| |
| |
| |
Groucho Lenin
...afgesabbeld, zoveel...
Ze opende de deur zoals goedkope soapfeuilletons beginnen: met veel zwier, een glimlach die moest ontwapenen en een tweedelig beige pak. Een stapel geopende brieven balanceerde op de blocnote die ze zoals altijd in haar hand gekluisterd had. Parveur zat in zijn bureaufauteuil en nam de poet door, die ze al voor hem had gesorteerd en klaargelegd voor hij op kantoor verscheen.
Zij dacht helemaal niet aan verleid worden of vrijen. Hij dacht wel aan sex, maar niet aan zijn echtgenote.
Hij was nog niet met Lillith naar bed geweest omdat ze een zeer bekwame sekretaresse was. Hij vermoedde dat het, eens ze zijn pik zou hebben afgesabbeld, zoveel moeilijker zou zijn haar te vragen een glas melk te halen of enveloppes dicht te likken. Zij was nog niet met hem naar bed geweest omdat zij er nooit zin in had gehad, hoewel zijn blikken haar vaak zeiden dat hij voor een vlugge wip best enkele uren vrijaf wou geven.
‘Dit zijn de sollicitatiebrieven voor de job van typiste.’ Ze legde de labiele stapel op de rand van zijn eiken bureau. ‘De enveloppes heb ik erbij gedaan, zoals U het wilt. Bovenaan liggen de sollicitanten die zo dom waren hun maten niet in te sluiten. Hoe ze zoiets kunnen vergeten, is...’
‘Dank je,’ onderbrak hij haar. Hij had er een hekel aan dat ze over lichaamsmaten sprak. Onbewust was hij bang dat ze ooit zou vragen waarom zijn maten niet in zijn dossier staken.
‘Breng je me een glas melk alsjeblieft?’ vroeg hij om een ander onderwerp aan te snijden.
‘Doe ik, maar ik geef eerst de planten even water.’
Hij had haar al vaak gesuggereerd deze taak over te laten aan de schoonmaakster, maar ze stond erop de planten zelf te verzorgen. Ze opende de kast met de wastafel erin, nam het kannetje en vulde het met water. Hij volgde haar bewegingen, bijna dwars door haar kleren heen: ze was mooi, en dat paste goed bij het besef dat hij haar direkteur was. Soms nam hij haar
| |
| |
mee naar belangrijke besprekingen: ze leidde de gedachten af en zo hoopte hij makkelijker zijn slag thuis te halen; soms, want ook anderen brachten al eens hun sekretaresse mee.
‘Om elf uur komt Splengers langs, de art director van Limage, om de herfstcampagne te bespreken. Zal ik aan meneer Meulders vragen dat hij over een half uurtje bij U komt?’ vroeg ze, terwijl ze de begonia een beurt gaf.
Het drong niet tot hem door waarover ze het had. Ze leidde inderdaad de gedachten af. Haar strakke trui schikte zich gewillig om haar borsten en zijn gedachten.
‘Hoeveel kandidaten zijn er?’ vroeg hij, om iets te zeggen.
‘Achtendertig, en vier zonder hun maatgegevens,’ zei ze kort en ze kwam terug op haar vraag. ‘Mag meneer Meulders komen?’
‘Meulders?’
‘Gisteren zei U dat U de cijfers van het vorige seizoen nog eens met hem wou doornemen voor U Splengers ontving.’
‘Heb ik dat gezegd?’ vroeg hij verbaasd. Hij dacht zoveel meer dan hij zei, en toch zei hij blijkbaar meer dan hij dacht. Die gedachte moet ik opschrijven, dacht hij, daar haal ik een reklameslogan uit. Hij nam pen en papier, maar nog voor hij een letter opschreef, verbrokkelde de slogan in zijn hoofd tot een geruis van woorden.
‘U zei het gisteren, nadat U getelefoneerd had met mevrouw Breulk,’ preciseerde Lillith. Ze was een uitstekende sekretaresse: ze onthield precies wat hij vergat, zonder hem eraan te herinneren dat hij vergeetachtig was. Ze borg het kannetje terug in de kast.
‘Ik ken de verkoopcijfers beter dan onze verkoopsdirekteur,’ zei Parveur zonder overdrijven, ‘maar goed, laat hem maar komen. Kwart voor negen.’
