Cupidoos Maegde-Kruyt(1685)–Anoniem Cupidoos Maegde-Kruyt– AuteursrechtvrijRokende uyt een Virgijnis-Pijpje de znaeck-en smakelijckste geuren, en vermakelijkste Rijm-Gezangen Vorige Volgende [pagina 92] [p. 92] 't Minne-Struyckje, Troost voor Buyckje. Toon: Appel-kolequint. ONse Willem 't aerdig Quantje, Doet steedts 't geen dat ick begeer Ach 't is so een Ieugdig Mantje, Want ick veel geniet sijn Speer: Maer dat het mijn moeder wiste, Ick en sagh voor al geen raet, Want ick my te seer vergiste, Doch het is nu al te laet. Hy quam my onlangs eens vryen, En hy toonde my zijn Schacht, Get hy kon so lustigh strijen, Dat ick lagh schier in onmacht Ick genoot de saete lusjes, En ick heb hem wel ontfaen. [pagina 93] [p. 93] Iae hy gaf my duysent kusjes Doch het best quam achter aen. Op een Sonnendagh verleden, Deed' hy aen my sijn Behoef, Och het ging door al mijn leden, Ha mijn dunckt ick het nog proef; Ick begon al heel te blosen, Vermits hy mijn schonck een Tack, Met twee schoone Appel-koojen, Soo dat aen hen niet ontbrack. O gy schoone struyck van u aerde, Die ick alles toe vertrou, Ick en vinde niet op aerde, Daer ick meer, als van u hou; Gy doet steets mijn Geest verblyen, Dies ick u ontfangh als vriendt: Gy set al mijn druck ter zyen, Schoon gy my toebreng een Kindt. EYNDE. Vorige Volgende