Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 100(1955)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Simon van Loo De lange omvaart De tijd spant zeereiskaarten op de wanden van mijn ziel. Vóór het open ogenraam het knagend wachtvuur van het lied blijft branden bij deze dode zee, mijn jeugd: uw naam. Zacht sluit ik thans de luiken mijner handen. De vlaggen onzer namen waaien saam. Ik wist de woorden varen uit je tanden als zeilers slank en sierlijk en voornaam. Nog lig jij als een ver gedroomde kust. De kompasnaalden mijner vingers slaan de koortsmaat voor een weer verloren rit. Mijn hart, uw schoener is nu uitgerust en doet de haven van mijn kamer aan, verlaten stad, arabisch rozig wit. Vorige Volgende