Parveur was een wonder in het onthouden van cijfers. Alle bedrijfsgegevens kende hij uit het hoofd. Maar hij wist ook dat Lillith een 88 63 86 was, 52,367 kilo woog, 1,69 meter groot was, de rechter dijomtrek ontging hem nu maar links had ze 32
| |
| |
onder - 48 boven, althans toen ze een jaar geleden in dienst kwam. Sindsdien had ze geen nieuw attest binnengebracht. Geregeld keek hij er haar dossier op na. Ook haar neuslengte: 4,03, neushoogte: 1,89; linker wenkbrauw: 4,03; rechter wenkbrauw: 4,07 en een reeks andere maten schoten hem nu ongewild door het hoofd. Haar mond was 6,03 breed. Hij had een teorietje dat vrouwen met een kleine mond beter afzogen dan vrouwen met een breed smoelwerk. Hij was er echter nooit toe gekomen deze hypothese systematisch op een grote populatie uit te testen. 6,03 liet het beste hopen.
Hij staarde net iets te lang naar haar mond, want ze vroeg of er iets scheelde.
‘Laat Meulders kwart over tien komen,’ zei hij.
‘Voor of over.’
‘Wat zei ik?’
‘Eerst voor en dan over.’
‘Over lijkt me beter.’
Ze streepte ‘kwart over negen’ op haar blocnote door.
‘Ik heb de sollicitatiebrieven gesorteerd, ik bedoel de kandidaten: volgens geslacht, ervaring of niet, en studieniveau. De vier bovenste hebben in hun cv geen maten of andere cijfers opgenomen.’
‘Die kunnen het vergeten,’ zei hij kort. ‘Vier, zei je?’
‘Ja. U kan ze herkennen aan het minnetje in een cirkel bovenaan de enveloppe. Ik begrijp niet dat mensen zo dom kunnen zijn dat ze...’
‘Ik gooi ze onmiddellijk in de papiermand.’
Hij nam de vier bovenste enveloppes en liet ze van zichtbare hoogte in de lege papiermand achter zijn bureau vallen.’
Ze stond bij het bedeinde en tikte met een nagel tegen het glas van haar horloge. Op een wit slipje na, was ze volledig naakt. Ze was naakt omdat ze haar kleren had uitgetrokken om te gaan slapen, meer niet. De meest ordinaire bezigheden deed ze naakt en het liet haar onverschillig dat hij, plat op zijn rug liggend in bed, haar aangaapte. Hun huwelijk was vastgelopen
| |
| |
in zijn eigen kodes - twee stappen links, drie rechts, om onvermijdelijk over elkaar te struikelen -, maar wat hem het meest ontmoedigde was de platvloersheid waarmee ze in elkaars bijzijn naakt rondliepen. Hij kon zich niet inbeelden dat ze, voor ze getrouwd waren, daar onbevangen en achteloos naakt aan het bedeinde zou hebben gestaan, in beslag genomen door een futiliteit als een stilgevallen horloge.
Toen ze elkaar pas kenden, was naakt nooit zomaar naakt, geen zomaar te meten oppervlakte aan bloot vel. Hun naakte huid was toen een belofte van genot, een mild gebaar dat de ander uitnodigde, een bewijs van alles wat nog komen kon. Naakt was met talloze verlangens en toegevingen bekleed. Het betekende dat ze dichter bij elkaar waren dan de afstand die hen scheidde, dat ze elkaar al een beetje aanraakten, dat ze elk verleden hadden afgegooid. In een kamer liep toen geen van hen beiden zonder meer naakt van de ene naar de andere kant, omdat hij of zij toevallig aan die andere kant moest zijn. Nee, toen liepen ze altijd om de ander en meestal nergens heen.
En de kamers waar ze langs elkaar hadden geparadeerd, geflaneerd, gedrenteld, waren nooit alledaagse slaapkamers geweest. Een goedkope hotelkamer, de cafetaria van een leegstaande fabriek, het huis waar zij ging babysitten, de achterbank van de auto, een keukentafel, haar zolderkamer, zijn slaaphoek: het waren ‘dekors waarin ze de liefde voor elkaar opvoerden en het bed, de sofa of een houten plank waren trawanten in het komplot dat ze met hun tweetjes smeedden’. Zo had zij het in haar dagboek geschreven, en die omschrijving werd pas na jaren belachelijk.
