Bundel van Bataafsche volks-liedjens
(1794)–Anoniem Bundel van Bataafsche volks-liedjens– Auteursrechtvrij
[pagina 47]
| |
Ja anett', uwe min, voor uw' vrind, overwint,
dlijson is, op nieuw, u gegeven,
Gegeven.
Had ge u niet vol moeds gestoken,
In het militaire kleed,
Ligtlijk waart gij dan bezweken,
In uw onverdraaglijk leed;
Had gij niet gebeên, gebedeld,
Om de post voor dlijson's tent,
Gij had dien getrouwen minnaar,
Uwen hartvriend niet gekend,
Niet gekend.
| |
2.Wat doet de liefde
Niet bestaan; zij geeft moed, als eert maagd, zig beklaagt,
Gehoonde liefde
Bevrijd ons voor schroomen:
'K had dlijson, voor zijn tent, als een held, wis geveld,
Had men hem, mij niet doet ontkomen,
Ontkomen.
'K eis nog voor 't geluid des trommels,
Die me een boô was van, den dood,
Echter konde anett' niet smeeken;
Vrouwen-moed in liefde is groot:
Mannen! schroomt een maagd te hoonen,
| |
[pagina 48]
| |
Want haar wraak is zonder maat,
Weest standvastig want uw meisjen,
Wordt al ligtelijk soldaat,
Een Soldaat:
| |
3.Gij hebt een voorbeeld,
Bij den Frank, daar zo vaak, heldenmoed, wondren doet,
Gij hebt een voorbeeld,
Dat u moet doen beeven,
Was anett' een heldin, die verwoed, goed en bloed,
Tot rantzoen der min heeft gegeven,
Gegeven:
Bij den Frank zijn duizend vrouwen,
Haatsters van de dwinglandij,
Die gij zeker woord moet houên,
Zij verfoejen schelmerij;
Durven zij voor vrijheid vechten,
Even fier beschermen zij,
Waare liefde en haare rechten,
En zij straffen veinzerij,
Veinzerij.
|
|