Dietsche Warande. Jaargang 3
(1857)– [tijdschrift] Dietsche Warande– Auteursrechtvrij
[pagina 271]
| |
Mengelingen.
| |
[pagina 272]
| |
den Brusfelschen ‘Klauwaert’ - een weekblad, dat, hoewel er eene, wat men in Belgiën noemt eenigszins ‘liberale’ richting in doorschijnt, met zoo veel warmte en talent de vlaamsche zaak bepleit, dat al de Nederlanders bewijzen van belangstelling behooren te geven, door zich te abonneerenGa naar voetnoot1). Aldus dan de ‘Klauwaert’: Gy weet of gy weet het niet, dat de engelschman James Watt, geboren 1736, gestorven 1820, gehouden wordt voor den uitvinder van de kracht des damps of stooms, gebruikt om eene aenhoudende en regelmatige beweging van draeijen te bewerkstelligen. Maer een Spanjaerd had deze uitvinding reeds van in de eerste helft der 16de eeuw gedaen, dus meer dan twee honderd jaren voor James Watt. Wy verhalen het des te liever, dewyl een groot vorst, onze landgenoot, er in betrokken is. De scheepskapitein Blasco de Garay bood zich in 1543 aen Keizer Karel V aen, tot het maken van eene machine of een werktuig dat in staet zou zyn om zelfs de grootste schepen in eene volle windstilte zonder zeilen of roeispanen voort te bewegen. De Keizer stemde toe in zyn voorstel, en nog den 17en Juni van datzelfde jaer werd eene proeve met het kunststuk gemaekt. Garay weigerde zyn werk en deszelfs inrigting aen wie het ook zy te toonen; men zag alleenlijk onder de proefneming, dat het in eenen grooten ketel met kokend water, en in twee door hetzelve in beweging gebragte en aen beide de buitenzijden des schips geplaetste raders bestond. De proef werd op de Trinidad, een met granen geladen vaertuig van twee honderd ton, gemaekt. De onpartydige mannen, welke Keizer Karel en zijn zoon, prins Philips, by de proefneming afgevaerdigd hadden, en vele zeelieden, die met eene groote menigte volks dezelve bijwoonde, verklaerden zich allen met de grootste geestdrift ten voordeele der uitvinding en prezen byzonderlyk de snelheid en de verscheidene wendingen van het schip. Maer de schatmeester Ravigo, die zich de uitvinding niet kon of wilde laten welgevallen, beweerde, dat een schip door het kunsttuig bewogen, in dry uren maer twee mylen zou afleggen; ook dat de inrigting te zeer verwikkeld en te kostelyk was, en dat men dan nog het met groote gevaren verbondene bersten van den ketel te vreezen had. De andere afgeveerdigde beambten beweerden in tegendeel, dat het schip zich twee mael sneller gekeerd had dan een gewoone galei of roeischip, en dat het in | |
[pagina 273]
| |
eene uer ten minsten eene myl kon afleggen. Na deze gelukte uitvoering van zyne proef, nam Garay zyn gestel terug uit het schip; het houtwerk bragt hy in het arsenael of wapenhuis van Barcelona, de andere deelen van zyn kunstwerk bewaerde hy zorgvuldig in zyn huis. In weêrwil van Ravigos afkeuring, begreep Keizer Karel de gewigtigheid der nieuwe uitvinding, en hy hadde ze ook begunstigd en te zyner voordeelen benuttigd, indien zyne opmerkzaemheid door gewigtige politieke gebeurtenissen van dit onderwerp niet afgetrokken geweest ware; ondertusschen bevorderde hy Garay in den dienst, liet hem al de kosten der proefneming vergoeden en schonk hem daerenboven eene belooning van 200,000 maravedis. Later werd van de uitvinding niet meer gewaegd, en de onverschilligheid en kleingeestigheid der spaensche regering beroofde aldus de wereld gedurende twee eeuwen, van de wonderkracht des stooms. Wy bevelen dit geval aen den bezorger der eerste nieuwe uitgave van de ‘Heerlyke en vrolyke daden van Keizer Karel den Vyfde’. ‘Klauwaert’, 7 Juni.