Hij herinnerde zich hoe hij hield van de gezellige rommel van de zolder waar ze hokte: lege wijnflessen, een verdroogde Christusdoorn, een hondemand met knotten geverfde wol, de verstofte gedroogde bloemen. De gordijnloze ramen, het wakker worden van de zon, het ontbijt uit de potjes die hij in haar koelkast vond. En dan zorgeloos de deur van dat huis achter zich dichttrekken waar hij altijd kon terugkeren en nooit hoefde te blijven.
| |
| |
‘Naakt’ hadden ze in hun huwelijk opgegeven; ze droegen nu alleen soms geen kleren. De troep - troep en niet meer gezellige rommel - die hier rondslingerde, was zowel van haar als van hem en werd daarom door geen van beiden opgeruimd. Soms trok één van beiden het beddegoed af, als hij of zij wist dat de ander die avond eerst ging slapen. Daardoor was die ander wel verplicht schone lakens over de matras te trekken vooraleer in bed te kruipen. Soms stofzuigde de een de slaapkamer, terwijl de ander de badkamer dweilde.
Ze bleef prutsen aan haar horloge. Ze schudde het ‘verdomde ding’ en haar borsten deinden mee. Naakt was zij slechts verkleed als diegene die hier kwam slapen - wat evenzeer voor hem gold. Haar gedrag was niet anders geweest als hij niet in bed had gelegen.
In dezelfde mate als hij zich tot een vreemde vrouw aangetrokken had gevoeld, zo ergerde de blote naaktheid van zijn echtgenote hem.
Pas na een vijftal minuten kreeg ze haar horloge weer aan de praat. Zonder er zich bewust van te zijn, stond ze pal tegenover hem. Ze trok met beide handen haar slipje tot halfweg de dijen. Haar bruin kroeshaar welde op. Het slipje bleef even klitten aan de klamme naad tussen haar billen, alsof het zich schaamde voor de schaamteloosheid die volgde. De witte driehoek van het binnenstebuiten gekeerde broekje spiegelde de donkere driehoek van haar schaamhaar: het beeld van een zandloper, die ze zonder gêne in tweeën brak door haar benen lichtjes te spreiden en het slipje verder naar beneden te stropen. Bij het vooroverbuigen beierden haar borsten onder haar romp. Hij wist: 13,73 centimeter rechts, 14,23 links, volgens de laatste vaststelling, acht maanden geleden. Met een trap van haar voet mikte ze het slipje naar de kapstok: het viel bovenop een broek van hem, die op het stoffige tapijt lag.
Ze liep om het bed. Als hij geen zin in seks had, kon hij het nachtlampje aan zijn kant uitknippen. Deze geforceerde duisternis had ook tot gevolg dat hij niet meer kon lezen. Daarom ging hij soms plat op zijn buik liggen, met zijn hoofd van haar
| |
| |
afgewend. Zijn kont en billen waren taboe. Het presenteren ervan liet er geen twijfel over bestaan dat hij met rust gelaten wilde worden. Haar methode om seks af te wijzen, was dan weer doorzeuren over de zware dag die ze achter de rug had.
Hij knipte het licht niet uit en ging ook niet met zijn billen omhoog. Andere vrouwen hadden hem in de loop van de dag voldoende opgewonden zodat hij, ondanks de ergernis over haar alledaagse naaktheid, er niets op tegen zou hebben dat ze een potje wilde vrijen.
Met een enthousiast gekraak van het bed schoof ze onder de lakens, duwde het hoofdkussen op en nestelde zich in bed.
‘Ik heb me vandaag laten opmeten,’ zei ze, alsof dat goed nieuws was. Het was goed nieuws natuurlijk, maar hij wilde het niet horen. ‘Wanneer laat jij die dwaze vooroordelen varen en laat jij je ook eens opmeten? Met die gesofistikeerde apparatuur van vandaag hoeven ze je zelfs niet aan te raken.’
De eerste sollicitatiebrief was van een vrouw van achtentwintig, die vijf maanden werkloos was en voordien als dokumentaliste had gewerkt. Ze had geen foto ingesloten, wat niet echt noodzakelijk was want uit het attest met haar lichaamsmaten kon Parveur afleiden dat ze een rond gezicht had met een smalle neus en mond. Ze had wijd uitstaande oren, maar misschien verborg ze die onder lang haar. Ze was 1,69 meter groot en woog 71,239 kilo. Ze had zware borsten, in vergelijking met de tweede kandidate, die 78 kilo woog. Bij de volgende viel de 1,98 op en de vierde kandidate had een linkervoet die meer dan een centimeter langer was dan haar rechtervoet. De vijfde had op haar neuswortel een pukkel van 1,18 centimeter doorsnee. Ze zag perfekt en hoefde gelukkig geen bril.
