Het burger meisje(ca. 1840)–Anoniem Burger meisje, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] Het burger meisje. Op een Luchtige Wys. 1. Ider een wordt nu galant; Poh! wat kan my dat scheelen? Ik blyf by myn Burger trant; Poh! wat kan my dat scheelen? Ider zyn meug, en ik houd my by 't myne Mis ik het groote dan heb ik het klyne, Poh! wat kan my dat Scheelen? 2. Kaatje gaat nu hoog gekapt; Poh! wat kan my dat scheelen? Of zy trots voorby my trapt, Poh! wat kan my dat scheelen? Burger- kornetje blyft my behaagen. Wilje dormeuses of Pluimen draagen? Poh! wat kan my dat scheelen. 3. Leentje spelt haar halsdoek niet; Poh! wat kan my dat scheelen? Wil zy dat men alles ziet; Poh! wat kan my dat scheelen? Neen, ik laat ieder dat niet bekyken. Wilje dat duiden, en zou u dat lyken? Poh! wat kan my dat scheelen? 4. Lysje heeft haar weeklyks bal; Poh! wat kan my dat scheelen? 't Huislyk meisje noemt zy mal; Poh! wat kan my dat scheelen? 'k vind in myn huis my liefste vermaak, Wilje 't niet pryzen; dan kun je 't laaken Poh! wat kan my dat scheelen? 5. Saartje heeft ook haar Concert; Poh! wat kan my dat scheelen. 't Heertje wagt haar daar met smert, Poh! wat kan my dat scheelen? 'k Zing met myn vrinde verstánbre liedjes Saartje verheugt zig met klinkende niet jes Poh! wat kan my dat scheelen. 6. Lotje wagt nog op een Heer; Poh! wat kan my dat scheelen? 't Heeft wat geld, en 't wil nog meer Poh! wat kan my dat scheelen? Liever, dan zo te verbloeyen als Lotje Trouw ik en blyf by my Burger potje, Ha! dat zou my wat scheelen! Vorige Volgende