Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 5
(1892)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 221]
| |
Omroeper.Woordenboek der Nederlandsche taal. Ontvangen: III, 1e afl. Bo-Boer, bewerkt door Dr. J.W. Mulder. De Boer is in deze aflev. nog niet geheel afgewerkt. Wij hebben slechts zeven kolommen in folio van het eerste gedeelte des Boers! Men moet het geduld van den heer Mulder reeds nu bewonderen; daar hij honderden van plaatsen heeft verzameld waarin het woord boer volkomen dezelfde beteekenis heeft. Des Guten zu viel! Zijn geduld is ondertusschen niet grooter dan dat van hen die sedert eene halve eeuw op letter A, B, enz. zijn ingeschreven. Het wooid Boek neemt negentien kolommen in. Evenals Boer is het vol van aanhalingen, die volkomen overbodig zijn om het woord uit te leggen, doch op zich zelven eene aangename lectuur bieden aan den nieuwsgierige. Ook geven vooral de eerste regels der uitleggingen bewijzen van studie en taalkennis.
Wiegedrukken. In het Centralblatt für Bibliothekwesen, 8e Beiheft, 1891 komt eene lijst voor, opgesteld door K. Burger, custos van het Buchgewerbemuseum te Leipzig, onder den titel: ‘Ludwig Hain's Repertorium Bibliographicum. Register.’ Het bevat 1o al de namen der drukkers van de 15o eeuw, voorkomende in Hain's Repertorium, met vermelding der boeken, 2o de namen der drukplaatsen van die boeken, waar de naam des drukkers zelven ontbreekt. Dit Register maakt evenwel de Bibliographische werken van vroeger dagteekening, zooals Campbell voor Nederland, enz. niet overbodig.
Ned. Zending. Over weinige maanden verscheen het zesde deel des Archiefs voor de geschiedenis der oude Hollandsche Zending, van J.A. Grothe te Utrecht, handelende over de Molukken van 1602 tot 1638.
Programmuziek. De heer S. van Milligen (de verdienstelijke componist der opera Brinio, Roemeensche Liedercyclus, enz.) heeft in het Maandblad voor muziek bl. 1, vlgg. 1892, eene uitmuntende parodie der programmuziek geleverd, onder den titel: ‘Eene bloedige pastorale, vrij bewerkt naar een verhaal uit het begin dezer eeuw.’ | |
[pagina 222]
| |
Een 17 jarige violist, schrijver eener Pastorale, vol ‘schaduw’, ‘morgenlucht’, ‘stilte’, ‘kabbelend water’, ‘huiswaarts keerende kudde’, ‘donder’, ‘onschuld’, enz. draagt zijn werk aan eenen 30jarigen vriend op de viool voor, en beklaagt zich over miskenning. De oudere troost hem. .... Na eenigen tijd schrijft deze dat de Pastorale gezegevierd heeft, want een motief uit het werk, dat van het kabbelend water, is, bewerkt door den vriend, een zegemarsch geworden hij het innemen van Caracas (waar de oudere vriend aanvoerder was). De stad biedt den componist 10,000 fr. aan... Een ander thema, dat van den basterd-nachtegaal en der ‘herderlijke liefdesverklaring’, ‘heett den dood van 20,000 Spanjaarden ten gevolge gehad’ bij den strijd om Bolivar. Guajaquil heeft eene pyramide opgericht voor den jongen toonkunstenaar... Dit alles bezorgde de oudere vriend.
Kunst aan den Rijn. Bij de firma L. Schwann, te Dusseldorf verschijnt: ‘Die Kunstdenkmäler der Rheinprovinz,’ bewerkt door Paul Clemen, rijk verlicht, in schoon 4o formaat. I. Kempen, met 4 groote en 59 kleine afbeeldingen; mk 3,50. (fr. 4,50, fl. 2,10). II. Geldern, volgt weldra.
Ridderorden. Bij de jongste onderscheidingen welke van Z.M. Leopold II aan belgische kunstenaars zijn ten deel gevallen vinden wij, de volgende namen. De bouwkunstenaar Pauli is tot den commandeursrang verkozen. Tot officiers zijn benoemd: de schilderes Mej. Beernaert, de heeren Courtens, De Braekeleer (beeldhouwers te Antwerpen), Demanez (plaatsnijder), Den Duys, Meunier, Mignon (beeldhouwer), Van der Ouderia (te Antwerpen), Van der Stappen (beeldhouwer), Van Havermaat (te Antwerpen), Van Severdonck. Tot ridders, werden benoemd: de heeren Blanckaert, (Maltebrugge), Claus (Astene;, De Pauw (Best. der St-Lucasschool), Dnmortier (bouwkunstenaar), Hagemans, Khnopff, Le Mayeur, Malfait (beeldhouwer), de Merprès, Meyers, Mister (hoogl. te Gent), Plumot (te Antwerpen), Stacquet, Uitterschaut, Van Cuyck (bestuurd. van den kunstkring te Antwerpen), F. Van Leemputten. Aan Mej. Beernaert werd een schitterend feestmaal geboden. Met hare toestemming zal in eene onzer volgende afleveringen hare beeltenis met eene studie over hare werken verschijnen.
Werther, de nieuwe opera van Massenet, is den 18n Februari, met grooten bijval te Weenen opgevoerd. Van Dijck vervulde de titelrol.
Spelling. De heeren Kollewijn, Terwey, Buiteniust Hettema, Ger. Keller en twee nader te benoemen heeren vormen de commissie, om eene nauwkeurige voordracht te doen ter vereenvoudiging van de spelling.
