Cupidoos Maegde-Kruyt(1685)–Anoniem Cupidoos Maegde-Kruyt– AuteursrechtvrijRokende uyt een Virgijnis-Pijpje de znaeck-en smakelijckste geuren, en vermakelijkste Rijm-Gezangen Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] Neerlands Monster-Dier. TOen 't drake-schetz gedrogt uyt duyvelse waranden, Quam moedig aengehitstz, fel knerssent op de tanden, Van sijn vergruisbre muil; toen scheen de Leeuw getamt En wist oock nergent van, of schoon den Hel-hondt vlamt, En vuyr vonckt als een Slang uyt Basiliscus oogen, De sad van giftig grom dik zwellend scheen gezogen Aen Stijkze droesem moer daer Léth de Helze Bron Met Orkus was doorstrengt, vermengt met Phlegeton. [pagina 60] [p. 60] Toen zeg ik sliep den Leeuw, die niet eêr kon ontwaken, Voor dat het grouzaam Spook onsparde sijne kaken: Om zo 't Vernedert Land sijn keest, de kern en pit t' Ontginnen door een hauw van 't vreszelijk gebit. 't Geen eertijds Eendragt droeg, had Twesplat nu bezwangert, O magt! hoe kragteloos werd u de ziel getangert? Men scheurt u Leden af en sleurtze (krank van dorst) Door het onnozel bloed, bezwaddert en bemorst: Ik gril en tril 'er van ! zieg neêr betraande oogen, Den Hemel zal of kan dit langer niet gdogen: [pagina 61] [p. 61] Het bloet schreuwt al om wraeck, en dringt door 't Sterre-dack, WEL-HEM, die 't Land herstelt en red van ongemack. Vorige Volgende