Hij nam alle cv's en attesten ongeïnteresseerd door en legde de meeste in een open doos op zijn bureau. Elke sollicitante zou een antwoordbriefje krijgen waarin stond dat ze ondanks hun kapaciteiten en ervaring niet in aanmerking kwam voor de verdere selektieprocedure. De redenen waarom hij sommige
| |
| |
kandidaten wel en andere niet voor een gesprek uitnodigde, waren willekeurig en subjektief.
Na een tijdje duwde hij met zijn voorarmen alle papieren die voor hem lagen van zich af. Hij drukte op een toets en door de intercom zei hij tegen Lillith dat hij het komende kwartier door niemand gestoord mocht worden. Het was alsof hij door dit simpele bevel stilte in zijn kantoor bracht. Geluidloos opende hij de onderste bureaula en haalde vanonder een zware map de vier sollicitatiebrieven die hij die ochtend voor de ogen van Lillith ostentatief in de papiermand had gedropt.
Twee afgestudeerde meisjes van de handelsschool, een herschoolde regentes geschiedenis/aardrijkskunde, en een dertigjarige boekhoudster zonder werkervaring. Waarom had geen van hen een attest met hun lichaamsmaten bij hun sollicitatiebrief gestoken? Het was in de personeelsadvertentie uitdrukkelijk gevraagd en zelfs indien het er niet had ingestaan, dan wist iedereen dat het gebruikelijk was zo'n attest mee te sturen. Waarin verschilden deze vier mensen van al die andere sollicitanten? Het kon niet dat ze solliciteerden enkel om te worden afgewezen, om zo hun eigen geweten en de verwachtingen van anderen te sussen. Het was immers bekend dat sollicitatiebrieven zonder attest van lichaamsmaten niet au-serieux werden genomen.
Het eerste meisje had niet alleen geen attest, maar evenmin een foto ingesloten, zodat ze voor Parveur een volslagen onbekende bleef. Hij verwees haar terug naar de papiermand. De brieven en de cv's van de drie overige kandidaten las hij aandachtig door. Hij speurde naar wat abnormaal, bizar of excentriek kon zijn, maar kwam niet verder dan drie doodgewone, normale vrouwen. Ze hadden helemaal niets te verbergen. Hij vroeg zich ook af of ze op hem leken, maar zowel qua afkomst, opleiding en maatschappelijk sukses waren ze zijn tegenpool.
Ooit had hij overwogen aan het dossier dat ze in het bedrijf over hem bijhielden, een vals certifikaat toe te voegen, opdat niemand argwaan zou koesteren. Maar dat viel niet zomaar te
| |
| |
vervalsen: stempels, gewatermerkt papier, eigen lettertype. Na een eerste mislukte poging had hij het plan opgegeven. Sindsdien hield hij zich met klem voor dat ze aan een direkteur en medestichter geen vervelende vragen moesten stellen.
Hij legde de foto's van de drie kandidaten naast elkaar: aantrekkelijke gezichten, een glimlach voor de kamera, zelfverzekerde blikken, matglanzend papier. Ze verschilden nauwelijks van elkaar. Alleen de regentes was mooier. Hij dacht dat hij haar al eerder had gezien. Hij schreef hun adressen op een blad papier en borg de brieven terug op in zijn bureaula. Door de intercom vroeg hij aan Lillith hem drie enveloppes, postzegels en de oude schrijfmachine te brengen. Zonder medeweten van zijn sekretaresse nodigde hij de drie kandidaten uit voor een sollicitatiegesprek.
‘Het was bijna een jaar geleden dat ik het nog had laten doen,’ zei zijn vrouw. Ze draaide zich op haar zij, de knieën opgetrokken zodat ze net zijn heup raakte. Hij wist dat er nu vijftig procent kans was dat ze zouden vrijen. Lichamelijk kontakt was een onmiskenbaar voorteken. Hij kon nog op zijn buik gaan liggen, maar hij verroerde geen vin.
