Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 6

[p. 430]

Omroeper.

Koninklijke Vlaamsche Academie. In de Mei-zitting werd verslag gegeven over de beantwoording der prijsvragen.

De heeren Willems, Bols en Daems stelden de bekroning voor eener Verhandeling over de klank- en vormleer in de werken van Jan van Ruusbroec. In de volgende zitting stemde de Academie daarmede in. Het werk bleek geschreven te zijn door de heeren Dr. W. de Vreese, die zich reeds door eene studie van Boendale en andere werken heeft bekend gemaakt, en Hipp. Meert, leeraar te Iperen.

Vervolgens werd in Mei nog verslag gegeven van een antwoord op de prijsvraag Huiselijk leven, zeden en gewoonten in eene vlaamsche gemeente, gedurende de tweede helft der XVIII^e eeuw, bepaaldelijk vóór de Fransche omwenteling. De heeren Fr. de Potter, Hansen en Mathot waren de verslaggevers. De meeningen over het werk verschilden, doch algemeen werd het als de vrucht eener uitgebreide studie beschouwd.

Deswege stond de Academie in de Juni-zitting ook aan dezen schrijver den uitgeloofden prijs toe, onder voorbehoud omtrent den druk van den verdienstelijken, doch al te uitvoerigen arbeid later een besluit te nemen. Het briefke gaf den naam van Poffé (ambtenaar ten stadhuize van Antwerpen) te lezen.

In deze zitting werd verder de heer Dr. J.H. Gallee tot buitenlandsch eerelid gekozen. Het nieuwe lid heeft zich reeds lang door eene studie van het aloud nederlandsch tooneel en door philologische opstellen in het Tijdschrift voor taal- en letterkunde bekend gemaakt.

Verder werd nog besloten: het laten drukken van de door den heer Broeckaert aangeboden rederijkersgedichten, het beste van drie tooneelstukken, de refereinen en de beste liederen, met glossarium (verslag der heeren De Vos en Hiel), en het opnemen in de Verslagen en Mededeelingen, van het opstel des heeren Claes, over ‘Want’. (Verslaggevers de heeren De Vos en Daems.)

De heer Obrie zal de Academie op 't Congres van Arnhem vertegenwoordigen.

Op de plechtige zitting van den 22ⁿ Juni hield de voorzitter (onderbestuurder K. Stallaert) eene korte voordracht ter inleiding.

[p. 431]

Dr. C.-L. Hansen droeg eene uitvoerige verhandeling voor over de verspreiding der Dietsche tale van Duinkerke naar Koningsberg, Transvaal en den Congostaat. De spreker droeg op innigen toon vervolgens nog eenige perelen van plat-duitsche dichtkunst voor.

Daarop deelde Dr. A. de Vos een gedicht mede Idealen getiteld, aan eigen hart en hoofd ontsproten.

Het klonk u uit alle lyrische uitingen en treffelijke beelden tegemoet:

‘Mij is 't gevoel de bron, bij mij 't gevoelen dichten.’

De gedachten en de vorm waren even waar als de voordracht, soms roerend van treffelijke uitdrukking, zonder opzet (conventie of pose), zonder galming.

Koninkl. Akademie. Zitting van den 8ⁿ Mei. Prof. Kern: Over den godsdienst der Burgaten. - Zitting van d. 10ⁿ en 12ⁿ Juni. Buys en Dirks herdacht. Prof. A. Pierson houdt eene voordracht over ‘kerkelijk politische en wijsgeerige richtingen in de Fransche letterkunde van het Restauratie-tijdperk’.

Koninkl. Vl. Academie. Verschenen: Jaarboek der Kon. Vl. Academie voor taal- en letterkunde, 1893, 7^e jaargang. Gent, Siffer.

Dit werk bevat, behalve mededeelingen van huishoudelijken aard, commissiën enz.: Het paleis der Kon. Vl. Academie, door Fr. de Potter, verder: L.W. Schuermans, door Edw. van Even. Het is versierd met de beeltenis van minister de Burlet in staalsnede.

Franciscus. Ter gelegenheid der uitvoering van Tinel's Franciscus te New-York wijdde Frank Van der Stucken, in Amerika, eene uitgebreide studie aan de werken van den toondichter.

Josephus Alberdingk Thijm. Mgr. J.W. Everts, bestuurder van de hoogere burgerschool en het kl. seminarie te Rolduc, zal het beste deel der briefwisseling van genoemden schrijver uitgeven. Met hartelijken aandrang worden de vrienden en kennissen van den betreurden overledene tot bijdragen aangezocht. Mgr. Everts zelf is voorzeker in staat een groot aantal brieven van esthetischen en socialen aard te leveren, daar hij tot Alb. Th.'s vertrouwdste vrienden behoorde.

Albrecht De Vriendt schildert het drieluik, bestemd voor de kapel van St. Lucas, nevens het hoogaltaar der kerk.

Nog altijd impressionisme. Wij begrijpen niet welke reden er bestaat om blauwe boomen en schepen met purperen zeilen, varende in geel water... te schilderen, zooals Theo. Van Rysselberghe doet.

(Vlaamsche School, bl. 83.)

[p. 432]

Bibliotheca Erasmiana. Lijst van de uitgaven der werken van Erasmus, 300 blz. groot, door van der Haeghen en Arnold, ter boekerij van Gent. Toevoegselen worden verzocht.

