Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 115
(1970)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 516]
| |||||||||||||||
Kroniek
| |||||||||||||||
[pagina 517]
| |||||||||||||||
1963), de mislukking van dit huwelijk, een moord uit jaloezie (29.4.(!) 1966) of geen moord, wachten op de dood in een tuchthuis of in een kliniek. Het partikel ‘of’ wijst erop dat deze biografie geen gewone biografie is. Kürmann heeft het verlof om in zijn levensloop wijzigingen aan te brengen. Zijn biografie is, zoals de titel het uitdrukt, spelobject in een toneelstuk. Spelleider is een Registrator, een man die registreert wat Kürmann ervan maakt. Kürmann heeft beweerd dat hij, wanneer hij zijn leven opnieuw zou kunnen beginnen, precies zou weten wat hij zou veranderen. Hij heeft nu de keus - zijn naam is symbolisch: ‘Kür’ betekent keus (verg. te kust en te ‘keur’). Max Frisch heeft als motto boven zijn stuk een citaat uit Anton Tsjechows ‘Drie zusters’ geplaatst: Werschinin is van mening dat ieder mens die zijn leven nog eens zou kunnen beginnen, zich ervoor zou inspannen dat hij niet in herhalingen vervalt. Hij denkt aan zijn eigen situatie en zegt: Ich habe eine Frau und zwei Mädchen, und meine Frau ist oft krank, und es gibt so viele Dinge, so vieles ... ja nun, wenn ich mein Leben von neuem beginnen sollte, so würde ich nicht heiraten ... Nein, nein. [5] Niet trouwen! Dat is het trefwoord voor Kürmann, in wiens biografie het huwelijk een belangrijke plaats inneemt:
Kürmann is professor geworden en te dezer gelegenheid heeft hij een feestje gegeven. Om twee uur 's nachts nemen de gasten afscheid, maar één van hen, Antoinette Stein, blijft in de woning achter. Hier wil Kürmann beginnen in zijn levensgeschiedenis in te grijpen. Hij probeert zich zo te gedragen dat Antoinette uit zijn biografie verdwijnt. Na drie vergeefse pogingen zit er voor Kürmann niets anders op dan een eindje in zijn biografie terug te gaan [7-29]. Er volgt een beeld van Kürmanns leven vóór zijn kennismaking met Antoinette [30-45]. Kürmann ziet er uiteindelijk de noodzaak niet van in dat hij hier iets verandert. | |||||||||||||||
[pagina 518]
| |||||||||||||||
De derde periode uit zijn biografie die Kürmann voor eventuele veranderingen in aanmerking lijkt te komen, is de tijd die onmiddellijk aan de ontmoeting met Antoinette voorafgaat [45-49]. In een heimelijk gesprek met professor Krolevsky, een Russische spion, heeft Kürmann er bezwaar tegen, tot de Communistische Partij toe te treden, maar dan ziet hij opeens de kans om de ontmoeting met Antoinette te vermijden en daarom verzoekt hij de Registrator, een eerste wijziging in zijn biografie aan te brengen: hij wordt lid van de C.P. Hij is er namelijk vast van overtuigd dat een lid van de Communistische Partij in zijn land in het jaar 1960 geen hoogleraar kan worden. Het toeval wil dat Kürmann wel hoogleraar wordt, zodat het feestje waarop hij Antoinette leert kennen doorgaat. Antoinette heeft bij Kürmann de nacht doorgebracht. Hoewel Kürmann de volgende ochtend stijf en strak beweert dat het tot geen huwelijk zal komen, slaagt hij er niet in Antoinette haar afscheid te geven. Zijn biografie blijft ongewijzigd [61-69]. De twee gelukkige huwelijksjaren worden overgeslagen. Antoinette is Kürmann ontrouw geworden. Kürmann probeert zich erbij neer te leggen, om misschien zo zijn huwelijk te redden [69-93]. Hij heeft er spijt van dat hij zijn vrouw een oorveeg heeft gegeven. In de herziene uitgave van zijn biografie gelukt het hem zijn kalmte een tijdje te bewaren. Er wordt weliswaar geen oorveeg geregistreerd, maar Kürmann blijft toch Kürmann: hij schiet zijn vrouw neer. Kürmanns biografie eindigt met levenslange tuchthuisstraf; aangenomen dat hij Antoinette niet vermoord heeft, bevindt hij zich een half jaar later in de kliniek, waar zijn vrouw hem op zijn sterfbed Italiaanse les geeft [93-107]. Wanneer op het einde van het stuk Antoinette van de Registrator de gelegenheid krijgt om haar biografie te veranderen, gelukt haar zonder moeite een biografie zonder Kürmann.
