Het Boek. Jaargang 3
(1914)– [tijdschrift] Boek, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 417]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
[Nummer 10]Zacharias Heyns
| |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 418]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Het nieuwe boek van DenucéGa naar voetnoot1) licht ons echter beter in; twee brieven aan Jan Moerentorf te Antwerpen, den schoonzoon van Plantijn, toonen ons dat hij in de jaren vóór 1592 in dienst van het huis Plantijn in den boekhandel werkzaam geweest is. Daar ze ons over zijne vestigingsplannen nog meer belangrijks leeren, schijnt het de moeite waard, ze hier eens afzonderlijk te laten afdrukken. Daaraan voeg ik toe het eenige werk van zijne hand uit dien vroegeren tijd dat we reeds hadden, de raadsel-inscriptie in het album van Ortelius, in De Amsterdanische boekdrukkers (IV p. 239) weergegeven, maar met eene niet geheel juiste verklaring van de teekens. In verband met den indruk dat we met een jongen schoolmeester te doen hadden, las ik destijds in het raadsel een sententie van moraliseerende strekking. Een beter inzicht in de beteekenis van sommige afbeeldingen geeft echter aan het geschrevene een heel anderen zin. Van den eersten der bedoelde brieven, door vader Peeter Heyns geschreven, luidt het zakelijke gedeelte aldus: Sr. Mourentorff. La presente servira pour vous advertir que j'ay receu le 22 du present les vostres datées le 5e et 26e dudict et pour toute reponse ne vous escripray que ces deux mots: a sçavoir qu'encore je suis d'advis que mon filz continue a vous servir deux ans, esperant que il fera de bien en mieux, suivant les admonestemens que je luy en ay desja faites par plusieurs fois. Quant aux conditions je les remets du tout, comme je vous ay escrit dernierement a la discretion de vostre bon pere, sans vous prescripre autre loy, encore que je vousisse bien qu'il peut venir par deça aux foires ordinaires ou pour le moins une fois l'an, tant pour vostre profit que le sien. Et a tant n'ayant autre pour le present a vous escrire,.... De Francfort ce 27 d'Apvril (15)89. Ik lees dezen brief eenigszins anders dan Denucé (ibid. p. 229); ik maak er uit op, dat Zacharias niet meegegaan is naar Frankfort, althans dat hij in 1589 reeds geruimen tijd te Antwerpen in het huis Plantijn diende, dat hij het er goed maakte, en bovendien door zijn vader geregeld werd vermaand om altijd nog weer meer zijn best te doen. De vader vond de leerschool uitmuntend en verlengde dus het dienstcontract weer met 2 jaar, drong er alleen op aan dat hij gere- | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 419]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
geld, of ten minste eens per jaar, als vertegenwoordiger van het huis de mis te Frankfort zou mogen bezoeken. Het was zeker na zulk een tijdelijk verblijf te Frankfort dat hij voor zijn vader een betaling van 16 fl. aan het huis Plantijn deed (24 Juli 1589). De tweede, veel langere brief is van Zacharias zelf, van 12 April 1592. We weten reeds uit de hierboven vermelde opdracht, dat hij toen niet meer in dienst was, en besloten had, zich als boekhandelaar te vestigen. In den brief zien we hem nog heen en weer reizende, bezig om zijn nieuwe zaak in te richten, maar nog onzeker omtrent de plaats van vestiging, eene vraag voor hem van te meer belang omdat er van afhing of hij katholiek blijven, of wel evenals zijn ouders protestant worden zou. De brief luidt aldus: Adi 12 Aprilis 1592.
| |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 420]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Touchant les livres que j'ay demandé si ne l'avez envoyé ne l'envoyez pas jusques a aultre avis (exepté les premiers mandes comme les Despauterij opera Virgilij libelli in 4o etc. que desire fort) vue que ne m'ay servy a Francfort des livres que plus j'avois a faire et une partie prins à vre. boutique lesquels j'ay payé contant à Dresseler et oultre ce ne suis encore du tout resolu ou me mettre. Vous prie pour cela que me veuillez envoyer quelque petit mot d'attestation seulement de vre. main, a sçavoir du temps que je vous ay servy que cependant ay vescu catholiquement etc., si d'aventure il m'estait besoin de ladite attestation la ou je me pense colloquer, et encor qu'aynsi soit que je n'en ay du tout encor délibéré ou mettre si est ce toutesfois, puisque rien ne vous veux celer que je vous ay bien voulu advertir, que ayant été a Stade, je me pense colloquer en ceste ville de Cologne s'il plaist a Dieu, et si en chose quelconque vous peus faire service commanderez. Touchant la demeure de mon pere dont vous desirez nouvelles il se tient pr le present encore a Stade, La presente vous prie addresser tont incontinent et s'il vous donne la somme de 40 fl. 17 st. laquelle il me doibt donner dedans 3 sepmaines le mettrés en nre. compte. A tant n'ayant aultre appres avoir fait mes tres humbles recommandations tant a vre. bonne grace qu'a celle de mademoiselle vre. femme, meres etc. prieray le createur Trescher Mr de vous maintenir en santé et longue vie. Salut a tous amis pr de ça. Vale. We zien uit dezen brief, dat Zacharias na afloop van zijn leer- en diensttijd bij Plantijn zich niet rustig aan wetenschappelijk of literair werk gewijd heeft, zooals