Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 121(1976)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 500] [p. 500] Miriam Van hee / Bij de dood van mijn grootvader 1. Helemaal goed kan het toch niet meer worden en niets kunnen wij ondernemen tegen het hulpeloos gebaar van te magere handen. En natuurlijk worden als vroeger de aloude vergissingen op de foto's door de vingers gezien en hebben wij met weinig scherpe blik en steeds vermoeiender bewegingen de kamer versierd als voorheen. Maar helemaal goed wordt het nooit en in onze gebaren blijft een vreemd zij het niet helemaal onelegant verdriet hangen, waaraan wij wennen, mettertijd. [pagina 501] [p. 501] 2. Vermoeid is het landschap als zeldzame tranen liggen de dorpen met het vel van de aarde vergroeid en oud geworden. Soms bitter is dit leven als het leed van heel oude mensen wanneer geruisloos de morgen komt en aan de een de ander wordt ontnomen. Het leven gaat verder hoe de klok tikte, hoe de kachel warmte gaf aan de gerimpelde gezichten, hoe de dagen lengden en er geen beter leven bestond. ‘Hem zo te moeten afgeven’ zei ze, ‘ik kan het bijna niet geloven.’ Het wordt een lange lange winter het leven houdt op. Vorige Volgende