Braga: dichterlijke mengelingen. 1844(1844)– [tijdschrift] Braga– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Proeve van Levenswijsheid. III. Hoe of ik ben. Een ander zitte in 't eerste morgendagen, Van Ka of Kee te kliemen en te klagen, Om 's middags haar brutaal ten echt te vragen; - Zoo ben ik niet! Een ander kweeke ondichterlijk verlangen, - Een ander min' die lelieblanke wangen, Of kleur' met rozerood zijn minnezangen, - Zoo ben ik niet. Een ander moge in eens zijn keus bepalen En zonder meer te snufflen of te dwalen Zich voor de sexe in 't algemeen verstalen; - Zoo ben ik niet. Ik, die de liefde ken in al haar phasen, - Ik werp mijn hart niet roekloos door de glazen; - Zoo ben ik niet.... Ik, gun me tijd om 's avonds uit te razen. Dan zit ik stil poëtisch te overdenken Of ik mijn hart aan Laura weg zal schenken, En wat een ander voor heeft boven haar. Dan zie ik beurtlings mij door twintig liefjens wenken; - En roer ik comme il-faut voor elk een snaar, Dan ben 'k verliefd en spaar ik geen misbaar, - Dan kweel ik liedekens á tout hasard; - Mijn heele ziel lijkt in mijn lijf te zengen: Ik zoen de meid, die mij me licht komt brengen - En ingedut, dan trouw ik met een koep De leelijkste en de rijkste van de troep. Vorige Volgende