Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1908(1908)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 417] [p. 417] Menschelijkheid Ik, die mij somtijds klein voel in dit groote Leven dier duizend zonnen, boven dees mijn doodgaand hoofd, en moedloos dwaal omdat ik hier als mensch moet leven en mij geen hooger doel van wezen schijnt beloofd.... - Kan plotseling zooals een vuur omhooge klimmen wanneer ik voel en weet, dat in mijn hert getroond, standvastig en steeds levend zonder aardsche kimmen, vol ongekenden luister Godes beeltnis woont. Ik voel mij rijzen dan en ken noch tijd, noch dagen. 'k Ben gansch alleene, 'k heb noch vriend noch vijand meer... De wereld is vergaan, en al het menschlijk zeer en blij mag nutloos van zijn tijdlijk-zijn gewagen!.... En needrig knielt het heelal voor mijn voeten neer!.... Wee! dat ik al die schoonheid in mijn vleesch moet dragen!... Felix Timmermans. Vorige Volgende