In tegenstelling met Frischs vorige stukken, die min of meer traditioneel waren ingedeeld in bedrijven, beelden of scènes, doet de indeling van dit stuk eerder aan de roman dan aan het toneel denken. Zoals in Frischs roman Stiller zijn er in het stuk twee ‘delen’. Beide delen hebben drie onderdelen. Deel één eindigt bovendien zoals het begint, met de scène met de woning, en deel twee met dezelfde scène uit Antoinettes gezichtspunt. In het eerste deel wordt Kürmanns politieke gesprek met Krolevsky onderbroken door een intermezzo met een balletdanseres [49-52] dat voor Kürmann een private betekenis | |||||||||||||||
[pagina 519]
| |||||||||||||||
heeft. Omgekeerd wordt in het tweede deel het verloop van Antoinettes ontrouw door een politiek gesprek van Kürmann met rector Hornacher vertraagd [71-74]. Kürmanns private leven en zijn politieke activiteiten, waar in de grond een private bedoeling achter schuilt, steken aldus tegen elkaar af. Ook op andere plaatsen, vooral tegen het einde van het stuk, springt het contrast tussen het private en het politieke gebeuren in het oog, bijvoorbeeld: 1963: president Kennedy bezoekt West-Berlijn, Kürmann heeft zijn ontslag als professor gekregen [71]; zomer 1963: Konrad Adenauer wil zijn ontslag indienen, Antoinette is Kürmann ontrouw geworden [82]; 1967: in Griekenland zijn de militairen aan de macht gekomen, Kürmann bevindt zich in de kliniek [99]; Kürmann weet dat hij gaat sterven, Israël voert oorlog tegen Egypte [101]. Voor Kürmann is uiteraard zijn eigen lot belangrijker dan de gebeurtenissen in de wereld. In de roman Mein Name sei Gantenbein, die chronologisch onmiddellijk aan het stuk voorafgaat, stelt Frisch eveneens het private leven met het politieke in contrast. Zowel de roman als het stuk hebben een particuliere problematiek. In de roman geeft de auteur tussen haakjes een rechtvaardiging van zijn keuze: (Manchmal scheint auch mir, dass jedes Buch, so es sich nicht befasst mit der Verhinderung des Kriegs, mit der Schaffung einer besseren Gesellschaft und so weiter, sinnlos ist, müssig, unverantwortlich, langweilig, nicht wert, dass man es liest, unstatthaft. Es ist nicht die Zeit für Ich-Geschichten. Und doch vollzieht sich das menschliche Leben oder verfehlt sich am einzelnen Ich, nirgends Sonst.)Ga naar eindnoot2 Het succes van Biografie: Ein Spiel is opmerkelijk in een tijd die van het theater verlangt dat het zich met de sociale veranderingen in de maatschappij en met de oorlog in de wereld zou bezighouden. Het klinkt paradoxaal, maar Viëtnamstukken als Viet Nam-Diskurs (1968) van Peter Weiss en Davor (1969) van Günther Grass hebben niet kunnen overtuigen. De blijkbaar interessante problematiek en de vlotte dialoog verklaren het succes van Frischs stuk, waarvan het tweede deel toch eerder langdradig is. De gekunsteldheid van de fabel schijnt de theaterbezoeker niet te storen. Het stuk heeft als plaats van de handeling het toneel, zegt Frisch in de Anmerkungen [111], maar het is duidelijk dat dit toneel in Zwitserland ligt. Nu is het moeilijk denkbaar dat in Zwitserland, | |||||||||||||||
[pagina 520]
| |||||||||||||||
