Jan Greshoff
De diepste kern onaangetast
Het valt mij moeilijk een uitgewerkt antwoord te geven op vragen betreffende de vernieuwing in de Nederlandse lyriek. Ik zou zeggen van de Nederlandse lyriek. Maar afgescheiden daarvan geloof ik te enenmale niet aan een vernieuwing in of van de poëzie, van de Nederlandse noch van enige andere.
Wat ons in een heerlijk vroom middeleeuws lied als poëzie treft, is volkomen hetzelfde verschijnsel, dat ons in een minnezang van Hooft of een subtiel gedicht van Hans Andreus aandoet. Ik kan mij geen poëzie denken, welke niet zowel onveranderlijk als soeverein is. Dit inzicht berust op wat Emerson schreef in 1844: ‘Poetry was all written before time was’. Een van de diepste opmerkingen, de poëzie betreffende, mij bekend.
Ik ontdek dus poëzie niet alleen in de meesterwerken van alle tijden, doch ook kan ik niet zien hoe enige belijdenis een invloed van welke aard op een gedicht kan uitoefenen. Wij raken in vervoering door een verheven Mariagedicht, dat poëzie in de hoogste zin des woords vertegenwoordigt, niet omdat Maria het onderwerp is, maar omdat het gedicht goed is. Een rijmelaar zal, uitgaande van hetzelfde onderwerp, met een schromelijke rijmelarij voor de dag komen.
Wanneer men dus spreekt van roomse, protestantse, socialistische poëzie, doet men dat alleen om een overzicht wat duidelijker te maken, iets wezenlijks over de onderhavige gedichten zegt men er niet mede.
Aangezien naar mijn overtuiging de poëzie een entiteit is, die in diepste wezen niet voor verandering noch voor beïnvloeding vatbaar is, valt het mij onmogelijk mij een mening te vormen over ontwikkelingen, welke in die poëzie voor mij niet plaatsgrijpen.
Men versta mij wel. In de loop der tijden heeft de poëzie talloze wijzigingen ondergaan zowel wat vormgeving als themata betreft. Er vallen dus in het Nederlandse lierdicht van na de tweede wereldoorlog duidelijke en belangrijke veranderingen waar te nemen. Doch die veranderingen raken nooit de diepste kern van de poëzie, die immer door de eeuwen heen en voor het begin der tijden onaantastbaar was.
Om tot het dagelijks leven terug te keren: de ontroering (in het