is op een budget van 1 milliard, moet men de vraag beantwoorden of het niet reeds 5 millioen te veel is.
Er is nl. iets te zeggen voor de liberale opvatting, volgens dewelke het de taak is van het bestuur den burger zoo goed mogelijk te beschermen, maar zooveel mogelijk gerust te laten. En vrij.
Dat de staat geld uitgeeft aan andere zaken van den geest, wetenschap, onderwijs, religie, is geen argument om hem het maecenaat als een plicht op te leggen. Wetenschap immers is in laatste instantie nuttig door hare toepassingen op industrieel en ander gebied. De staat bekostigt het onderwijs, maar richt het dan ook naar zijn belang, terwijl de diplooms weer recht geven op winstrijke bedrijvigheden. De subsidie aan de priesters is een vorm van restitutie.
Bovendien, als het waar is dat de welvaart best in vrijheid bloeit, zullen de kunsten, die slechts een vrije en welvarende gemeenschap noodig hebben om te bloeien, fleurigst tieren zonder staatsmaecenaat, dat toch altijd maar aalmoes blijft en de vrijheid bedreigt.
Een verwijzing naar het verleden, toen de talrijke hoven en hofjes de kunstenaars onderhielden, wettigt de gevolgtrekking niet dat de onpersoonlijke democratische staat dezen last moet overnemen. Voor zijn jaarwedde verheerlijkte de kunstenaar toen de algemeene themas in peis en vrede en vroeg niets anders. Zijn subjectivistische kunstbroeder van de twintigste eeuw wil eerst en vooral zichzelf uitdrukken en deel nemen aan den kultuurstrijd, den ideeënstrijd. Hij kan misschien een maecenas vinden wien hij het naar den zin maakt, maar hij kan het onmogelijk de verzamelde partijhoofden der ééndagsregeeringen naar den zin maken.
Is er dan geen argument voor het staatsmaecenaat?
Het eenige geldige lijkt mij dat de staat zelf van langsom meer het vrijheidsbeginsel prijs geeft en leidend optreedt. Tevoren impliceerde het feit dat hij niets voor de kunsten deed, in het geheel niet, dat hij ze minachtte. Vrijheid was zijn beginsel. Nu is zijn leuze etatisatie, protectie, leiding. Op alle gebied. Of dit nu beter of slechter is doet er niet toe. Van zoodra hij banken, nijverheids- en handelszaken en nog