| |
| |
| |
Pol Hoste
Brieven aan Mozart
| |
18/7 (1)
M'n beste Mozart,
Vandaag gleed als een maan de zon door de niet telbare wolken en verticaal tegen de notelaar zat de specht. Wat verwacht iemand als ik?
De ...* hebben me uitgenodigd terwijl ze naar Bretagne zijn en nu draag ik zoveel zorg voor hun huis en de tuin als ik voor de hele wereld zou willen hebben.
Is muziek iets anders? Ik probeer maar niet te denken aan de dag dat ik terug moet. Heb ik dan in de stad geen nieuwe vriendschap en een onafgewerkt boek achtergelaten? Wat voor iemand ben ik!
Weet je wat het is? Terwijl alles hier gedijt onder het licht, de schaduw, de stilte en de zachte warmte zal ik er ginder opnieuw helemaal alleen op moeten toezien, dat ik alles wat me aan het hart ligt niet weer eens in de vernieling help.
Nauwelijks één dag heeft het huis er over nagedacht om me te accepteren! Daarna mocht ik zelfs aan de kleine vleugelpiano plaatsnemen. Zoals je weet, kan ik de vingers niet eens behoorlijk op de toetsen houden. Verschrikkelijk is dat, want er is niets wat ik in mijn leven liever had gekund dan piano spelen. Een geluk dat de Duivel me nooit heeft aangeboden om in ruil voor deze const mijn ziel te verkopen, want lang zou ik niet hebben getwijfeld.
Hier is alles echter veel eenvoudiger. Dus heb ik gauw de eerste maten van één of ander stukje gespeeld dat ik me nog herinnerde, en ben voor de rest maar wat blijven dromen. Welke uitnodiging kan men afwijzen, wanneer er voor schaamte geen plaats is maar enkel voor vreugde?
| |
| |
| |
18/7 (2)
M'n beste Mozart,
Heel weinig is er nodig opdat alles van een onuitsprekelijke vreugde zou worden vervuld. Hoe veel! Een paar weken geleden nog stortte de wereld in elkaar. Ik kon helemaal niets meer zien, zo grijs was het stof dat als een muur voor me neerviel. Veel erger dan tranen, want daar kan men nog doorheen kijken. Vandaag neemt de tuin mij in zich op en leef ik niet langer als een harteloze vreemdeling tussen boosdoeners.
Als vrijmetselaar zal je ongetwijfeld begrijpen hoe God me dit laat meemaken, deze heerlijke onweerstaanbare eenzaamheid waarin ik adem en geniet van het ingewikkelde vlechtwerk van een door mensenhand gecomponeerde bloementuin. Maar ik, m'n beste vriend, ben slechts een ontroerd en ongelovig twijfelnummer. Ophouden met vragen te stellen over het bestaande, kan ik in geen duizend jaar. Ik vrees de dag dat ik zal terugkeren tussen de muren van een stad waar ik me buiten elke goddelijke genade in de geschiedenis verdiep.
Hoe zou iemand van zijn vaderland houden, wanneer het voornamelijk zwijgzaamheid is die hem te beurt valt? Geen verfransing, verduitsing, vernederlandsing maar pure verzwijging. Het lijkt wel alsof men bang is door vriendschap en vreugde te worden besmet, als door een ongeneeslijke ziekte. Of ben ik dat zelf in de eerste plaats?
Zover is het gekomen, dat ik geen God heb en geen muziek meer, zoals toen ik een kind was en van zingen en lachen hield. En waarom? Omdat m'n vader je biografie had gelezen en het dilettantisme van melomane verzekeringsagenten of naar gekloste kant ruikende burgersdochters beim Fenster am Klavier verwarde met de kunst van het musiceren. Van iemand die niet ziet, zegt men dat hij blind is. Maar hoe moet men iemand noemen die, doof of niet, geen muziek hoort! Duizendmaal ben ik te gronde gericht door een kerel die niet eens twee tonen na elkaar kon fluiten. Wat valt er nog te zeggen?
