Aan huis bij Gerard Walschap
Op donderdag 7 november begon de Vlaamse Televisie met een nieuwe reeks uitzendingen gewijd aan levende kunstenaars. De TV-camera's werden opgesteld in de ruime en stijlvolle flat van Gerard Walschap en zij probeerden een algemene indruk te geven van de sfeer, waarin de kunstenaar leeft en werkt. Uit het geanimeerd gesprek dat bezoeker Hubert Van Herreweghen bij deze gelegenheid met Gerard Walschap voerde (en waarbij hij heel de familie Walschap betrok), bloemlezen wij volgende losse vragen en antwoorden:
Is dat het bureau waar u werkt? U kunt dat niet afsluiten van uw living, geloof ik. Hindert u dat niet als u aan het werk zijt?
Zo heb ik altijd het liefst gewerkt. Een beetje afgezonderd, zodat men niet tegen mijn tafel of stoel staat. Praten, lachen, muziek hoor ik niet, maar fluisteren wel.
En dat u nog wakker aan het schrijven blijft, heb ik onlangs nog in het N.V.T. gezien. Verschijnt die nieuwe roman ook in boekvorm?
Is al gebeurd ter gelegenheid van de boekenbeurs.
En waarover gaat het in deze nieuwe roman? De titel De Française doet wel veronderstellen dat een vrouw er de heldin van is?
De Française is een Frans meisje dat op haar veertien jaar door haar Vlaamse grootmoeder naar Vlaanderen op bezoek bij haar familie wordt gebracht en daar een dwepende, vererende liefde opvat voor een verre neef. Van beide zijden en om verschillende redenen wordt het sensuele totaal uitgeschakeld, maar de brieven die het meisje aan de jongen schrijft worden onderschept en verkeerd uitgelegd. Er ontstaat een geweldig conflict dat tragisch afloopt.
Wat denkt u van die nieuwe mode een roman eerst in een tijdschrift te publiceren en dadelijk daarna in boekvorm. Het Nieuw Vlaams Tijdschrift doet het veel en ook in Dietsche Warande en Belfort gebeurt het af en toe. Is dat wel de taak van een tijdschrift?
Daar kan natuurlijk lang over geredeneerd en zelfs geredetwist worden en wij hebben dat in de redactie van N.V.T. dan ook herhaaldelijk gedaan, maar men kan toch niet ontkennen dat N.V.T. in de loop van zijn reeds meer dan tienjarig bestaan met de romans van Marnix Gijsen, Piet van Aken, Boon, Johan Daisne en anderen, een imposant beeld gegeven heeft van het Vlaams scheppend proza.
Hoeveel boeken hebt u nu al geschreven? Uw eerste was Waldo, meen ik, een vrij gepassioneerde religieuze roman. Hebt u ook dat klassieke schaamtegevoel over uw eersteling?
Een dertigtal? Ik weet het zelf niet precies. Dat klassieke schaamtegevoel heb ik wel voor mijn verzen. Die zou ik liever niet gepubliceerd hebben, maar over mijn proza schaam ik mij niet. Mijn eerste prozawerk was inderdaad Waldo. Ik ben het nu niet meer eens met dat boek, maar letterkundig verloochen ik het niet, ondanks het oordeel van Jules Persijn. Toen ik de eerste vier hoofdstukken van Waldo geschreven had, bracht Jan Hammenecker ze op een goede dag naar Jules Persijn tesamen met enige cahiers vol verzen van mij. Enkele maanden later bracht Hammenecker alles terug en zeide: Jules Persijn heeft gezegd: ‘Hij zal een groot dichter worden, maar van proza schrijven heeft hij geen verstand’.
Is er in de rij van uw werken een dat uw lievelingskind is?
Ja, Houtekiet.
Hoe zijt u er toe gekomen deze roman te schrijven? Het onderwerp werd deze eeuw in de Europese letterkunde verschillende keren behandeld. Knut Hamsun deed het in ‘Hoe het groeide’, Giono in ‘Regain’, Karl Heinrich Waggerl in ‘Brot’. Al deze romans verschenen voor de uwe. Is daar enige beïnvloeding geweest?
Neen, niet de minste. Van de drie werken die u noemt ken ik trouwens alleen ‘Hoe het groeide’. Geen enkel werk van mij is onder zulke invloed geschreven. Ik heb veel geleerd van drie schrijvers, Dostojevski, Hamsun en de Unamuno, maar al mijn boeken zijn onmiddellijk en rechtstreeks uit mijn innerlijk leven gegroeid. Ik heb van die kunstenaars geleerd hoe ik moest schrijven. Wat ik moest schrijven heb ik nooit aan anderen moeten vragen. Met het thema van Houtekiet was ik trouwens al bezig toen ik nog zeer jong was. Het moest toen een uitgesproken katholieke roman worden. Later is het dan de verheerlijking geworden van de heidense mens.
En dat vervolg op Houtekiet, dat u al zolang beloofd hebt, komt dat nog?