‘Soms zie ik er ook tegenop,’ ratelde ze door, ‘maar eens het voorbij is, voel ik me opgelucht, fier zelfs. Niet alleen omdat ik iets heb gedaan wat iedereen hoort te doen of omdat ik ben zoals de anderen, maar... ik heb nu weer zekerheid. Geen zekerheid omdat ik weet wie ik tot op de millimeter ben, maar zekerheid dat ik durf te bekennen wie ik ben. Je zou het ook moeten laten doen. Je zou er je goed bij voelen.’
Ze schoof haar knie hogerop. Ze wou dus vrijen.
‘Zijn je borsten alweer een centimeter gezakt?’
‘Niet cynisch worden.’
Ze rolde door op haar buik en sloeg een arm over zijn borst, alsof ze hem ketende: er was nauwelijks nog een andere uitweg dan vrijen. Zij lag nu met haar kont omhoog.
‘Het verslag ligt beneden op tafel. Je kan het inkijken en de cijfers van buiten leren, zoals je altijd doet.’
| |
| |
‘Ik onthoud nu eenmaal makkelijk cijfers.’
‘Ik wil het morgen afgeven op het werk.’
‘Alsof het enig verschil maakt of je oude maten of je nieuwe in je dossier zitten.’
‘Zeur niet zo. Ze willen een recent attest, dus krijgen ze een recent attest. Ik maak daar geen drukte over. Vorig jaar is er een portier ontslagen omdat hij in vier jaar geen attest had ingediend.’
‘Vorig jaar zei je dat hij verdacht werd van diefstal. Ik zou daarvoor niemand ontslaan!’
‘Dat zou ik geloven. Je durft niet eens jezelf te laten opmeten.’
Hij streelde haar buik en dat volstond om het gesprek te smoren. Ze gooide de dekens naar achteren en graaide in zijn slobberige pyamabroek. Ze nam zijn slappe penis tussen haar duim en wijsvinger. Ze beheerste een hele scala van standjes en trapezewerk, maar dit deed ze altijd met twee vingers, sekuur en onvermoeibaar.
‘Nog altijd maat zeventien?’
Steeds weer hetzelfde onderwerp, dezelfde platvloersheid over maten en lichaamsdelen.
‘We zullen de lat eens tot een nieuwe rekordhoogte optrekken.’
Zijn erektie mat 17 centimeter, wanneer je de lat ervoor hield, en ongeveer anderhalve centimeter méér achteraan, waar de lat diep in de balzak wegzinkt. Regelmatig mat hij de lengte, vooraan en achteraan, en om haar te paaien deden ze het uitzonderlijk eens samen. De eerste keer dat hij haar liet assisteren, had hij gevreesd dat zijn erektie zou verslappen toen zij de maatstok hanteerde, maar uiteindelijk wond het hem zelfs op. Ze had ook de omtrek genomen, een maat die inderdaad in alle attesten werd opgenomen, maar die hij zelf nooit had gemeten. 13/14 centimeter, vrij normaal.
‘Zou het een ramp zijn wanneer er op papier stond hoe lang en hoe dik hij is?’ vroeg ze.
Hij haatte het als ze er op die manier over praatte. Hij vond
| |
| |
het afstotelijk, zelfs misselijk, maar toch schudde ze met twee vingers een harde erektie uit zijn weke vlees. Hij legde haar het zwijgen op door haar over zich heen te trekken, haar vagina als een bezwete handschoen over zijn lid.
Hij had de drie kandidaten 's avonds uitgenodigd, op een moment dat niemand meer op kantoor was, ook Lillith niet. Hij stelde hen niet dezelfde vragen als aan de kandidaten die hij in de loop van de dag had geïnterviewd. Hij beschouwd ze een beetje als zijn gasten. Hij bood ze zelfs koffie aan, die hij bij gebrek aan personeel zelf had moeten zetten. Hij vertelde wat onbenulligheden en leugens over zichzelf en was niet uitgebreid ingegaan op de bedrijfsprestaties, de vooruitzichten, de promotiekansen, de permanente vormingsmogelijkheden. Hij vroeg ze wel waarover ze niet wilden praten, maar geen van drieën had een taboe-onderwerp.
Hij had hen, telkens na een aarzeling, erop gewezen dat ze geen attest met lichaamsmaten hadden ingesloten.
Het meisje dat pas van de handelsschool was afgestudeerd en de boekhoudster stamelden iets over ‘vergeten’
De regentes zweeg.
‘Waarom geen attest?’ herhaalde Parveur. ‘Je weet dat dit je je kansen op de job verkleint.’
‘Wat zou je ermee aanvangen?’
