Braga: dichterlijke mengelingen. 1844(1844)– [tijdschrift] Braga– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] Nieuwjaars-vloek. En duizend duivlen riepen lagchend: Amen! Braga. Ik zit bij mijn haardjen En pook er wat in; Ik trek aan mijn baardjen En kittel me kin. Ik zoek naar een kliekje: 't Is gaauw Nieuwejaar, Dan dient er wat klaar: Kom, englenpubliekje! Attentie dan maar! Attentie, me vrinden, De Braga genaakt; - O lammen, o blinden, De smeltoven blaakt! Zij blaakt voor u allen: Niet langer gesnoefd! Er in maar! beproefd! Hier valt niet te mallen, Hier wordt je getroefd. Hier wordt je gelouterd, Geschrift voor geschrift; En hoe je kaboutert, Toch wordt je gezift. Geen spartlen mag baten: Gewillig dan maar! - De knijper ligt klaar... Wat! - wil hij nog praten, Tsa! pak hem in 't haar! Een gryns!? uit onze oogen! Reeds lang genoeg is De wereld bedrogen Door al je vernis. Wij willen u schouwen Zoo naakt als ge zijt, En trots alle spijt In d' oven u stouwen.... Collegaas! 't is tijd! Wat naam ge moogt dragen, Gestolen of niet, - Wij zullen niet vragen Hoe 't volkjen u hiet; Maar zullen u lezen En branden u uit - Je lier en je luit; Dat zal je genezen En snoeren je snuit. Lamzalige prulletjens, Spring hoog en spring laag; O maanzieke knulletjens, We zien je zoo graag; We zullen je teisteren, Laauwwater-gevoel! Je jammergejoel Moge andren begeistren -- Wij vallen wat koel. We wachten verlangend Naar 't eerste produkt, Dat hijgend en hangend Zal worden gedrukt. Dan zullen we u groeten En saucen, als 't past; - Dan benje te gast. Tot nader ontmoeten... Wij vloeken u vast. Wij vloeken u, rijmer, Uw boek en uw boel, Wij vloeken u, lijmer Van lary-gevoel, - Die verzen zult smeden Zoo klam als uw vel, En woorden zult kneden Zoo lang als een el; Wij vloeken u heden... Tot later - Vaarwel! Vorige Volgende