Contour. Jaargang 1(1964-1965)– [tijdschrift] Contour– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] [Bert Jansma] Judas Ik ben de dichter Judas. Om mij heen liggen de laatste dingen. In het gras de splinters van de tijden, en de steen der wijzen in een poel van bloed en as. Nu ik het allerlaatste ken, is hier in steen mijn leven, boek waarin ik las. Daar valt het open bij het wit papier waar staat waarom ik ben zoals ik was: Ik heb hem aan zijn vijanden verkocht, omdat ik haatte, die hij was en die ik niet kon zijn. En toch is het niet waar dat ik niet liefhad. Maar hij gaf poëzie en brood voor wie naar de volmaaktheid zocht. De boom waarin ik hang: een zoutpilaar. Bert Jansma [pagina 42] [p. 42] Er is geen grens meer tussen echt en onecht Er is geen grens meer tussen echt en onecht, jij en ik. Al trek ik alles zorgzaam recht langs de vertrokken lijn van dit gedicht, mijn eigen woorden zijn een vreemd bericht en van de waarheid komt geen woord terecht. Ik schrijf het op, ik spreek het uit. Ik vecht om vrij te komen. Waar is mijn gezicht? woorden geschreven en geen woord gezegd. De wanhoop laat zich niet meer raden maar moet zich openlijk ontladen, niet meer in woorden maar in elk gebaar. Al wat ik schreef te leven is voorbij, buiten mijn woord is er geen woord van waar. Tot nu toe heb ik niet bestaan. En jij - Bert Jansma Vorige Volgende