Braga: dichterlijke mengelingen. 1844(1844)– [tijdschrift] Braga– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Men zegt. (Ingezonden.) Men zegt, er leeft een volk in zeker watrig land, Dat zielekalmte houdt voor blijk van groot verstand En hoogen aanleg; taai geduld voor goede zeden, Verdraagzaamheid voor deugd, en met zich zelf te vreden, Zijne onverschilligheid en laauwheid, dus verbloemd, Bij overlevering als hooge wijsheid roemt; Een volk, dat dagelijks op duizenderlei wijzen Den rijkdom zijner taal, dien men 't gestaâg hoort prijzen, Bewijst door zulk gebruik van zinrijk woord bij woord, Naarmate de eene klank of de andre meer bekoort, Een volk dat, wel voldaan zóó met zijn spraak te prijken, Zijn eigen onvernuft te klaarder slechts doet blijken, Waar 't geen beteeknis aan die spraak te geven weet, - Zijn eigen-waan: gevoel van eigenwaarde heet, - Zijn slaafschen sukkelgeest: echt vrome zucht tot orde, - Zijn lafheid: zelfbedwang, tot 't eenmaal ziende worde, Den ouden oorsprong waard, na eeuwen tijdsverloop, Of - uit de rij gedelgd der volken van Euroop. Vorige Volgende