Cupido's mengel-sangen, inhoudende de nieuwste, en aengenaemste minne-klagten, geneugelijke vryagien, bruylofts, drink en afscheyts-liederen
(1707)–Anoniem Cupido's mengel-sangen– AuteursrechtvrijStem: O Voerman van de Hel.SAl dan mijn droeve klagt u noyt tot min verworven?
Sal dan mijn hart vol pijn dus stadig zijn gequelt?
So moet mijn bange Ziel eylaes van droefheyt sterven,
Het geen onlijdbaer is dat nu mijn ziel ontstelt.
Ach! Filis laet geen Liefd', want selfs de wilde Dieren,
Als Tygers, Leeuw of Beer die houwent met de Min,
Die ongetoomd in Woud al bruilende gaen tieren,
Sal dan u tere hert verwerpen Nimph u sin.
Den lieven Egte Trouw die sal mijn Ziel verquicken,
En soete weder-min, maer 't schijnt gy mijn beproeft,
Dat doet mijn Filis zoet, 't is lang genoeg te sticken,
Ey! dan mijn FIlis soet, 't is lang genoeg vertoeft.
Met u verborgen Min, wilt mijn liefde betonen,
Siel-quikster laet mijn hart dat nu in liefde brand,
Mijn hoop, mijn lust, mijn vreugd, gedoogt mijn hert te hone,
| |
[pagina 15]
| |
Dees Trouw bied ik u aen tot u mijn waerde Pand.
O! smert verhoort mijn klagt hoe kan mijn Lief dat weygeren,
Een Minnaer die u mint, ô soete Beeldt ten oogh,
Mijn droevig naer geklagh, op dat mijn galm mag steygeren
Dan u so opwaerts, na des Hemels Goon om hoogh.
Maer ach! mijn schoonste Nimf, schijnt my nu te verlaten,
Mijn hert verbaest van spijt, mijn spraek van schrik ontroerd,
Haer g'sigt beklemt mijn hert, wat kan mijn klagt nu baten,
Terwijl mijn tweede-ziel, door in-keer is vervoert.
|
|