Deus Ex Machina. Jaargang 7
(1983)– [tijdschrift] Deus Ex Machina– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 91]
| |
[Uit de Congo]Lieve Lezer(es),
Sedert de pioniersjaren van Deus ex Machina heeft uw magazine een rubriek bevat, getiteld ‘Het Innerlijk Behang’, waarin blijkens het ‘Woord vooraf’ in het (voor archeologen erg interessante) zesde nummer, kritisch, onbevangen en in mineur-toon kommentaar werd geleverd bij de artistieke aktualiteit.
Door de jaren heen is bij de redaktie van dit blad het inzicht gegroeid dat de zgn. artistieke wereld in feite slechts een bevreemding opwekkende volksstam is, bestaande uit excentrieke en schilderachtige figuren die zich dagelijks met opvallend pluimage tooien en hierbij schrille kreten uitstoten, en die tot deze eerder ongevaarlijke gebruiken worden toegelaten door de welhaast kolonialistisch ingestelde bwana's van het ekonomisch-politieke bestel.
Zoals iedereen om zich heen kan zien, heeft de Macht de neiging om alles wat zij aanraakt te korrumperen. Zij verloedert taal en denken door een haast metafysisch aandoend ekonomisch en politiek jargon en manipuleert de bestierde burgerij door de grillen van een onoverzichtelijke administratie. Ook heeft zij haar vingeren uitgestrekt in de richting van de artistieke ‘Congo’ en heeft zij het land gekocht met de kralen van haar subsidies, en de bevolking besmet met haar verziekte taal, haar zeden en gebruiken.
Tegen de kolonisatoren en tegen het opportunisme dat sommige ‘Congolezen’ ertoe brengt de zeden van de overheid na te bootsen, wenst onderhavige rubriek te reageren met milde ironie, zurig sarkasme of zwart cynisme, afhankelijk van de ingesteldheid van de scribent.
Vooral ook wil deze rubriek U vermaken met luchtige verhalen over de palavers de stammenoorlogen en de volksgebruiken van deze landstreek en over de ontdekkingen, gedaan door moedige ontdekkingsreizigers in de broesse en in het oerwoud.
Vermaak ondanks en wegens allerlei, zonder angst en zonder meer.
Kris Geerts |
|