Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 108(1963)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 593] [p. 593] Machinale gedichten I Ik adem niet langer mee met mijn zachte radiospieren speel ik niet langer ik speel niet langer mee Ik leg mijn hart op een machine Leg ik mijn hart op een machine sterke metalen polsen pompen hameren mij in kontakt met god Ik ben een koperling - ik ben een jonge trotse robot ben ik met een zilveren vliegwiel van extase in mijn hoofd buigzame riemen van koorts in mijn knieën in mijn hielen de o zo kleine klemschroeven op het niets, en warm warm - Soms wil het enkel ritselen en onder stroom staan of wil het eelt van tin tegen de rug om mee te reageren als het moe is - En wil het reageren als het moe is het perst een vrouw van stampend staal en lachgas ha, het danst weer onder de hendel van een hand en is gelukkig hulpeloos gelukkig met zijn voelhoorn Of wil het slapen? het schiet een oog om te slapen een oog één oog om uit te rusten van het slapen en wil het zien het wórdt gezien - Het is goed rusten tussen de wielen Ik leg mijn hart op een machine Sybren Polet Vorige Volgende