In het hoofdstuk ‘Geestelijke wedergeboorte’ en in het daarop volgend ‘de Worsteling om heiligheid’ is, bij de bedoeling van de schrijfster, het zwaartepunt van dit boek te zoeken: de rijke, uitvoerige verklaring van het schijnbaar tegenstrijdige in Tolstoi. Liever: ‘voor de verwonderlijke intensiteit van zijn vermogen tot vernieuwing en verjonging, waarvoor Stefan Zweig een gelukkigen term heeft gevonden, wanneer hij schrijft, dat Tolstoi in den loop van zijn lang leven telkens opnieuw manbaar werd’. De religieuszedelijke krisis, die Tolstoi in de jaren 1878-'81 doormaakte, was geen gevolg van geestelijke vermoeidheid, geen symptoom van de verzwakking van zijn levensdrang, zij heeft geen breuk gemaakt in zijn leven.
Problemen zijn er in dit leven - meer dan één. Het probleem zijner verhouding tot zijn vrouw, dat aanleiding heeft gegeven tot verscheidene boeken en beschouwingen, wordt natuurlijk ook door Mevrouw Holst behandeld, naar het ons voorkomt: met helder psychologisch inzicht. - Het probleem: is er volledige overeenstemming tusschen liefde en waarheid te bereiken? ‘Ook deze onvermoeide worstelaar heeft het punt niet geheel bereikt, waar beide in één schittergloed samenkomen. Dit punt te bereiken, is den mensch niet gegeven’.
Ten slotte geeft de schrijfster een hoofdstuk over ‘De beteekenis van Tolstoi's apostelschap voor onzen tijd’. Zijn religie en zijn filosofie dragen een fragmentarisch karakter. 'Zijn rationalistisch utilitarisme achtte het de eenige taak der religie, den mensch te leeren, hoe deze op aarde het ware geluk deelachtig kan worden, - goed leven en vredig sterven, door zijn heil te vinden in het dienen van anderen. ‘Hier komen zijn geloofsijver, die uit diepgewortelde behoefte ontsprong, optimistisch te denken over de toekomst der menschen, in botsing met zijn psychologisch inzicht’.
Verzetten Marx en Tolstoi zich beiden principiëel tegen de maatschappelijke orde van het kapitalisme, beiden gaan anders te werk - wat Mevrouw Holst uitvoerig uiteenzet. En zij meent dat terwijl de schema's van Marx over de arbeidersklasse, de bourgeoisie, den klassenstrijd heden ten dage reeds min of meer verouderd zijn, d.w.z. niet meer passen op de huidige maatschappij, Tolstoi's kritiek op het privaatbezit en de, op de basis van dat bezit zich verheffende, moderne beschaving, ook heden nog volkomen aktueel zijn en dit zullen blijven, zoolang de maatschappelijke tegenstellingen bestaan. ‘Marx liet zich te veel imponeeren door dat wat is. Tolstoi hield zoo goed als uitsluitend rekening met dat wat behoort te zijn.’ Lijkt Tolstoi's invloed op het maatschappelijk gebeuren van onze dagen gering? De schrijfster vindt dit een