fonds tot bevordering van de Kunst in Beeld, Woord en Klank’ gesticht te Antwerpen en in het Staatsblad van 2 en 3 November ll. bekend gemaakt.
De stichters zijn: Z.E.H. Kan. J. Brosens, Jw. L. Duykers, Mevr. P. Gilliot-Stas de Richelle, Jw. G. Van Cauwelaert, Jw. M. Verstraeten, Ir. A. Belpaire, J. Cools, Notaris Fr. Deckers, P. Hertoghe, Prof. Dr. J. Muls, L. Nuyens, Prof. Dr. C. Van Deyck en A. Westerlinck.
Deze stichters hebben de met liefde en eerbied omringde namen van Constance Teichmann en M.E. Belpaire voor altijd willen vereenigen, waar zij haar levenstaak wenschen te bestendigen.
Met wat Constance Teichmann geweest is in het leven van Peter Benoit en Edgard Tinel, met wat zij tot stand heeft gebracht op sociaal en artistiek gebied, heeft zij bewezen wat de hoogere standen vermogen te doen, wanneer zij in voeling blijven met hun volk. Heerlijke bladzijden heeft zij geschreven in de geschiedenis van onze negentiendeeuwsche wedergeboorte en van de groot-menschelijke liefdadigheid.
Mejuffrouw M.E. Belpaire heeft het werk van haar tante, ‘het heilig vrouwtje van Antwerpen,’ met dezelfde stuwkracht en geestdrift voortgezet. Zij heeft niet alleen met haar geschriften het Christen-ideaal hoog gehouden, haar gastvrij huis in de Markgravelei is steeds het centrum gebleven waar gedachten en initiatieven ontstonden, waar musici, letterkundigen, schilders, beeldhouwers steeds raad en steun hebben gevonden.
Het gaat niet al de werken op te sommen, die onder haar bezieling gestalte hebben gekregen. Op gebied van onderwijs heeft zij niet alleen een Beroepsschool gesticht, zij heeft ook het Instituut Belpaire met zijn verschillende afdeelingen aan Antwerpen geschonken en eindelijk zette zij de kroon op haar werk door de inrichting mogelijk te maken van een Hooger Instituut dat aan de katholieke vrouwelijke jeugd van het Vlaamsche land een degelijke algemeene vorming zou bezorgen, nl. de Hoogeschool voor Vrouwen.
Op muzikaal gebied heeft zij door haar boek over Beethoven een cultus in het leven geroepen, waaruit de ‘Beethoven-Broederschap’ ontstond, waar duizenden gecommuniceerd hebben in de zielsverrukking, door de uitvoeringen van meesterwerken gewekt.
Voor bijna vijftig jaar heeft zij met haar hoogstaand christen-humanistisch cultuurideaal het tijdschrift ‘Dietsche Warande en Belfort’ gesticht, waar, naast de ouderen, steeds nieuw-aankomende scharen van jongeren, in dicht, roman en essay, den bloei der Vlaamsche Letterkunde helpen verzekeren. Naar dit tijdschrift gaat nog altijd haar liefdevolle en zorgende aandacht.
Wij mogen hierbij ook niet vergeten hoe Mej. M.E. Belpaire tijdens den eersten wereldoorlog de moeder is geweest van zoovele Belgische IJzersoldaten en in dagen van dood en rouw voor ons land zooveel smarten heeft gelenigd en zooveel harten opgebeurd.
Het Belpaire-Teichmann-fonds wil dezen veelzijdigen socialen en cultureelen arbeid overnemen met nieuwen moed en ondernemingsgeest, onder de hoede van de vrouw die, haar jaren ten spijt, het Vlaamsche land blijft over-