Een bundeltje uitgekipte geestelyke gezangen(1718)–Anoniem Bundeltjen uitgekipte geestelyke gezangen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Israëls heelmeester. Stemme: ô Nagt, jaloerze nagt, &c. Of; Esprits qui souspirez. Of; Les frimats ont cessé la Printemps, &c. 1. HEelmeester Israëls, wiens Balzem ziele-wonden Geneest; ja 't leven zelf aan doden weder schenkt: Gy zyt tot heling van 't gebroken hert gezonden: 'k Bid dat Gy ook aan my elendige gedenkt! 2. Hier lig ik neergestrekt als in Bethesdas zalen Ag koom, bezoek myzelf! ik kan niet tot u gaan, Tot myn genezing helpt geen Engels nederdalen: Op meerder prys en moeit komt myn herstel te staan. 3. Gy ondergingt eens zelfs veel wonden, striemen, slagen Gy storte water uit, en dierbaar herte-bloet: Dus droegtg' als Borge voor uw volk hun pyn en plagen. Tot hun bevryding; mits gy dus hun schulden boet. 4. Gy ledigde voor ons den bitt'ren droessem-Beker: En uwe krankheit bragt voor ons gezontheit aan. Spreek slegts een woort; dat is ook myn genezing zeker. 'k En wil, 'k en mag, 'k en kan tot niemant anders gaan. [pagina 193] [p. 193] 5. Ik weet al drong de plaag door 't innigst merg en schonken; Al was de breuk zo wyd gelyk een volle zee; Al was het kwaad tot in de ziel zelf neer gezonken: Waar gy de hand aan slaat, dat red gy van zyn wee. 6. Ag 'k ben van top tot teen niet als maar eene teister: En hooft, en hert, en al is even zeer gebuilt. 'k En vind in 't wereld-rond verband, nog zalv', nog pleister; Zo dat het kanker-vuur meer voort-eet en vervuilt. 7. Hoe is myn gants gestel geschonden en verplettert! De ziel en is niet meer als heel het lighaam vry: Bebloed en kragteloos, vol smerten en verteert. Zo g'ymand nodig zyt, Gy bent het ook aan my. 8. Ik geef my over in u hand, tot u begeren: Snyd, brand, daar 't nodig is; vliem 't diepe zeer vry op; Doorpeil; ruk af de roov', daar 't onder zou versweren; Neem weg 't verdorven vlees; druk uit ook d'etterprop. 9. Maar koom, en breng dan me u wieken en verbintzel Past toe u bloed en Geest: giet oly en giet wyn, Die zuivert en verzagt: omkleed met u bewindzel. Geneest my, Heer! ik zal dan wis genezen zyn. 10. Maakt Gy my zo gezond, 'k zal u my zelven geven: En lyf en ziel zal aan u dienst zyn toegewyd. Ik zal dan dankbaar, tot u roem, voor eeuwig leven: Wyl Gy my 't leven schenkt, an van de dood bevryd. Vorige Volgende