lijk,
zelfs niet met een schrijfmachine, kunnen worden gezegd. En dan kan ik niet anders dan uit de bundel De Klemmen van oud zeer, het gedicht op blz. 19 overschrijven: IK STA ALS GRIJS.
met klein verlies te delen.
in schijn berooid en rijk
Natuurlijk doe ik de bundel onrecht door het bergen van dit gedicht, want het vraagt een bladspiegel en ertegenover staat dan zo een tronk in zwart en wit getekend, met prikkeldraad en al. Doch 't is maar om te zeggen hoe voorzichtig men moet zijn en hoe nutteloos het tenslotte is progressief tegenover oubollig te stellen. Zo hoorde ik MICHEL VAN DER PLAS op de radio aan het oeuvre van GODFRIED BOMANS tillen, alsook JEROEN BROUWERS. En HARRY MULISH, die tilde er niet aan, hij veegde het van tafel. Hoedanook, goede schrijvers, eerlijke Dichters moest men in hun doen laten en ze vooral lezen en dit zeg ik hier zowel voor Handtpoorter als voor Bomans, al hebben zij alleen hun schrijven-zonder-de-hulp-van-een-robot gemeen.
De maan verduisterde. Driekoningen passeerden. Bij het halen van een dagelijks brood liepen wij even bij MOEVAKIS binnen. Zij heet Hilda en is kunstminnend. Moevakis is haar schuilnaam die zij gebruikt om zo nu en dan wat verzen te schrijven. Over Bloemen en Lente, Zomers en Biekens. Haar lijfspreuk: Het Leven is een feest, maar je moet het er zelf van maken. Zij kwam al op de radio. Wie niet? Haar vent, de villabouwer en Volvo-rijder, heet JAN VERCRUYSSE, kunstschilder. Zijn reis-impressies van de Provence reproduceert hij op schildersdoek en die worden dan vakkundig ingelijst. Jan Vercruysse schildert verbluffend goed met zo weinig talent. Het heeft gesneeuwd. Dit is een Open-deur-dag. Wij kijken door de ramen, mijn Indiaanse en ik, liever dan naar al dat kloteloos fraais. Want buiten is de wereld wit, de nieuwe ‘kleur’ van Hoop, Dialoog, Levende Vrede, Geladen Stilte, kortom alles wat wij dezer dagen ontberen.
WIP