocht de Rode Vossen-reeks openen met haar bundel Dagboekgedigten. Zij debuteerde reeds in 1933, maar het zwaartepunt van haar dichterschap ligt in de vijftiger jaren, aldus de achterflap. Haar werk uit deze periode ken ik niet, dus kan ik bezwaarlijk oordelen of de Vijftigers haar toen terecht of ten onrechte naar de vergetelheid verdrongen. Ik moet dus de situatie beoordelen vanuit haar ‘dagboekgedichten’, en dan lijkt het me wel vanzelfsprekend dat ze met haar economisch woordgebruik, haar aforistische stijl, haar cerebrale, intellectualistische ingesteldheid, haar vrij directe betrokkenheid op haar tijd, in de vijftiger jaren allerminst kon aanslaan. Wanneer Sonja Prins associaties en metaforen aanwendt, dan liggen die niet op het vlak van de taal, althans niet in de eerste plaats, maar veeleer, wat haar enigszins verwant maakt met Sybren Polet, op het vlak van het intellect.
Dagboekgedigten is anders wel een geschikte titel voor deze 233 korte, flitsende scherfjes poëzie, die geschreven lijken in de kantlijn van de dagen. Al had Sonja Prins ze toch maar beter niet ‘gedichten’ genoemd: ze zijn veeleer verdichte, compact gemaakte gedàchten, die evenwel slechts zelden helemaal uitgewerkt zijn, maar de lezer aanzetten tot overpeinzen, tot doordenken. Vaak zijn het aforismen, die de dichteres zo heeft geschikt dat ze