De Denker. Deel 10 (1772)(1773)– [tijdschrift] Denker, De– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave De Denker. No. 471. Den 6 January 1772. [De beste Keur, voorgesteld in een Dichtstukje.] De Denker. No. 472. Den 13 January 1772. [De Vrouwen, beter tot de Huishouding dan tot de Studiën geschikt.] De Denker. No. 473. Den 20 January 1772. [De Gewoonte der Vrouwen van zich met de Vacatuuren van Predikanten te bemoeien gegispt.] De Denker. No. 474. Den 27 January 1772. [De Karakters van menschen te beschouwen om 'er uit te leeren. Een Vrouw door den naam van Juffrouw beledigd.] De Denker. No. 475. Den 3 February 1772. [Overdenking by het oprichten van her Grafteken voor J. van den Vondel in de nieuwe Kerk te Amsterdam, den 1. Febr. 1772.] De Denker. No. 476. Den 10 February 1772. [De nuttigheid des Winters.] De Denker. No. 477. Den 17 February 1772. [Beklag over de weinige verbeteringen, die na den gevierden Bededag gezien worden.] De Denker. No. 478. Den 24 February 1772. [Eigen geluk gebiedt de Dankbaarheid.] De Denker. No. 479. Den 2 Maart 1772. [De Schadelykheid der Weelde voor Burgeren en Staatendommen beweezen in eene vertaalde redenvoering van den Hoogleeraar Tydeman.] De Denker. No. 480. Den 9 Maart 1772. [De Schadelykheid der Weelde voor Burgeren en Staatendommen beweezen in eene vertaalde redenvoering van den Hoogleeraar Tydeman.] De Denker. No. 481. Den 16 Maart 1772. [De Schadelykheid der Weelde voor Burgeren en Staatendommen beweezen in eene vertaalde redenvoering van den Hoogleeraar Tydeman.] De Denker. No. 482. Den 23 Maart 1772. [De Bouworde des Dorps Molquerums verdeedigd, en de nieuwsgierigheid in kleine plaatzen aangetoond.] De Denker. No. 483. Den 30 Maart 1772. [Medogen met de Kranken aanbevoolen.] De Denker. No. 484. Den 6 April 1772. [Herdenking van de gelegden grondslag voor Nederlands Vryheid op den 1. Apr. 1572.] De Denker. No. 485. Den 13 April 1772. [Een Zooon vraagt zynen Ouderen raad, tot welke Studie hy zich op de Academie schikken zal.] De Denker. No. 486. Den 20 April 1772. [Antwoord der Moeder daarop.] De Denker. No. 487. Den 27 April 1772. [De beste beroepen doen aan de waereld verwyten van haare elende en onvolmaaktheid.] De Denker. No. 488. Den 4 Mey 1772. [De Schadelykheid der Keurslyven. Ongenoegen eener oude Dame, die van het zwangergaan haares Nigts onbewust was.] De Denker. No. 489. Den 11 Mey 1772. ['t Gedenkteken op 't Graf van Vondel tegen berispingen verdeedigd.] De Denker. No. 490. Den 18 Mey 1772. [De verpligting tot een regtvaardig Testament maaken. De loflyken daad van den Eerw. Heer van der Vorm in 't weigeren eener Erfenis geroemd.] De Denker. No. 491. Den 25 Mey 1772. [Zagte beschouwingen over den afgebranden Amsterdamschen Schouwburg.] De Denker. No. 492. Den 1 Juny 1772. [Eenige Voorschriften van regtvaardige Testamenten.] De Denker. No. 493. Den 8 Juny 1772. [De verscheidenheid van Taalen voorheen, en noch een vloek. Nadeel voor de Geleerdheid, dat elk in zyne Moedertaal schryft.] De Denker. No. 494. Den 15 Juny 1772. [Zelfmoord is een uitwerksel van krankzinnigheid.] De Denker. No. 495. Den 22 Juny 1772. [Welke Schilderyën men in byzondere vertrekken moet hangen.] De Denker. No. 496. Den 29 Juny 1772. [Ondankbaarheid word uit eene verkeerde eigenliefde gebooren.] De Denker. No. 497. Den 6 July 1772. [Ieder mensch waant Talenten te bezitten, waardoor hy boven anderen uitblinkt.] De Denker. No. 498. Den 13 July 1772. [Verkeerdheid, dat