Deus Ex Machina. Jaargang 6(1982)– [tijdschrift] Deus Ex Machina– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] Lassi nummi uit: ‘Heti, molkein heti’ uitg. OTAVA -Helsinki, 1980 vertaald door Heimo Pihlajamaa IJshelling 1 Ik: een hobbelige helling. Water stroomt de helling af: jij. IJskorst van mijn eenzaamheid vlies van je levende huid. 2 O hoe veel treurige verlangens! Mijn treurigste: dat jij altijd bij mij bent, altijd eerweg achter je glimlach. [pagina 52] [p. 52] 3 Nee, ik kan niet verlangen. De sneeuw zou ervan smelten, van mijn verlangen. Ik geef me liever over De sneeuwlakens op mijn huid. geven me vrede. Verstijving. 4 Verfrissend onverschillig voor mijn liefdesliederen. Verlang jij eigenlijk nog wel eens? Dan zal ik ver weg zijn. Dat is mijn wrede dreigement. 5 Je zou een keer van de overkant van de kamerzee, dwars over de vlakte van het bed, door de woestijn van vele jaren je geliefde tegemoet kunnen komen. [pagina 53] [p. 53] Iets op het hart Het reliëf van de dennen in verwelkt koper, groen het grijs van de hemel daarachter, iets op het hart - nog één woord, en een gedicht sterft of wordt geboren Plotseling is het bos hoog Plotseling is het bos hoog en heel stil. Mijn hart klopt, mijn harteklop is het enige, zelfs geen berk, geen espen zelfs, en de stilte van het sparrenbos is zo zwart dat als ik op een open plek kom, de eindeloze grijsheid van de wolken licht is. Niets dan licht. De stilte achtergebleven De stilte is in de bomen achtergebleven. Al is de wind reeds teruggekeerd, al bewegen de bladeren alweer en buigen de takken, volmaakt kalm zijn de bomen zelf. Buiten bereik van de wind. [pagina 54] [p. 54] Het midwinterverdriet Het midwinterverdriet was een en al duisternis. De lente heeft twee smarten: de aarzelend schemerende avond, ontwaken in de lichter wordende morgen. Ik weet niet welke dieper is. Hoewel in de ontwakende ochtendschemering, jouw trekken slapend naast mij, zo ver weg, zichtbaar worden, mooi, alsof reeds een herinnering die ik van jou heb of jij van ons, van mij als licht en schaduw het eens geworden zijn. Een gedrang op je gezicht Een gedrang op je gezicht, mijn vriend. Alsof alle doorleefde jaren er tegelijk op willen. Vorige Volgende