De C.L. psalmen des conincklijcken propheten Davids
(1625)–Anoniem De C.L. psalmen des conincklijcken propheten Davids– AuteursrechtvrijOp de Voys: Als hier nae volghet.DOe Israel wt Egypten tooch,
En Jacobs Huys tsaem daer henen vlooch
Van tvreemd' Volck, door Godt crachtich
Doe werde Juda syn Heylichdom
End Israels Heerschappy All om,
Vol Eeren Vroom en Machtich.
De Zee vloot als sy dit sach aen,
Te Rugg' hem keerden die Jordaen
| |
[Folio Cxxxv.v]
| |
Die Berghen spronghen stout en koen,
Seer hooch gelijck de Rammen doen,
Die Heuvelen als Lammer teer,
Haer in dien Loop verblijden seer,
Alleluia, Alleluia.
2. Wat was u Zeede dat ghy so vloot,
En ghy Jordaen soo te rugghe schoot,
Ghy siend' Israel comen?
Ghy Bergen dat ghy als Weeren sprongt
Ghy Heuvelen oock als Lammer Jonck,
Sulcx hebbende vernomen?
Die Aerde beeffden voor den HEER,
Voor Jacobs Godt gheweldich seer,
Die wel ras can verand'ren mee,
Den Rotzsteen in een Water Zee,
End' oock de steenen groot en cleyn,
In schoone claer Fonteynen reyn,
Alleluia, Alleluia.
|
|