Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 100(1955)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 584] [p. 584] Anton van Wilderode Gebed Gij kent mijn dood al, God, - laat mij niet weten waar hij mij vinden en verrassen zal, laat mij nog rustig ademen en eten, laat mij nog slapen en de dag vergeten die met zijn zorg mij morgen overvalt. Want er ligt water meterdiep te zwijgen tussen de huizen waar de herfst begint, en ieder ogenblik, dat ik moet krijgen genadig uit uw hand, kan mij bedreigen en iedre kiem van ziekte zaait zich blind. Hoe sterk mijn hart is, God, voor een lang leven, hoe sterk de ader die mijn bloedstroom tilt, of mijn verstand niet voortijds zal begeven, voor ik mijn laatste blad heb volgeschreven: gij weet het, God, maar zwijg, om mijnentwil. Soms loop ik van een vreemde wind bewogen tussen de lichamen der mensen door gelijk een kind met ingeslapen ogen: ik stoot mij niet, val niet, word niet bedrogen omdat ik U binnen mijzelven hoor. Blijf Gij daar, God, blijf Gij, terwijl mijn voeten geduldig en gehoorzaam op hun reis, terwijl mijn handen maken wat zij moeten terwijl ik lachen zal, leven en groeten - tot in het paradijs. Vorige Volgende