‘Dat was niet de vraag,’ glimlachte hij, toch even uit zijn lood geslagen.
‘Dat was het antwoord,’ repliceerde ze.
Ondanks dit koele antwoord, vond hij haar sympathiek: een bizarre mengeling van welwillendheid en zelfstandigheid. Uit het gesprek leidde hij ook af dat ze verstandig was, maar hij kon niet achterhalen wat ze te verbergen had. In een opwelling bekende hij dat het bedrijf ook van hem geen attest met lichaamsmaten bezat en dat maakte haar ontzettend blij.
Het verbaasde hem dat ze inging op zijn voorstel om samen iets te eten, want ze leek niet het type dat met een koude hap te verleiden was. Een Mexicaans restaurant vond ze uitstekend,
| |
| |
maar ze liet de bruine bonen op de rand van haar bord liggen en schraapte de gesmolten kaas van de enchiladas.
Ze vertelde moeiteloos over zichzelf: haar ouders waren gestorven en ze had een oudere broer die in het buitenland werkte, ze had jaren les gegeven in een landbouwinstituut maar baalde er uiteindelijk van en had haar ontslag gegeven. Nu volgde ze avondlessen ‘potten bakken’, speelde tennis en was bereid om met hem een balletje te slaan. Ze was getrouwd geweest en sinds drie jaar gescheiden. Kon het normaler? Toch bleef Parveur zich afvragen of er een geheim was.
Hij keek om zich heen in het goed bevolkte restaurant en zag er zowel de vlotste managers als de eenvoudigste dagloners hun bast vullen. Parveur durfde er geld op te verwedden dat er geen vijf waren die niet binnen de voorbije twee jaar hun lichaamsmaten officieel hadden laten opmeten. Indien er al waren die geen attest hadden, dan kon Parveur ze niet van de anderen onderscheiden. Misschien het gekwabde vetwijf, dat een hele tortilla in twee happen naar binnen propte, of de buikige gepensioneerde, die een broeksknoop had losgemaakt en ervan overtuigd was dat niemand het merkte. Maar zwaarlijvigheid of zelfs misvormingen waren voor niemand een reden om zich niet te laten opmeten. Misschien zou Parveur zichzelf wel durven laten opmeten als hij volkomen mismaakt was.
Ze rolde van hem af en hij voelde hoe de kille lucht om zijn natte, besmeurde erektie greep. Ze bleven naast elkaar liggen, zwijgend, terwijl zijn penis verschrompelde tot onmeetbare afmetingen. Ze ging naar de badkamer. Hij trok zijn pyamabroek aan en schikte de lakens op het bed. Ze kwam terug in de slaapkamer, nog steeds naakt, en kroop in bed.
‘Ik begrijp jou niet: je hebt een heel normale erektie en toch wil je niet dat je maten op papier staan.’
Hij draaide zich van haar weg en knipte het licht aan zijn kant uit, maar ze praatte verder. Ze liet haar nachtlampje branden, wat, tenzij ze begon te lezen, zelden een goed teken was.
| |
| |
‘Je moet je maten laten opmeten.’
Nog nooit had ze het zo stellig en direkt gezegd. Het klonk als een beslissing die al lang geleden genomen was, als een bevel.
‘Begin er nou niet weer over,’ probeerde hij. ‘Ik wil slapen, ik heb morgen een zware dag.’
‘Een zware dag’, ook hij gebruikte dezelfde argumenten.
‘Ooit krijgen we er moeilijkheden door!’ verweet ze hem.
Het verbaasde hem dat ze dermate boos klonk, zo kort nadat ze was klaargekomen.
‘Niemand komt het ooit te weten,’ zei hij. ‘Vergeet niet dat ik één van de direkteurs van het bedrijf ben en één van de belangrijkste aandeelhouders.’
‘Alsof niemand je dossier kan inkijken: vertel me geen sprookjes.’
‘Er zijn bij ons slechts enkele mensen die inzage hebben van de dossiers en ik heb nog nooit problemen gehad. Bovendien hebben zij ander werk dan te snuffelen naar wat er in het dossier van direkteur Parveur zou kunnen ontbreken.’
Zonder zich om te draaien, wist hij dat ze tegen zijn rug aankeek. Hij bleef liggen zoals hij lag. Hij had geen zin met haar strenge ogen gekonfronteerd te worden.
‘Vroeg of laat komt het uit en hebben we problemen, omdat jij het zo lang verborgen hebt gehouden.’