| |
| |
En toch lijkt niets me er vandaag van te weerhouden om al m'n kinderlijke uitgelatenheid opnieuw te beleven en even diep adem te halen als in de eenzaamste momenten van mijn jeugd. Morgen komen er kennissen op bezoek die ik sedert jaren was vergeten. In de stad heb ik een nieuwe vriendschap achtergelaten en nu geniet ik van mijn aangeboren vreugde die zo eigen is aan mij als aan het licht dat vanmiddag opsteeg uit de bloemen in één van de prachtigste tuinen die men zich kan voorstellen. En dat dit alles me zomaar overkomt!
| |
19/7 (1)
M'n beste Mozart,
Om kwart over vijf vanmorgen was de lucht van een breekbaar oranje dat naar de tuin toe afboog tot tegen de appelaars. De grens van wat ik uit het met rozen begroeide raam kon zien, bestond uit een doorzichtige nevel die helemaal in de hoogte overging in een opaal blauw licht. Boven de zonsopgang stond de maan die slechts met een fijne sikkel door de hemelschaal stak. Wel dertig jaar is het geleden dat ik nog door merels, vinken, mezen, eksters en fazanten ben gewekt. En net als toen, heb ik nu alleen maar naar de wereld geluisterd.
| |
19/7 (2)
M'n beste Mozart,
Wat zou er anders te verwachten zijn van de afgevaardigden van de burgerij? Ik bedoel, nadat ze zich al die moeite hebben getroost om uiteindelijk verkozen te worden?
Jij maakt je beklag over het onbegrip van de adel. Mais en fin de compte, wat heeft de wonderlijke uitvinding van de guillotine veranderd? Heeft ze de tragiek onthoofd?
Dag en nacht slijpen vrije radio's hetzelfde deuntje. Wat 'n roekeloosheid! Zal er straks nog iets anders te horen zijn,
| |
| |
wanneer de wereld een dorp is geworden? Toch was het heerlijk, toen ik me tijdens de voorbije lente schaatsend over het ijs liet voortdrijven op de meest banale liedjes.
Hoe ziet een eeuwenoud beukenbos er uit voor wie voorzichtig de zachte humus betreedt, de smalle bedding van een beekje volgend tot aan de bron? Ik denk alles te begrijpen, maar ben ik niet het compleetste warhoofd dat men zich kan indenken?
Wij moeten terecht bij verkozenen in plaats van geborenen. En het verschil? Voor hedendaagse componisten is er geen mecenaat. Wat kan men verwachten? Dat afgevaardigden van slagers, bakkers en voyageurs in lingerie toevallig ook nog zouden weten waaruit het leven is samengesteld? Onmogelijk is het niet. Ik heb onder volksvertegenwoordigers wel eens een vriendelijke snuiter ontmoet, die net als iedereen in zijn jeugd gedichten had geschreven. En hier of daar zal er nog wel een minister zijn, die het schilderen niet kan laten en bij Van Gogh de meest complete uitdrukking van zijn persoonlijke tragiek terugvindt. Misschien dat zo iemand ervan geniet, wanneer hij een oude jeugdvriend een faveur doet en in een gulle bui toegeeft aan een persoonlijke gril, een capriccio, geen symfonie natuurlijk.
We leven in de twintigste eeuw reeds in de achttiende. Hoe vlug gaat alles! De hedendaagse muziek dateert uit zeventien-honderd, stel je voor. Jij raakte tenminste je composities nog kwijt! Ook al ben je er nooit in geslaagd om je honger te stillen door gouden horloges op te eten en moest je maar hopen dat je bij anderen aan tafel werd uitgenodigd of dat de keukenmeester je nog 'n lekker hapje toeschoof.
Geschenken van hogergeplaatsten laten ons slechts weten waar we op aarde worden verwacht of hoe lang we nog te leven hebben. Armoede brengt geen rijkdom, hoezeer men ook cijfert. Wat een vreemde berekening is het bestaan!
Het leven en de dood zijn vervangen door sociale gerechtigheid. De vreugde en de vriendschap door geslaagde bankverrichtingen. Welk soort mens heeft de Revolutie aan de geschie- | |
| |
denis verkwanseld?