men de Kinders de regterhand alleen leert gebruiken. Of een Moeder haar eigen Kind moet zuigen? Of men niet den Doop maar Familie naam alleen zal schryven? Een brief van een dollen Vrygeest.] De Denker. No. 499. Den 20 July 1772. [Twee Brieven. Een van een trotsch Moedertje over haaren verdorven Zoon, die de huik naar den wind hangt. Een van Ouderen, die zich met de Studiën huns Zoons geruineerd hadden, en nu verlaaten worden.] De Denker. No. 500. Den 27 July 1772. [Omroepers in Steden schreuwen meest onverstaanbaar Aartige brief van H. Heux-Onbetamelykheid van anderen met brieven te belasten zonder die te frankeren.] De Denker. No. 501. Den 3 Augustus 1772. [Godvrugtige Bespiegelingen over de Wolken.] De Denker. No. 502. Den 10 Augustus 1772. [Dwaasheid van Huwelyks gedichten op te vullen met Heidensche naamen, of sotte vleyeryen. Een ander Plan opgegeeven.] De Denker. No. 503. Den 17 Augustus 1772. [Hedendaagsche Twisten onbillyk en zonder vrugten.] De Denker. No. 504. Den 24 Augustus 1772. [Vraag, waarom de Psalmen van Cramer niet vertaald zyn, die zyne Hoogduitschers geleerd heeft dezelve niet als Jooden, maar als Kristenen te zingen.] De Denker. No. 505. Den 31 Augustus 1772. [Beschouwingen en Wenschen by de Geboorte van eenen Erfprins van Oranje.] De Denker. No. 506. Den 7 September 1772. [Raad aan een Jongman, wien men een Meisje niet wil ten vrouwe geeven, voor dat hy eene Kostwinning heeft.] De Denker. No. 507. Den 14 September 1772. [Satyre op eenige uitgekomen Prulschriften.] De Denker. No. 508. Den 21 September 1772. [De Razerny tot schryven en drukken in deeze dagen.] De Denker. No. 509. Den 28 September 1772. [Waarom 'er zo veele Boeken vertaald worden, en zo weinige eigen Werken in ons Land in 't licht komen.] De Denker. No. 510. Den 5 October 1772. [De Mode van de Bruidsklederen niet af te draagen in het vervolg gegispt. Het gebruik van Zilver aan Tafel gebillykt Het verschynen met nieuwe Klederen in de Kerk afgekeurd.] De Denker. No. 511. Den 12 October 1772. [Klagten van eenen Losbol over zynen braaven Gouverneur.] De Denker. No. 512. Den 19 October 1772. [De Hollandsche Zindelykheid verdeedigd.] De Denker. No. 513. Den 26 October 1772. [Nadeelen der Zindelykheid.] De Denker. No. 514. Den 2 November 1772. [Vreemde manier van iemand vermaak aan te doen door het laaten zien van Spin- Rasp- of Dolhuizen.] De Denker. No. 515. Den 9 November. 1772. [Een Heer wil zyne Dochters aan niemand dan aan Advocaaten geeven, op dat ze Mevrouwen zouden heeten. Dwaaze Hoogmoed!] De Denker. No. 516. Den 16 November 1772. [De Morsigheid buiten aan onze Kerken zeer afgekeurd, als mede het prediken in Schuuren en Schoolen.] De Denker. No. 517. Den 23 November 1772. [Deugd en Ondeugd worden beide hier beloond.] De Denker. No. 518. Den 30 November 1772. [De regtvaardigheid Gods in het beloonen der Deugd en straffen der Ondeugd uit byzondere Voorbeelden der H. Schrift aangetoond.] De Denker. No. 519. Den 7 December 1772. [De oorsprong der Modes, en de dwaasheid van ze slaafsch na te volgen.] De Denker. No. 520. Den 14 December 1772. [Laage afkomst, doch zeldzaame opklimming van Joan van Amstel, van Scheepsjongen tot Zee-Capitein, nevens zyne Heldendaaden en Grafschrift, door Vondel gemaakt.] De Denker. No. 521. Den 21 December 1772. [Godvrugtige Overdenkingen voor het Kersfeest.] De Denker. No. 522. Den 28 December 1772. [Verzameling van Lessen, getrokken uit alle Vertoogen van dit Tiende Deel.]