Het Requiem van Cherubini zou te Bergen in Noorwegen in de domkerk worden uitgevoerd ten bate van de slachtoffers der ramp van Vardaelen. De minister van eeredienst Stang heeft echter de opvoering verboden. Toen men hem daarover in het Storthing interpelleerde, verklaarde de minister, dat volgens verschillende artikelen der grondwet in Noorwegen niet mag worden geduld wat in strijd is met Gods woord en de Augsburgsche confessie, daarom had hij de opvoering dezer ‘katholieke zielmis’ verboden. Nadat de afgevaardigde Michelsen verklaard had, dat men zulke zienswijze van een minister van eeredienst in het jaar 1893 niet had kunnen verwachten, besloot het Storthing de behandeling der quaestie te verdagen.

Roman. Paul Ador's Jezus van Nazaret is een historische roman vol godslasteringen.

Muyldermans.

In Die Kunst fur Alle komt eene studie voor op de werken van Theophiel Lybaert, met gravuren van een zijner Madonna's, de Kruisdraging, enz.

Fryske Tael. In de te Grouw, onder voorzitterschap van den heer Waling Dijkstra, gehouden vergadering van het ‘Selskip for Fryske tael en skriftenkennisse.’ is besloten in de maand September 1894 het 50-jarig bestaan van het ‘Selskip’ op feestelijke wijze te herdenken.

Stalmuziek. Te Milaan is eenige maanden geleden een vereeniging van ‘lyrische’ kunstenaars opgericht, welke hun muziekstukken fluiten. Zij doen dit met den mond alleen. Dezer dagen werden Mascagni's Cavaleria Rusticana en Verdi's Falstaff ten gehoore gebracht. Het orkest maakte een niet onaangenamen indruk, zegt een der hoorders. Telkens als een nummer was ‘uitgefloten’, brak het publiek in luid handgeklap uit.

Nieuw verschijnt: Journal des jeunes filles, dirigé par des femmes du monde. Causerie. Roman. Wagner. Mode. Poésie. Jeux d'esprit. Calendrier. Graphologie. Etc. Prijs fr. 12,00. Elke week eene aflevering. Parijs, A. Hatier. Brussel, Larose.

Tentoonstelling te Antwerpen. Z.K.H. de Graaf van Vlaanderen is eere-voorzitter der commissien gelast niet het aanmoedigen der Belgische en vreemde voortbrengers tot deelneming aan gemelde tentoonstelling.

De commissie tot aanmoediging der Belgische voortbrengers is samengesteld onder het voorzitterschap van den heer De Bruyn,

[p. 433]

minister van landbouw; de twee ondervoorzitters zijn de heeren Montefiore-Levi, senator, en graaf A. d'Oultremont, volksvertegenwoordiger; secretaris, de heer P. Koch, gewezen algemeene secretaris van de Belgische commissie der tentoonstelling van 1885 te Antwerpen.

De commissie tot aanmoediging der vreemde voortbrengers heeft tot voorzitter den heer V. Mabille, nijveraar te Mariemont; ondervoorzitters, de heeren L. d'Andrimont, volksvertegenwoordiger, E. Osterrieth, handelaar te Antwerpen en P. Van den Kerchove, voorzitter van de maatschappij der machienen en mekanieken, te Gent.

Zijn nog benoemd: algemeene commissaris der regeering, de heer graaf H. d'Ursel, doctor in de rechten te Boschvoorde; algemeene secretaris van dit commissariaat, de heer J. Gody, te Brussel, bijgevoegde algemeene secretaris, de heer J. Davignon, te Brussel.

Algemeene commissaris der Belgische afdeeling, de heer G. de Savoye, ingenieur en nijveraar te Brussel; algemeene bijgevoegde commissaris, de heer baron H. de Royer de Dour, te Brussel; algemeene secretaris, de heer L. Herry, te Brussel.

Algemeene commissaris der vreemde afdeelingen, de heer A. Vercruysse-Bracq. senator te Gent; algemeene bijgevoegde commissaris, de heer M. de Ramaix, volksvertegenwoordiger te Antwerpen; algemeene secretaris, de heer A. Amelin, bestuurder in het ministerie van landbouw.

Jan Sterck. Na het slot der aflevering, den 2ⁿ Juli, kwam ons nog tes hand: Briefwisseling van J.J.L. ten Kate en J.A. Alberdingk Thijm, medegedeeld door Jan F.M. Sterck; eene zeer nette bijdrage tot onze lettergeschiedenis.

De heer Sterck dien wij als den beoordeelaar van het werk: J.A. Alberdingk Thijm, door A.J. aangekondigd hebben, schrijft ons, dat het werk aanleiding geeft tot eene uitvoerige bespreking, waaardoor het hem onmogelijk is zich daarmede te belasten.

Jo. Jos. Habets archivaris te Maastricht is plotselijk overleden. Habets heeft eenen uitstekenden naam verworven door zijne Geschiedenis van het bisdom van Roermond, 3 d. 1875-1892 en een groot aantal andere werken, bijzonder in betrekking tot Limburg.

Errata. Op bl. 223 derde aflevering moet de naam Bouguerreau wegvallen en op bl. 230 de voornaam van Rousseau Théodore gelezen worden.