hij het kunstwerk benaderen moet, leert hem den geest waaruit het geboren wordt en leeft, op het gebied der architectuur, der schilder- en der beeldhouwkunst, leert tevens de waarde van het ambachtelijke in den scheppenden arbeid. En deze inwijding en leiding geeft hij op een zeer pedagogische en aanschouwelijke manier door een overvloedig illustratiemateriaal, dat het essentieele naast het detailwerk toont, het wezenlijke en expressieve naast het barokke en leege, het echte naast het maakwerk.
Lützeler doet dit met een groote onbevangenheid tegenover het nieuwe en het nieuwste, maar hij heeft te veel houvast om het nieuwe om het nieuwe te prijzen.
Allen lof tevens voor de drie keurige deeltjes uit de reeks: De Kunst in het Leven: Levenskameraden, - Vredig Sterven en Jonge Meisjes. Lützeler beschouwt het kunstwerk niet enkel als een historisch en aesthetisch object, maar als schepping uit de menschelijkheid van den kunstenaar, die rechtstreeks het leven voedt en verheerlijkt.
Elk boekje bevat 25 reproducties, waarvan enkele in kleur.
Andere deeltjes heeten: De gestalte van Christus, - Heilige Geboorte, - Blijvande Vreugde, - Het Kind, - De Jongeling, - Het Dier en de Mensch, - Het Leven van Maria, - Opstanding, - Discipelen en Apostelen.
Uit de kunst dezer lage landen werd een rijke keuze gedaan en de vertaling is onberispelijk.
A.V.C.