Ze was overgeschakeld op haar kijfstem, het was dus menens.
‘Laten we er morgen over praten.’
‘Ik wil niet de rest van mijn leven in de knoei zitten en uitgesloten worden en...’
‘Hou op, je overdrijft.’
Hij ging rechtop zitten en trok de lakens op tot onder zijn borstharen, maar keek haar niet aan.
‘Ik overdrijf niet. Door jouw obsessie krijg jij ooit moeilijkheden en ik zal daar de dupe van zijn. Ik wil dat jij je laat opmeten, zoals iedereen.’
‘Zoals iedereen: niet iedereen doet het.’
| |
| |
‘Zijn er nog gekken zoals jij?’
‘Ja!’
‘Jij kent er?’ schimpte ze.
‘Enkele toch.’
‘Wat ben jij logisch: eerst beweer je dat niemand zal ontdekken dat er van jou geen officiële lichaamsmaten bestaan en nu probeer je me te laten geloven dat jij wel van anderen weet dat zij er geen hebben. Is dat geen kontradiktie, meneer de direkteur?’
‘Die mensen zonder attest zijn sollicitanten.’
‘Dan geef je toe dat het kan uitkomen?’
‘Ik moet toch nergens solliciteren.’
‘Jij laat je opmeten.’ Plots sprak ze kalm, voorbij alle opwinding en boosheid. ‘Ik wil niet langer leven met een lafaard, een geschifte of een excentriekeling. Ik wil niet langer bang zijn dat alles ineenstort omdat jij koppig bent. Ik blijf niet smeken.’
Hij bracht haar naar haar appartement en hij vroeg of hij kon meekomen naar boven voor een laatste drankje en alweer verbaasde ze hem omdat ze toestemde. Ze zei alleen: ‘Ik wil niet neuken.’ Toch ging hij mee naar boven.
Ze woonde op een klein, maar smaakvol ingericht appartement, dat haar hele leven verraadde. Op een tafeltje stond een ingelijste foto van haar ouders met een zwarte band er overheen en daarnaast een foto van haar broer achter een ijskar op een zuiders strand. Aan de muren hingen posters van paarden en poezen. Op een slinger aan het plafond waren verjaardagskaartjes geprikt die haar een vaste vriend, geld en nog meer tennistrofeeën wensten. In de badkamer sportschoenen, een strandscherm en klapstoeltjes, en veel ongestreken wasgoed.
Terwijl hij bij haar zat luisterde ze naar de berichten op het antwoordapparaat: een vriend die wou kletsen over een boek dat ze hem had gegeven, een vrouw die zei dat ze haar lakens had vergeten, haar verzekeringsagent die erop wees dat ze dit jaar haar verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid nog
| |
| |
niet had betaald. Ze had naar die boodschappen kunnen luisteren nadat hij de deur uit was, maar het hinderde haar niet dat hij ze hoorde. Ze had niets te verbergen.
Ze bood hem een drankje aan. Hij koos witte wijn. Ze kwam bij hem op de ietwat versleten bank zitten.
Toen hij zijn hand op haar dij legde, zei hij: ‘Je wist dat ik het zou doen,’ en ze antwoordde: ‘Zolang je maar weet wat je niet mag doen.’
Ze stond op, deed het licht in de kamer uit en kwam in het schimmige duister terug bij hem. Nog voor hij bewoog, kuste ze hem. Hij voelde door haar bloes dat ze geen beha droeg. De bloes knoopte makkelijk los, maar kwam die avond niet van haar schouders. De rits van haar rok was eveneens makkelijk te openen en hij gleed probleemloos van haar heupen, maar ze hield haar slipje aan, dat zacht en glad aanvoelde.
‘Geen koïtus’ had ze nog eens herhaald en hij had zich daaraan gehouden. Hij kon zich niet herinneren wanneer hij zich nog zo goed had gevoeld bij een vrouw.
Toen hij laat in de nacht opstapte, nam hij van haar afscheid als van een vriendin die hij al jaren kende. Ze zei dat ze de job van typiste niet meer wou en dat ze ook niet meer wilde dat ze elkaar terugzagen. Hij wou haar vragen waarom ze met hem had gevrijd, maar hij wist dat zijn bekentenis er niet vreemd aan was.
Terwijl hij door de nacht reed, wist hij dat hij ooit thuis zou komen en zijn vrouw er niet meer zou zijn.
|
|