Bruiloftsliederen, om vrolijk het huwelijksfeest te vieren(19de eeuw)–Anoniem Bruiloftsliederen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] Tafel-zang. Wijs: Buikje! buikje! wat zal ik u goed doen! Wanneer men vrolijk heeft gesmuld, (En 't lijf gevuld) Met keur van lekkere spijzen, Dan is men daar mêe niet voldaan, De zang moet op de baan. (bis) Men doet de smuller nooit de vraag, (Of ook zijn maag) Te veel drukt op de longen, Een liedje is d' algemeene stem, Hoe zit hij in de klem. (bis) Ik ben verkouwen is dan 't woord, (Dit wordt gehoord,) Doch zonder medelijden, En helpt dit niet dan is 't zoo waar Och mensch ik zing zoo naar, (bis) [pagina 4] [p. 4] Maar 'k zeg dat elk die zingen kan, ('t Zij vrouw of man,) Zich niet moet laten dwingen, En mêe moet dreunen, raak of mis, Dit eischt d' erkentenis. (bis) Al zingt gij dan door neus of keel, ('t Is even veel,) Al knarscht gij valsche toonen, 't Gezelschap hoopen we is galant, Dus zingt ge altoos charmant. (bis) Zelfs elk die ook stil zijn pijpje rookt, Doet (wijl hij smookt) Zijn dankbaarheid u blijken, Het altaar houdt hij in zijn hand Waarop hij wierook brandt. (bis) Vorige Volgende