of in een ander Westeuropees land, een lid van de Communistische Partij niet hoogleraar zou kunnen worden. Frischs strakke houding in de strijd met Noelte vindt wellicht haar verklaring in het feit dat het stuk deze kunstgreep niet kan ontberen. Kürmann wil de kennismaking met Antoinette vermijden, maar zijn wil is zwak. Hij weigert zich te identificeren met zijn volgens hem toevallig tot stand gekomen biografie, maar hij neemt geen doeltreffende maatregelen om ze te wijzigen; hij geeft enkel speelruimte aan het toeval. Het stuk doet opnieuw gekunsteld aan, wanneer het grillige toeval wil dat Kürmann pas na zijn huwelijk met Antoinette ontslagen wordt! Dit is echter ontegensprekelijk ook zeer komisch. Kürmann heeft het huwelijk willen vermijden, maar heeft het niet gekund. (Wegens Antoinette is hij afwezig bij de verkiezing van de anticommunist Hornacher tot rector van de universiteit.) Antoinette is voor Kürmann de enig mogelijke vrouw - dit verklaart de innerlijke gespletenheid van de man die de oplossing van het probleem van zijn mislukte huwelijk zoekt. Het is treffend dat Kürmann vijf keer op zijn vrouw schiet naar aanleiding van de vijfde herhaling van een conversatie die de vervreemding van beide partners weergeeft:
Kürmanns moord is niets anders dan een protest tegen deze vervreemding. Door de Registrator in het tuchthuis naar de zin van de moord gevraagd, antwoordt Kürmann: [...] dieser Sinn würde darin bestehen, daß ich glaube: So und nicht anders hat es kommen müssen. Was man niemals beweisen kann, aber glauben. So und nicht anders. Schicksal. Vorsehung. [95] | |||||||||||||||
[pagina 521]
| |||||||||||||||
Kürmann vindt het alternatief ‘geloven of niet geloven’ van secundaire betekenis. Beslissend is voor hem zijn of niet zijn: Antoinette könnte leben - das musste nicht sein [95] Er wordt een stap in de biografie teruggegaan: Kürmann vermoordt Antoinette niet. Een half jaar later bevindt hij zich in de kliniek. Zijn overlevingskansen zijn gering. Hij verwijt de Registrator:
De grondslag van het stuk van Frischs Schillerpreis-RedeGa naar eindnoot3 waarin hij tegenover de ‘Dramaturgie der Fügung’ een ‘Dramaturgie des Zufalls’ plaatst: Frisch kant zich tegen de continuïteit van de handeling, die een zin suggereert die het leven volgens hem niet heeft. In plaats van op het toneel de werkelijkheid nabootsen, wil hij op het toneel over de werkelijkheid nadenken. Dit geschiedt door het opheffen van de continuïteit, door het experimenteren met verschillende varianten. Concreet betekent dit dat de auteur wil aantonen hoe toevallig, hoe willekeurig, hoe onwezenlijk Kürmanns biografie is. Het stuk verloopt echter precies in de tegenovergestelde richting. Kürmann wenst zich niet te vereenzelvigen met de biografische feiten van zijn leven, maar onderschat hij niet de betekenis van zijn biografie? Hij is immers niet vrij in de absolute zin van het woord. Zijn verlangen naar een andere intelligentie wordt door de Registrator als tegen de spelregels ingaand afgewezen [28-29]. De roman Stiller begon met de woorden ‘Ich bin nicht Stiller!-’; veertien jaar na de roman heet Stiller Kürmann! De individualist Kürmann ziet over het hoofd dat de vrijheid van de enkeling door intermenselijke relaties beperkt wordt. Dit blijkt duidelijk uit de volgende passage:
| |||||||||||||||
[pagina 522]
| |||||||||||||||
Het pianospel, dat als leidmotief fungeert, herinnert voortdurend aan de grenzen van Kürmanns vrijheid [7, 45, 46, 47, 49, 50, 51, 61, 90, 92]. Ook de relatie tussen man en vrouw beperkt Kürmanns vrijheid: Antoinettes vrijheid maakt hem onvrij. Antoinette is het type van een moderne, geëmancipeerde vrouw, Kürmann is de weerloze intellectueel. Om de aantrekkingskracht te verklaren die beiden op elkaar uitoefenen, kan men het best attent maken op twee symbolen in het stuk, op de muziekdoos en op het schaakspel. Antoinette is na het feestje in Kürmanns woning achtergebleven om nog eens naar zijn oude muziekdoos te luisteren. Muziekdozen, zegt