Cupido's mengel-sangen, inhoudende de nieuwste, en aengenaemste minne-klagten, geneugelijke vryagien, bruylofts, drink en afscheyts-liederen
(1707)–Anoniem Cupido's mengel-sangen– AuteursrechtvrijVoys, Als 't begint.GY bedriegt mijn ô schoon Godin,
Dat gy door u valsche Min,
Hebt in u sin,
'k Had noyt gedagt,
Dat al mijn klagt,
By u ô wreede so sou sijn veragt,
Daer ik wel by nagt,
Soo meenighmael,
Met droef geween,
Voor-by u Engels Deur,
En gong suchten heen,
Maer nu ik sie troulooskeyt,
Door mijn bereyt,
Soo gae ik heen,
In plaets van al het sot en mal geween,
Met vrolijkheydt na Bacchus treen,
En hem op-offere,
Wat ik voor u wreedtheydt heb geleen,
Ik weet hy sal,
Met wreedheyt al,
| |
[pagina 50]
| |
Tot mijn eens seggen,
Waerom dat ik ben geweest zo mal,
Maer ik eylaes! ik ben verschuld,
En ik sal spreecken met gedult,
'k Had noyt gedagt,
Dat al mijn klagt,
By Bacchus zo veel vreugd by bragt,
Maer ik sal na Bacchus gaen,
En gaen halen van sijn getraen,
Kom wreede ik ben verligt,
Door Bacchus nat,
Dat men mijn doet smaken,
Hoe dat ik de min moet haten,
Agten voor een Sot,
Want ik hem maer bespot.
|
|