Maurice Dekobra
Maar wat moet ik hooren, beste vriendin, lees je Dekobra? En lees je Dekobra in het openbaar, zóó maar, in de veranda van je vacantiehotel, in de trein, ten aanschouwe van een ieder die over je schouder gelieft te kijken? Dat moest je toch niet doen, mijn waarde! Er zijn toch dingen die men alleen in de eenzaamheid - of beter nog die men heelemaal niet doet, als men zichzelf respecteert!
Je antwoordt me dat Dekobra immers beroemd is? Anderhalf millioen exemplaren van zijn boeken verkocht, tot nu toe, alleen in Europa, zeg je? ‘Le romancier européen’? Vertaald in dertien talen?
Het is waar, dat kondigen zijn uitgevers overal aan. En verspreiden reproducties van een foto, waarop hij in zijn werkkamer te zien is, omgeven door portretten van zijn bewonderaarsters. Maar, mijn beste, als een bepaald model van japon door anderhalf millioen dames gedragen wordt - draag jij 't dan? Vind je 't dan niet bijna altijd of te banaal, of te opzichtig, te fraai? Die vragen stellen is ze beantwoorden. Je interieur is er te persoonlijk van cachet voor, je eigen voorkomen te onnavolgbaar van verzorgde en genuanceerde eenvoud.
Ik zal je eens wat zeggen. De taal waarin Dekobra zijn boeken schrijft is óók banaal, opzichtig en quasi-mooi, quasi-geestig. En - neem mij niet kwalijk - jij kunt dat niet weten, niet zelfstandig opmerken althans. Als niet-Fransche zou je daarvoor eerst jaren in Frankrijk hebben moeten wonen, en dat heb je niet gedaan, je bent tot ons aller genoegen bij ons gebleven. Maar iedere Française van beschaving voelt het dadelijk. Laat mij je nu voorbeelden noemen van hetgeen zij, en elk eenigszins ter zake kundige, gevoelt bij Dekobra's proza.
‘Ausculter le récepteur,’ dus: ‘het toestel ausculteeren’, voor ‘luisteren aan de telefoon’ - ‘décupler le voltage de ses voluptés’, d.i. ‘het aantal volts van zijn wellust vertienvoudigen’, voor ‘meer plezier hebben’ - ‘offrir le stradivarius de votre sensibilité à l'archet de vos courtisans’, d.i. ‘de stradivarius van uw gevoeligheid aan de strijkstok van uw aanbidders bieden’, voor ‘u laten liefkoozen’ - zijn uitdrukkingen van een belachelijke gezochtheid, die geen gevoel vertolken, niets doen zien tenzij onwaarheid, enkel ten doel hebben een even ziellooze als onmachtige