Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 103(1958)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] [1958/1] Pieter G. Buckinx Twee gedichten Herfst Ouder worden, naar elkander kijken, en de ogen afwenden van elkaar, naar de dagen en de jaren die verstrijken in het grijzer worden van het haar. Bang zijn voor de rimpels, voor de tijgerogen van de dood achter de gordijnen, waar de vlinders der verschrikking wonen, en de wagensporen van de herfst verdwijnen in de nevels, in de doodskou van het kreupelhout. Bang zijn voor het laatste najaarsgoud, voor de kamer, voor de spiegels en de wanden en elkanders blik ontwijken, onverzadigd neer te kijken langs de holle aders op het winterlandschap van uw handen. [pagina 2] [p. 2] Winter Voorzichtig met de vingers betasten een heel oud boek in perkament, verguld op snee, met zilveren slot: het boek der getijden, het boek van God. Gedachteloos de woorden overslaan; wegvliegen met de vogels uit de gouden prent; nog vóór de nacht komt God voorbij zien gaan; stil worden als het stuifmeel der maan in het spiegelvlak van uw roerloosheid. En de ogen sluiten, de handen gespreid op het boek. Nog even verwijlen, en later niets meer willen zijn dan water dat wegvloeit in de vriesnacht van de tijd. Vorige Volgende