HET FRANSCH - de opgedrongen moedertael der burgers van het Koninkrijk Belgiën. - Donderdag kondigde een belleman op alle hoeken der stralen in de voorstad Elsene [Brussel] het volgende berigt af: ‘L'administraxtion de le commine d'Ixelles sinformons les habitants qué les billets des logements ils dirent plisiers jours.’ En als hadde de man begrepen dat hy zoo op zyn fransch slecht verstaen werd, voegde hy er, als uitlegging, by: ‘Ca fé dire qué les bourgeois doivens donner le manger à les soldats.’
‘Klauwaert’, 7 Juni.
LUXEMBURGSCHE DANKBAARHEID. - Het getal der genen, voor wie Luxemburg zich tot de vurigste dankbaarheid voelde opgewekt, uit hoofde der uitstekende diensten door hen bewezen aan de zaak der beschaving enz. enz., waarop Luxemburg den hoogsten prijs stelt, - is in de laatste tijd weêr aanmerklijk uitgebreid. Onder de met het Luxemburgsche Kruis vereerden behoort ook, o.a., de Heer F. Roelants van Brussel, de beroemde schrijver van het meesterlijk tooneelftuk ‘Willem de Zwijger’. Trouwens de ethnografische verwantschap van Luxemburg en Dillenburg en het vriendelijk zwijgen der Luxemburgers bij den jongsten coup d'état, zoû hen met tedere | |
[pagina 274]
| |
genegenheid voor den dillenburgschen Zwijger en alle zijne losprijzers moeten vervullen, ook al miste zijn drama-zanger de schitterende verdiensten, die den Heer Roelants het eikenloof hebben verworven. K.
VONDELS GEBOORTEHUIS. - Volgends de dagbladen is men te Keulen Vondels geboortehuis op 't spoor - in de Weezenstraat namelijk (Platea orphanorum) op het voorm. vrijgebied van St Gereon. Men wil, als het huis ontdekt zal zijn, er een gedenksteen in plaatsen.
St GEERTRUIDS PUTJEN, te Bergen-op-Zoom, staat heropgedolven te worden. De vrome en beminnelijke dochter Pepijns van Landen stichtte op haar goed eene kapel, waarbij die bron outsprong. Later verrees daar de nu door de Ooster-schelde overstroomde heerlijkheid Borchvliet. Stads archivaris A. Pilaar te Bergen-op-Zoom en een ander burger houden zich met opsporingen en navorschingen daaromtrent bezig.
BOKJENS. - De ‘Konst- en Letterbode’ (no 28) geeft eene welgeschreven beoordeeling van Schotels nieuwste boek, maar berispt den bekwamen letterkundige wegends de spelling Don Quyote. Tot zijn dienst. Maar welke spelling proklameert nu onze ‘Bode’? - ‘Don Quyote zal denkelijk Don Quyxote moeten zijn’, zegt hij met een voornaam glimlachjen, en kijkt eens om zich rond, wat de burger luî wel van die x in dat woord zullen zeggen? 't Is jammer, en schaadt ten hoogste aan het aesthetiesch effekt, - dat de ‘Bode’ zich hier schromelijk vergist. Onze eerzame ‘Bode’ is toch de man niet om op zijne tochten al te dikwijls te pleisteren en zoo doende wat opgewonden te raken en dubbel ziend! Wij geven hem de keus tusschen Don Quijote en Don Quixote: maar s'il vous plait, nooit weêr te reppen van Don Quyxote, en vooral aan het schaap van Dr Schotel geen vijf pooten gewenscht, als men zelf slechts een bokjen schieten kan! P.F. |
|