Dietsche Warande en Belfort
heeft een alleraardigste verrassing in petto voor de vele bewonderaars die Maurice Gilliams onder de literaire fijnproevers in Noord en Zuid telt: een bijzonder (een héél bijzonder) nummer, uitsluitend aan de meester van Elias en van Het Maria-Leven gewijd, met allereerst een uitvoerig romanfragment van Gilliams-zelf, en daarnaast belangrijke essayistische, kritische, informatieve én anekdotische bijdragen van P.H. Dubois, J. Weisgerber, M.J.G. de Jong, P. de Vree, M. Insingel, B. Kemp, W. Spillebeen, V. van Vriesland, G. Schmook, W. Vanbeselaere, J.L. de Belder, P. Lebeau e.a.
Daarnaast, vanzelfsprekend, negen ‘gewone’ nummers, met de gebruikelijke verscheidenheid van proza en poëzie, van essay en kritiek, van kroniek en polemiek, van informatie en reflexie. Een tijdschrift dat naar zijn 120e jaargang gaat, maar dat verrassend jong en ‘bij’ blijft.
De Redactie
Bijlage bij Dietsche Warande en Belfort, jaargang 1973, nummer 10