zij, fascineren haar: Figuren, die immer die gleichen Gesten machen, sobald es klimpert, und immer ist es dieselbe Walze, trotzdem ist man gespannt jedesmal. [9] Kürmann wil in het schaakspel voor Antoinette op de vlucht gaan: [...] wenn wir jetzt nich Schach spielen, so weiss ich, wie es weitergeht: Ich werde Sie verehren, dass die Welt sich wundert, ich werde Sie verwöhnen [...] Ich werde glauben, dass ich ohne Antoinette Stein nicht leben kann. Ich werde ein Schicksal draus machen. Sieben Jahre lang. Ich werde Sie auf Händen tragen, bis wir zwei Rechtsanwählte brauchen. [12] Kürmanns liefde voor het schaakspel herinnert aan Don Juans liefde voor de geometrie. Hij is de intellectueel die de vrouw als episode beschouwt, maar de episode verslindt zijn hele leven. Dit is volgens de regels van het schaakspel: [...] die Dame. Die darf alles. [11] Zoals Juan is Kürmann op zoek naar zijn eigen ik. Hij streeft naar het absolute, naar het onmogelijke. Dit streven veroordeelt zichzelf. Ook voor Kürmann gelden Juans woorden: ... mein Unwille gegen die Schöpfung, die uns gespalten hat in Mann und Weib [...] Welche Ungeheuerlichkeit, dass der Mensch allein nicht das Ganze ist! Und je grösser seine Sehnsucht ist, ein | |||||||||||||||
[pagina 523]
| |||||||||||||||
Ganzes zu sein, um so verfluchter steht er da, bis zum Verbluten ausgesetzt dem andern Geschlecht.Ga naar eindnoot4 Antoinette is de koningin uit het schaakspel, Kürmann is de muziekdoosfiguur, die steeds dezelfde bewegingen maakt. Kürmann vervalt voortdurend in herhalingen, ook al geeft hij dat niet toe. Zijn vrijheid wordt steeds beperkter: op het einde van het stuk kan hij nog slechts zijn gedragingen bepalen in zijn stervensuur. Interessant is in dit verband de vraag naar de rol van de Registrator. Frisch zegt in de Anmerkungen: Der Registrator, der das Spiel leitet, vertritt keine metaphysische Instanz. Er spricht aus, was Kürmann selber weiss oder wissen könnte. Kein Conférencier; er wendet sich nie ans Publikum, sondern assistiert Kürmann, indem er ihn objektiviert. [111] Het lijkt zo dat de auteur de betekenis van de Registrator heeft onderschat! De Registrator blijkt namelijk de grenzen van Kürmanns vrijheid te kennen en is bepaald een moraliserend orgaan. Heeft de auteur zijn onbehagen in het moraliseren willen verbergen, zoals hij dat in vorige stukken ook al gedaan heeft, bijvoorbeeld in Biedermann und die Brandstifter met de ondertitel ‘Ein Lehrstück ohne Lehre’? De Registrator blijft niet consequent in het stuk. In het begin kiest hij duidelijk partij voor Kürmann en wil hij deze laatste helpen om zijn doel, een biografie zonder Antoinette, te bereiken. Hij geeft Kürmann leiding en wanneer er in de biografie een stap terug wordt gegaan, dan is dit omdat Kürmann de verkeerde kant opgaat. In tegenstelling hiermee staat het begin van het tweede deel. Kürmann is er niet in geslaagd de ontmoeting met Antoinette te vermijden. Hij geeft het echter niet op en verwijt de Registrator: Sie denken, ich tue immer wieder dasselbe, und wenn ich noch hundertmal afhangen könnte [...] - aber Sie irren sich [...] Wir werden kein Paar. [61] De Registrator keert zich nu tegen Kürmann: hij prikkelt diens jaloersheid. Wanneer Kürmann zijn doel toch schijnt te zullen bereiken, wordt er een stap in de biografie teruggegaan, opdat de Registrator uiteindelijk gelijk krijgt: Also doch die erste Fassung! [68] Het is aldus overduidelijk dat de Registrator een bondgenoot is van de auteur die het stuk op de tegenstelling tussen Kürmanns woorden en diens daden heeft opgebouwd. |
|