We zijn twee eeuwen later nog steeds geen komma voorbij je muziek. En dat men je dood viert, zal ongetwijfeld het omzetcijfer van reklamebureaus en frisdrankproducenten doen stijgen. We worden er alleen maar beter van. Dragen de herdenkingsconcerten niet bij tot de verspreiding van de muziekcultuur zoals die leeft bij het hogere kaderpersoneel van Europese en Japanse autofabrieken? De operadirecteur is niet langer een hertog, een kroonprins of een keurvorst. Hij is de wettelijke zoon van een vakbekwame pasteibakker.
Wat ik zeg klinkt schril en schraal. De toon staat nog het dichtst bij het gefluit van een boerenjongen die op een slecht gespannen grashalm blaast, ik weet het. En toch is het ritme waarin ik je schrijf, slechts dat van mijn hartslag zelf. Wat 'n beeld! Hang het gauw aan de haak!
De romantische traditie heeft - uiteraard pas na je dood - van je levensbeschrijving haar eigen autobiografie gemaakt. En het resultaat van zoveel frasen over westerse cultuur en geestelijke rijkdom? De ene oorlog na de andere? Geschriften van de humanisten, brieven van de femmes savantes?
Waar sta ik in de taal en in de tijd? En hoe zal ik je aanspreken? Het enige wat ik weet, is dat zwijgen me niet zint. Moet ik daar heel diep over nadenken? Ik zie je graag en er is niemand die dit ogenblik en deze tuin van mij wegneemt, noch de herinnering aan je muziek.
| |
19/7 (3)
M'n beste Mozart,
Weet je dat ik je dankbaar ben, lieve jongen? Zo zeer, dat voor elk moment waarop mij je muziek en deze zaligheid van zon en bloemen wordt gegeven, ik mijn leven veil heb. Wat zeg je van deze overdrijving die er geen is? Dat ze je niet als waanzin in de oren klinkt? Wees maar zeker dat ze recht uit mijn hart komt. Als het anders was, zou ik het er ronduit hebben aan
| |
| |
toegevoegd. Want mijn mond houden kan ik niet, ook al is de angst me bijgebracht vanaf de dag dat ik werd geboren.
Ik vrees dat men mij toen al heeft vernietigd, in plaats van me aan de wereld voor te stellen zoals het hoort. Zou het kunnen dat mijn overwinning als zaadcel me werd misgund? In elk geval zou ik dit aardse bestaan niet graag op dezelfde manier overdoen.
Wat maakt me ineens zo somber? Dat ik mezelf zie? Ik woon in een monarchie en de vorst en de vorstin zijn allerminst mecenassen, bij mijn weten willen ze niet eens een kamerorkest aan het Hof. Maar evenmin hebben ze een aantal moorden op hun geweten, dat moet gezegd.
De liberale burgerij heeft zich in België een christelijk koningshuis versierd en geen gebruik gemaakt van de guillotine, tenminste als ik goed ben ingelicht. Een opera van Auber leek haar geschikter, al is er af en toe ook wat gevochten. En in die stijl heeft men de geschiedenis voortgezet. Een geluk voor mij.
Natuurlijk lieten plaatselijke winkeliers in het verleden de politie wel eens vragen waar ik woonde, wanneer ik de voordeur van mijn huis opende en het stedelijk voetpad betrad. Ik ben hier niet geboren en drijf geen handel, dus verdenkt men mij van nietsnutterij. Maar de Opera blijft de Vlaamse middenklasse in grote mate sieren. En haar opvatting over de ideale samenleving als een succesvolle toneelvoorstelling, vind ik een geslaagde vergelijking. Waarom denk je dat ik in Gent blijf wonen?
Niet alleen zijn er tal van werkplaatsen, wat je zal interesseren, maar ook de nieuwste winkelinrichtingen van charcuterieën en patisserieën reflecteren nog steeds de negentiende eeuw. Het menselijk lichaam bestaat zowel van binnen als van buiten. Ook al bevat het voornamelijk water, hoe je het ook draait of keert. Dat is nog ons geluk.
Ik heb het niet tegen de adel en de geestelijkheid, zoals jij. Daarvoor ben ik ook op een verschillend tijdstip van de geschiedenis geboren. Denk je echter dat ik zonder de burgerij
| |
| |
en de middenstand nog één minuut te leven had? Geen halve dag!