Witkamp. Het plan bestaat om den schilder Witkamp een gedenkteeken te stichten aan zijn laatste woonhuis. | |
[pagina 223]
| |
Peter Benoit. Den 15n Febr. werd te Antwerpen Benoits Luciter opnieuw met grooten bijval uitgevoerd. De toonkunstenaar beleeft dit jaar het 25e van zijn bestuur der Antwerpsche muziekschool. Men bereidt eene buitengewone plechtigheid voor om dit gedenkjaar te vieren. Er zal eene keus worden gedaan uit Benoits hoofdwerken bestaande in: Lucifer, De Schelde, De Leie, Hymne aan de Schoonheid, De Oorlog, De Rijn, de drama's Charlotte Corday, De Pacificatie van Gent, de cantaten: Rubens, De Kindercantate, Van Ryswyck, Conscience, De Wereldtentoonstelling van 1885, Drama Christi, enz. om in den loop des zomers te worden voorgedragen. Het tot heden onuitgevoerd lyrisch drama Karel Van Gheldere, zal, naar wij vernemen, eerstdaags te Antwerpen, worden opgevoerd. Wellicht heeft de lezer het reeds zien vertoonen voor dat deze bladen zijn verschenen. Benoit werkt tegenwoordig aan eene feestcantate voor de inwijding of onthullingGa naar voetnoot(1) van het standbeeld van Prudens van Duyse, te Dendermonde.
Tentoonstelling in Arti te Amsterdam. In Arti zijn tentoongesteld de volgende schilderijen van Jacob Maris: Molen, Twee molens, Haven, Schelpenvisscher en Stalsgezicht, De jager in zee, Binnenhaven, Stadsgezicht, De steenen molen, Vioolspeler, Zandkruiers, Scheveningen. Zomer en Winter, Gezicht op Rotterdam bij vroegen morgen, Dordrecht, Avond en Winter. Verder zijn nog tentoongesteld de volgende aquarellen: Twee Stadsgezichten (no 21 en 22), Strandgezicht, Stadsgezicht, In de duinen.
Vlaamsche Academie. Op de zitting der koninklijke Vlaamsche academie van den 17n Febr. gaf de heer Coopman verslag van het Woordenboek der Nederlandsche taal en maakte daarbij een tal van ernstige opmerkingen.
Wedstrijd van tooneelletterkunde te Antwerpen. (Uittreksel van het officieel verslag.) Bij het openen der briefjes bleek, dat de bekroonde of althans met eene aanmoediging vereerde stukken het werk zijn van Mevrouw Snijder van Wissenkerke, geboien Klant v.d. Myll, te 's Hage, met Lotos en Eene Illusie; van den heer S.L. Hiogewerff, leeraar te Amersfoort, met Petrus Dathenus; den heer Gustaaf Dielemans, te Antwerpen, met Strijd om het Meesterschap, en den heer Gustaaf de Lattin, ibid., met De Familie van zijn Vrouw. Van de mededingers wier inzendingen eene eervolle melding ver, dienden, gaven slechts de volgenden oorlof, om hunne namen bekend | |
[pagina 224]
| |
te maken: Mevr. Snijder van Wissenkerke, den Haag, met: Geluk is broos, comedie in twee bedrijven, en Een Coeur d'Or, comedie in één bedrijf; Mej. H.W. Beyerinck, Arnhem, met: De Nacht-Cactus, blijspe! in twee bedrijven; de heer J.C. van Audel, Rijswijk b/d Haag, met: Tristan en Isolde, drama in vijf bedrijven; Alb. J.J. Seidel, met: De Roekeloozen, drama in vijf bedrijven; Nestor de Tière, Brussel, met: Liefdedrift, drama in vier bedrijven; G. Hogguer en T.F. Vermaere, Antwerpen, met: Ferenez Renyi, drama in vier bedrijven; F. van Boghout, Antwerpen, met: De Matroosvrouw, drama in vier bedrijven; A. Sipman, Arnhem, met: De Meester, comedie in vier bedrijven; G.P.H. Zimmerman, Leeuwarden, met: Te Huis biijven, comedie in één bedrijf; C. de Kinder, Antwerpen, met: Betzy en Bedrogen, blijspelen in één bedrijf; en J. van de Venne, Antwerpen, met: Eva's Dochters, blijspel in één bedrijf. De jury betreurt aan dat het stuk Noodlot, als zijnde een tooneelbewerking van Cupérus' bekenden roman, geene onderscheiding te kunnen verleenen. De tekst der prijsvraag was formeel: alleen oorspronkelijke stukken waren tot den wedstrijd toegelaten. De jury, Emm. Rosseels, voorzitter, A. Cornette, F. Gittens, Pol de Mont, F. van Doeselaer, leden.
Patti. De New-Yorker Musical toaner vaart ongenadig uit tegen Adelina Patti dat zij haar leven lang haar talent heeft misbruikt, uitsluitend om geld te verdienen zonder eenig wezenlijk nut aan de toonkunst te doen, zonder haar in 't minst vooruit te doen gaan.
Ollapodrida in een Jaarboekje. Op bl. 112, 1892, staat geschreven dat het Mengelwerk van den Almanak voor Nederlandsche Katholieken te belangrijk is om, door het woord Mengelwerk, dat is Pot-pourri of Ollapodrida ('t spaansche woord) te worden aangeduid; de uitdrukking is te zedig gekozen. Ongelukkig heeft de proefkijker of corrector de fout Ollipodrida onverbeterd gelaten, wat aanleiding heeft gegeven tot misverstand; verzoeke verbetering.
Het Oratorio Franciscus van Edg. Tinel, is den 18n Februari met schitterenden bijval te Aken uitgevoerd. |
|