de dubbele vertaling van Erasmus zou kunnen doen vermoeden. Hij is reeds te Antwerpen begonnen plannen te maken voor een eigen zaak, is toen voor zijn vroegeren meester naar de Francfortsche mis gegaan, tegelijk om zijn vader die ziek was op te zoeken - een reden voor den zuinigen patroon om hem slechts de helft van de reiskosten te vergoeden. Naar Antwerpen teruggekeerd heeft hij voor een groot bedrag boeken gekocht voor zijn nieuwe zaak, heeft daarna zeker met Nieuwjaar 1592 zijn ouders in hun nieuwe woonplaats te Stade opgezocht. Nu is hij te Keulen bij zijn zwager Hendrik Dens, Schoolmeester, die eerst sedert kort uit Antwerpen daarheen verhuisd was, en hij is op het punt te besluiten daar zijn zaak tebeginnen. Zeker was het de kennismaking met het gezin | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 421]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
van den koopman Gualtere Del Prato, die hem te Keulen aantrok. Ongeveer gelijktijdig met het opzetten van zijn nieuwe zaak is hij in het huwelijk getreden met diens nichtje Anne Hureau, dochter van een vermogenden koopman te Venetië, en het is zoo goed als zeker dat hij haar heeft leeren kennen ten huize van dien Keulschen oom. Als blijk van vereering en vriendschap heeft hij aan hem in 1598 zijn Miroir du monde opgedragen, ‘depuis que m'avez donné vostre Niepce en mariage’. Tegen vestiging te Keulen was er intusschen een bezwaar, dat hij echter aanvankelijk niet als zoodanig voelt; hij zal dan katholiek moeten blijven, en voor dat geval verlangt hij een getuigschrift van zijn vroegeren meester dat hij het geloof trouw geweest is; iemand die uit Antwerpen wegtrok was in die jaren op dit punt allicht verdacht. De beslissing stelt hij echter uit tot na een nieuw bezoek aan Stade. Waarschijnlijk zal de bespreking met zijn ouders die sinds eenige jaren krachtig overtuigde gereformeerden waren, tot een ander besluit geleid, en hem naar Holland gevoerd hebben, waar hij in de oude stad Haarlem ook een zwager had die schoolmeester was, Offermans. Zoo kwam zijn eerstelingsuitgaaf nog in 1592 te Haarlem van de pers, en vestigde hij zich te Amsterdam, waar de ongeëvenaarde toeneming van welvaart en ontwikkeling voor een intelligent en ondernemend man een goede kans van slagen bood. Hoe hij werkelijk geslaagd is, en in de weinige jaren van zijne werkzaamheid aldaar (1592-1605) eene belangrijke reeks van uitgaven bezorgd heeft, en dat niet door een gewone sleur te volgen, maar door zich zelf een weg te zoeken; hoe hij tevens op 't gebied van letteren en dichtkunst een voorganger is geworden in de groote handelstad, is in De Amsterdamsche boekdrukkers in het licht gesteld. Keeren we nu terug tot zijn Antwerpschen tijd, en beschouwen we het blaadje in het Ortelius-album. Aan de voorzijde heeft het de hier naar een uit de hand gemaakten doortrek afgebeelde teekening, aan de keerzijde eene omlijsting met het in het hout gesneden symbolum van ZACHARIAS, de hoofddeugden, met spreuk Sic itur ad astra en het tweeregelige rijm: Gelyck de deucht ons leyt na shemels paradijs,
Soo maect ons Ortel oock des werelts wegen wijs.
Hier wordt dus het door den schrijver gekozen zinnebeeld verbonden met het groote werk van Ortelius, het Theatrum dat een wegwijzer op deze aarde is, evenals de deugd een wegwijzer is naar den hemel. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 422]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 423]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Dit woord wegwijzer is ook uitgedrukt in het beeldraadsel, en wel door twee figuren die ik vroeger niet juist had kunnen verklaren. Het kleine halve maantje, waarmee de tweede regel van onderen begint, is een weg, een broodje (Kiliaen: panis, libum lunatum), en de vreemdsoortige wijzerplaat zal wel een zonne-wijzer verbeelden. Een andere afbeelding die ik eerst nu goed versta - aan den heer A.A. Ganderheijden heb ik de verklaring te danken - is de vijfde figuur van boven af, onder de salmen; wat wij zien zijn prijzen, zooals ze geregeld bij schutters- en rederijkers-wedstrijden werden uitgeloofd. Voorts is de jonge stier een ver, en zijn de potten die volgen eeren; beide afbeeldingen komen in tal van dergelijke rederijkers-rebussen voor, evenals ook de teekens voor ende (het eendje), des (de bank), werelt (de globe), dye (de wonderlijke poot die op de wijzer volgt) en den (het tunneltje). Het geheel moet aldus gelezen worden: Hoochlyck salmen pryzen, croonen ende vereeren
Des weerelts wegwyzer dye den mensche veel kan leeren.
Ook hier dus dezelfde combinatie, dezelfde tegenstelling als aan de keerzijde. Het Christusteeken, dat den top van de piramide kroonde, eer het album door een ruwe bindershand zoo kort afgesneden werd, wijst naar den hemel, de inscriptie is een lofspreuk op ‘des weerelts wegwijzer,’ het Theatrum van Ortelius. Door de juiste oplossing krijgen we dus een nieuwe bijdrage tot het rijke door Denucé in zijn groote werk bijeengebrachte materiaal. Schijnt zij op zich zelve onbeduidend, zoo neme men in aanmerking, dat het slechts een albumblaadje is van de hand van een jong boekverkoopersleerling; aan den anderen kant mogen we het waardeeren als eersteling van een man die later heel veel van beter gehalte heeft geleverd.
C.P. Burger Jr. |
|