Val ik je lastig? De revolutie heeft je nooit geïnteresseerd, heb ik de indruk. Nu moet je weten dat ik zelden iets boeiender heb gevonden als omwentelingen, volksopstanden en revoltes tegen onrecht en onderdrukking. Dat heb ik met patriciërs gemeen. Maar ik veronderstel dat de hoogste verwachting die jij van de adel had, slechts was dat je beschermheren er ooit in zouden slagen om je muziek een beetje te horen zoals jijzelf. Of wellicht zou het je al heel veel plezier hebben gedaan, indien de kwaliteit van de piano fortes en de ganzeveren beter was geweest, de postdiensten en de geneeskunde betrouwbaarder. Nee? Heel wat mensen maken zich tegenwoordig zorgen om je voorbije leven.
Maar het publiek en de machthebbers? Weetje dat die hier onlangs nog één van de Napoleontische oorlogen hebben overgedaan? Niet tot vermaak van de koning en de adel maar voor het volk en de ondernemers die frisdrank, worst, champagne en gerookte zalm op de markt brengen. Alsof het een internationale voetbalwedstrijd betrof. Is er veel verschil tussen de grasmatten en de strijdperken? En tussen oorlogsverslaggeving en voetbalreportages? Het leven en de dood worden op een videoscherm nagespeeld en het is allemaal heel boeiend, zolang er niets gebeurt. Want je zal maar in een ondergelopen kelder op je dood wachten, oog in oog met het afgedankte hobbelpaard van één of ander buurmeisje. Leven? Dan is een overdosis slaaptabletten bij het nachtelijk nieuwsoverzicht na de pornocassette een echte luxe. Vervult muziek een functie?
Dat opera een burgerlijke kunstuiting is, die een nefaste invloed uitoefent op het logische denken, daar heeft men me sedert mijn jeugd onophoudelijke proberen van te overtuigen. Ik ben niet opgevoed in de geest van de Russische revolutie want daar leefde volop de hoop op nieuwe mogelijkheden, maar in het verraad en het refrein van de gerecupereerde idealen. Zeer erg is dat.
Mijn ouders waren atheïsten en stel je voor dat het slechts
| |
| |
| |
| |
sedert kort tot mij is doorgedrongen dat kardinalen en pausen even wereldlijke prinsen en keizers zijn als de rest van de adel. Dat ik het niet wist? Wat had ik ooit met deze lui te maken? Ik dacht dat ze in God geloofden en daardoor tot een veel omvattender inzicht in de wereld waren gekomen dan de lagere geestelijkheid of de gewone mensen zoals ik, die nooit naar de kerk gaan. Maar het zijn net zulke schurken als de ridders en het is beschamend dat ze zich voor iets anders uitgeven.
Verwar ik idealistische geestelijken met de Kerk als instituut? Zelfopoffering ontslaat je niet van enige verantwoordelijkheid. Ik sloof me uit voor leerlingen die zich anders maar vervelen, en ouders sta ik te woord terwijl ik in alle talen zwijg. Precies wat wordt verwacht. Maak ik me daardoor minder schuldig aan de schade die het onderwijs de literatuur toebrengt? Of zal ik een doctoraat schrijven? Ik rafel alles uit en schuldgevoel hou ik over.
Moeten we te rade gaan bij de verloren zielen uit de lagere kaders en het onderhoudspersoneel in Openbare Dienst, wanneer de wereld ons weer eens heeft verlaten? Ik vrees het. Zij zullen hun dweil uitwringen, hun handen afdrogen en ons raar bekijken.
Welnu, ik zal m'n kat sturen en alleen kreperen. Ook al zou ik me om te sterven wellicht tot bekeerde geestelijken kunnen wenden, die zoveel misbruiken van hun oversten moeten gedogen dat ze zich ingraven in de heilige boeken, waaruit ze aan elkaar voorlezen met een stem die verraadt dat er zeer weinig van hun geloof is overgebleven.
Of kom jij me vertellen dat de vrijmetselarij hun rol heeft overgenomen, nu de bourgeoisie aan de macht is? En dat het steeds meer mogelijk wordt om de wereld menselijker te maken, openlijker te lijden of ronduit vreugde te hebben?
