woordde Ti Han Su heel gewoontjes, ‘als u het mij natuurlijk niet kwalijk neemt!’ Wat krijgen we nu, dacht Sun Li, dat was helemaal niet afgesproken. Wanhopig zocht hij het gezicht van de regisseur. Deze maakt het afbrekingsteken. ‘Dames en heren, beste kijkers thuis, we gaan er eventjes uit voor reclame. Tot straks.’ Ditmaal hoefde hij niet naar de regisseur te ijlen. De man stond er zelf al. ‘Volgens de regels mag hij verder spelen,’ wist de regisseur, ‘maar een fout antwoord betekent een schok.’ ‘En hoe zit het met de tijd?’ ‘Nog twee minuten, maar ik kreeg bericht van de programmatiedirecteur dat we over tijd mogen gaan als de idioot beslist verder te spelen. Ondertussen is de kijkdichtheid vierenvijftig procent. Hij kan nu wel niet meer terug’ De regisseur ging terug naar z'n controlepaneel en Sun Li en Ti Han Su kregen nog wat schmink op, voor ze voor de derde keer onder de ondertussen schroeiende spots gingen.
‘We zijn terug bij Goudschok, dames en heren, met een ongehoord spannende finale. Nog nooit eerder ging een winnaar verder dan hij moest gaan, maar vanavond zal Ti Han Su hier z'n kans wagen. Ti Han Su, doe je verder?’
Ti Han Su knikte. Het spul werd op zeshonderd gezet. ‘Dan wens ik je veel geluk met de volgende vraag’
‘Graag de naam van de componist van My Way.’ De geluiden op de achtergrond schenen de kandidaat blijkbaar niet uit z'n concentratie te halen. Alweer had hij niet de volledige tijd nodig. Tijd verstreken. Op het scherm werd de naam van Claude Francois zichtbaar. ‘U gelooft het niet, beste kijkers, maar alweer heeft deze man het goed.’ De presentator begon net als alle kijkers in de zaal en thuis sympathie te krijgen voor zijn speler. ‘Vraag zeven. Je gaat toch verder, mag ik veronderstellen?’ Opnieuw dat ondertussen bekende knikje. ‘We spelen voor zevenhonderd volt of voor zeven kilo goud. Vraag zeven. Een modderstroom