Braga: dichterlijke mengelingen. 1844(1844)– [tijdschrift] Braga– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Een uit velen. ‘Magneten zijn die lipjes, zoo betooverend, En toch, ze zijn zoo liefelijk en zacht; Uw teedre blik is hart- en ziel-veroverend En vonkelt, als de Orion in den nacht. Zoet is uw stem als zilvren klokjes klinkend En zaligend het drukje van uw hand, Lief is het lachjen op uw toontjes blinkend En heftig 't vuur dat in uw boezem brandt!’ Zoo fluisterde ik, op 't lagchend mondje klevend, Zoo lispelde ik door hare hand gedrukt En als in één gevoel naar boven zwevend Omknelde ik haar ontroerd en heel verrukt: En door geen stof der tastbare aard geketend, Doorvloog mijn blik het maatloos wolkenzog, Ik werd - mij zelf en wat me omgaf vergetend - Van zin beroofd en ben 't - God beter 't! - nog. Vorige Volgende