mantische gegevens tenslotte levend en aanvaardbaar geworden zijn. Als hij het strikt-persoonlijke gevoelsleven nog sterker zal weten te beheerschen, ja, desnoods op het achterplan zal weten te dringen, schenkt hij ons wellicht het groot en definitief werk waarnaar wij met verwachting uitzien.
***
In ‘Ergens in Europa’ het eerste vluchtelingenverhaal dat in Vlaanderen het licht ziet, heeft Lambert Swerts getracht de onnoembare ellende te beschrijven van de duizenden landgenooten die in Mei 1940 naar het Zuiden van Frankrijk togen.
Laat ons maar dadelijk zeggen, dat Swerts er uitstekend in geslaagd is een aangrijpend beeld te geven van dezen dramatischen uittocht en van den panischen angst waaraan niemand haast ontkwam. Met spanning volgen wij het verhaal van den auteur en zijn gezin, en naast hen, van de duizenden lotgenooten die met den storm mee, uit de voornaamste stad op de eerste verdedigingslinie werden verjaagd en in beestenwagens naar een der armtierigste oorden van het zuiden van Frankrijk gevoerd.
Swerts schreef dit ontzettend verhaal met den noodigen realiteitszin, zonder aandikking of fantazie, zonder overdrijving of bitterheid. Af en toe zelfs vergast hij ons op de humoristische situaties die zelfs in deze tragische momenten het lot vergezelden.
Dat Swerts een realist is bleek reeds duidelijk uit zijn vroegere romans ‘Baltus’ en ‘Mathias’. In ‘Ergens in Europa’ treedt dit duidelijker nog op het voorplan. Toch moeten wij het betreuren dat zijn stijl niet altijd boven het gewone is uitgegroeid en af en toe zelfs banaal dreigt te worden. Ook met de taal neemt Swerts het niet zoo nauw, zoodat meerdere bladzijden als onafgewerkt, ja, vaak als slordig aandoen. Anderzijds zou dit verhaal ook aan kracht en directheid hebben gewonnen door meer bondigheid en beheersching. Al te vaak vergast de auteur ons op strikt-persoonlijke voorvalletjes, die met het gegeven zelf in al te los verband