Denk je dat er ooit een einde komt aan de agressiviteit van die exemplaren onder onze soort die zich bij het bestaan niets anders kunnen voorstellen dan het verzamelen van geld, aanzien en macht? Je vindt toch niet dat we hem braafjes te vriend moeten houden omdat we ons in het andere geval wel eens
| |
| |
nadeel zouden kunnen doen! Of dat we ons moeten bekommeren om hun persoonlijk leed dat hen zo wreed doet zijn. We zullen ons zeker een beetje aan hen onderwerpen omdat we de oorzaken van hun niets ontziende hebzucht begrijpen!
Van muziek gaan leven alsof het hier één groot regenwoud is waar we wonen, zal wel het allerlaatste zijn wat die zullen doen. Dan denk ik dat ze de wereld nog liever naar de verdommenis helpen.
Waarop kan men hopen? De wereldbevolking verdubbelt zich almaar sneller. Dat kan je nauwelijks vergelijken met de tijd waarin jij het met Constanze aanlegde, hoor.
Ik doe alles wat mij is toegestaan om iets te begrijpen, maar zoals je ziet, ben ik niet slim genoeg. Aan mijn schrijfmachine ligt het niet.
| |
20/7 (1)
M'n beste Mozart,
Wat zal ik je over de vriendschap schrijven of over de eenzaamheid? Sluiten we ons niet af omdat we denken dat het er hoofdzakelijk op aan komt om genoeg handelsgeest te bezitten? Of trachten we ons vooral tegen desillusies te beveiligen alsof we niet eens het leven aankunnen, nu we zoveel hebben meegemaakt?
Op mijn dertiende schreef ik in een brief dat angst het principe was waardoor de wereld werd beheerst. Nu weet ik dat het integendeel de vreugde is. Al neemt die de angst niet weg. Maar intussen ben ik dertig jaar ouder en wordt er verwacht dat ik nadenk voor ik iets uitkraam.
Toch is niets me liever dan onberekende loslippigheid, waarmee ik me de woede en de vijandschap van allerlei bange mensen op de hals haal. Verstikt word ik door de gerechtvaardigde bezorgdheid van diegenen die me bezweren om voorzichtig te zijn en schrijvend, als het enigszins kan, niet enkel mijn pen maar ook mijn mond te houden! Wat heeft iemand te
| |
| |
verliezen die van de wereld en het leven houdt? De bekrompen geesten die hem met gemeenplaatsen achtervolgen?
Ik zou je over de vreugde en de vriendschap schrijven, is het niet? Het lijkt er meer en meer op dat ik het enkel over mijn persoonlijke waanzin heb, die toch niemand kwaad doet. En over de ernstige principes van de ‘Maatschappij en Instellingen’ uit mijn vaderland. Morts pour la patrie. Te midden van een groteske leef ik!
Zal ik beginnen bij de koning? Wat zou ik hem kunnen meedelen? met mijn hand op mijn hart - niet op de bijbel - ik ben een republikein. Dat is toch een grap! En welk taaltje brabbel ik tegen de koningin die zo christelijk katholiek is? Zou ik met een voorhoofs sprookje haar verpozen?
Nee, ik zie me nog zo gauw dit Duitse Huis niet beledigen. Ook al heb ik nooit anders gehoord dan dat men die hele Stal beter eens zou uitmesten! Persoonlijk zou ik de geringste zinspeling misplaatst vinden. Maar of ik er zou in slagen om me niet als een humeurige nar te gedragen, valt nog af te wachten.
Eigenlijk was ik niet van plan om je over het Ancien Régime te onderhouden. Wat vertel ik je over revoluties? Hoe muziek op het slagveld klinkt?
De guillotine heeft gemaakt dat we opnieuw in de Romeinse Tijd leven en ons als vrije burgers door verkozen volkstribunen de les laten lezen. Een breekbaar klokje is de geschiedenis! En wat valt er te verwachten zolang men de wereld als een koopwaar opvat omdat er schaarste en verlangen is?
Geef mij een gesprek met iemand van wie ik kan houden. Of een alleenspraak tussen mezelf en deze adembenemende tuin. De rest is niets anders dan verwarring.
|
|