Dietsche Warande en Belfort
bestaat in 1975 honderdtwintig jaar, als je rekent van het jaar waarin Jozef Alberdingk Thijm voor het eerst zijn Dietsche Warande in het licht zond, ofwel driekwart eeuw, als je begint te tellen van 1900, toen juffrouw Belpaire en anderen ervoor zorgden dat het door samensmelting met Het Belfort het leidende literaire tijdschrift van christelijken huize werd. Sindsdien is er veel water naar de zee gevloeid, maar iets van die grote traditie blijft uiterlijk én inhoudelijk toch nog altijd merkbaar. Gelukkig heeft dit het tijdschrift nooit belet mee te groeien met het zich wijzigende literaire en geestelijke klimaat en open te staan voor al wat zich aan waardevols kenbaar maakte.
Even bezorgd om de toekomst als om het verleden, heeft ons tijdschrift in het afgelegen jaar een opgemerkt weekend gewijd aan de vraag: ‘Waarheen gaat de kunst?’ en daarbij specialisten van de literatuur, het theater, de muziek, de beeldende kunst en de film met elkaar geconfronteerd. De neerslag daarvan zal in de komende jaargang van ons tijdschrift merkbaar zijn. Vanzelfsprekend zal het daarnaast een brede waaier van creatieve en kritische, informerende en beschouwende, essayistische en, zo nodig, polemische bijdragen ten toon spreiden, die een ruim publiek, van de middelbare scholier tot de bedaagde fijnproever, kunnen boeien. Wij rekenen derhalve op uw trouw aan ons tijdschrift, want daar hangt uiteindelijk alles van af.
De Redactie
Bijlage aan Dietsche Warande en Belfort, jaargang 1974, nummer 10