schenschuiving van een dusgenoemd raster de gesloten effen beeldvlakken van het te reproduceeren origineel automatisch omgezet worden in een stelsel van grootere en kleinere, dichter en verder uiteenstaande puntjes en lijntjes, geheel overeenkomstig de toonwaarde van de oorspronkelijke teekening, schilderij, foto enz. enz. De autotypie heeft de gansche wereld veroverd en overal mogelijk gemaakt de goedkoope illustratie die, behalve het goedkoope ook nog het nauwkeurige voor heeft boven de houtgravure. De autotypie heeft de houtgravure zoo goed als geheel verdrongen en haar werkkring bepaald tot meer speciale doeleinden. Wat de uitvinding der boekdrukkunst des tijds beteekende, is gelijkwaardig aan hetgeen de autotypie heeft mogelijk gemaakt: de massale minkostbare en tevens documenteel juiste weekblad-illustratie.
Voor zoover ik heb kunnen nagaan komt de eerste autotypie hier te lande voor in Eigen Haard 1883 p. 222. Het is een gezicht in de Barents-zee, geteekend door den luitenant ter zee 1e klasse J, Dalen, die met de Willem Barents de toenmalige Nederlandsche Noordpool-expedities medemaakte. Ik noem dezen naam met opzet, omdat Eigen Haard destijds gedrukt werd door Joh. Enschedé en Zonen te Haarlem en wijlen Jan Dalen zeer na verwant was aan het geslacht Enschedé.
J.W.E.
In het ‘Zeitschrift des oesterreichischen Vereins für Bibliothekswesen’ houdt onze medewerker Dr. C.H. Ebbinge Wubben, wetenschappelijk assistent aan de Kon. Bibl., de Duitsch lezende vakgenooten geregeld op de hoogte van Nederlandsche bibliotheek- toestanden, enz.
In zijn jongsten brief in het nummer van October behandelt hij de nieuwe salarisregeling aan de Koninklijke Bibliotheek, de nieuwste resultaten van de beweging voor Openbare Leeszalen, de in den laatsten tijd verschenen catalogi van Nederlandsche bibliotheken, nieuwe periodieken en bibliografieën, de merkwaardige ‘Librye’ te Zutfen, de tentoonstelling van kinderboeken, enz. Daar het ‘Zentralblatt für Bibliothekswesen’ slechts zelden iets over onze bibliotheken mededeelt en de brieven in het ‘Zeitschrift für Bücherfreunde’ gewoonlijk literaire onderwerpen behandelen, is het ons aangenaam er op te kunnen wijzen, dat nu voor hen, die onze taal niet machtig zijn, gelegenheid bestaat van deskundige hand geregeld iets over Nederlandsche bibliotheken en bibliografie te vernemen.
Ons werd toegezonden het eerste nummer van een nieuw tijdschrift ‘Le Musée international de la presse’, gewijd aan de uitwendige verzorging, de indeeling, de administratie, de exploitatie van periodieken in de ruimste beteekenis. Het wil een band vormen tusschen hen die de dag- en weekbladen, de tijdschriften enz. besturen, die deze verzamelen of er de geschiedenis van beschrijven; de redactie, gevestigd 3bis Rue de la Régence te Brussel, verzoekt de medewerking van allen die op dat gebied iets mede te deelen hebben. Dit eerste nummer bevat een artikel van L. Wouters over ‘Les expositions de la presse’ en eenige berichten en mededeelingen.
Het ‘Musée du Livre’ zond ons een catalogus van de van den 24en October tot den 15en December gehouden tentoonstelling van graphische kunst. In een twintigtal bladzijden worden verschillende reproductie-methoden: Zincogravureau trait, Similigravure sur cuivre, Photocollographie, Procédé des trois couleurs, Eau-forte, Héliogravure, Clicherie-Galvanoplastie, nader verklaard.