assistentie van Enrico Bruyn en Jacqueline van der Linde - inzicht te krijgen in hoe het in de grote Nederlandse bibliotheken najaar 2000 gesteld is met de retrocatalogisering. Wat de consequenties voor de gebruiker zijn van mededelingen als ‘wel in de ncc, maar niet in het ggc’ (bij de tu Delft en Eindhoven) zal menigeen niet duidelijk zijn geworden.
Wat ik enigszins mis in haar artikel is kritiek op de catalografen. Zij beseffen blijkbaar niet dat het nieuwe medium uitnodigt tot het direct intikken van zoekwoorden in zoekvensters die op het scherm verschijnen zodra men de catalogus site oproept. Vroeger kwam je als bezoeker in een catalogushal en moest je je de vraag stellen: wat betekenen al die bakken of Leidse boekjes; waar moet ik beginnen; welke catalogi zijn er en met hoeveel alfabetten heb ik te maken? Een duidelijke waarschuwing op het openingsscherm van een catalogus lijkt me niet ongewenst. Misschien is het nog beter eerst een scherm te openen met korte, doch duidelijke informatie over wat men wel en niet van de desbetreffende catalogus mag verwachten.
Bij een korte rondgang langs een aantal digitale catalogi (maart 2001) viel me op dat eigenlijk alleen de ub Amsterdam op het scherm met het zoekvenster direct informatie geeft over de stand van zaken, al wordt niet vermeld tot welke letter van het alfabet men gevorderd is (tot en met S, leren we uit het artikel van Marieke van Delft): ‘In deze Catalogus zijn gegevens opgenomen over alle tijdschriften (geen tijdschriftartikelen!), seriewerken, elektronische bestanden en tijdschriften, vrijwel het gehele bezit aan boeken en een groeiend aantal landkaarten uit de collecties van de Bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam. De nog niet opgenomen titels worden in versneld tempo retrospectief ingevoerd. Voorlopig zijn die alleen te vinden in de Alfabetische Kaartcatalogus in het Informatiecentrum in de vestiging aan het Singel en in de verschillende facultaire bibliotheken. Naast deze Catalogus bestaan er nog enkele catalogi van deelcollecties, die gedeeltelijk hier zijn opgenomen, maar die ook via deelcatalogi met andere zoeksleutels zijn te benaderen. Het gaat hier om de Catalogi van de Bijzondere Collecties, waaronder Zeldzame en Kostbare Werken, de Bibliotheek van de Koninklijke Vereniging van het Boekenvak, en de Bibliotheca Rosenthaliana.’
Op de site van de ub Utrecht moet men even zoeken naar ‘Catalogi / Ontsluiting oude drukken’ om te ontdekken hoe ver men daar is, maar tot welke letter is ook hier een geheim dat slechts ontsluierd wordt door Marieke van Delft (tot en met L). De einddatum van de retro-invoer is blijkbaar wat optimistisch: 2001 (Marieke van Delft: eind 2002): ‘De oude en bijzondere drukken zijn voor het merendeel opgenomen in de computercatalogus. Voor een volledig overzicht moet echter ook nog de kaartcatalogus (Leidse boekjes) geraadpleegd worden. Deze bevindt zich in de Uitleenruimte van de Bibliotheek Wittevrouwenstraat; een exemplaar op microfilm is aanwezig in de Bibliotheek Centrum Uithof (bcu). De gegevens uit de Leidse boekjes worden ingevoerd in de computercatalogus: dit project zal in 2001 worden afgerond.
Van een aantal deelcollecties zijn de gegevens niet beschikbaar via de Leidse Boekjes en nog niet via de computercatalogus. Zie voor deze collecties onder deelcollecties.’
Doorklikken op ‘Deelcollecties’ levert bij de ub Utrecht het volgende op: ‘van enkele deelcollecties zijn de titels niet opgenomen in de Leidse boekjes en nog niet in de computercatalogus. Materiaal uit deze collecties dient te worden opgezocht via deelcatalogi die staan opgesteld in de Leeszaal Bijzondere Collecties. Deze deelcollecties zijn: Pamfletten
Deze kunnen gezocht worden via de gedrukte catalogus van Utrechtse pamfletten en de geannoteerde catalogi van andere grote verzamelingen (Knuttel etc.). Ook is een kaartsysteem beschikbaar voor Nederlandse voornamelijke achttiende-eeuwse pamfletten (catalogus Kloosterboer) voorzover deze niet voorkomen in de gedrukte pamfletcatalogi Brochures 19de en begin 20ste eeuw. Dit is een verzameling van vooral politieke, historische en theologische geschriften. Er is een kaartsysteem beschikbaar. De titels worden ingevoerd in de computercatalogus.
Gregorius-collectie
De Gregorius-collectie kan geraadpleegd worden via een kaartcatalogus die de tijdschriften en katholieke en protestantse liedboeken ontsluit. Voor meer informatie kunt u zich wenden tot de Leeszaal Bijzondere Collecties.
Van de meeste andere deelcollecties zijn catalogi voorhanden in boek of op microfiche. Ook deze staan opgesteld in de leeszaal Bijzondere Collecties. De titels uit deze collecties zijn echter ook te vinden via de computercatalogus en/of de kaartcatalogus (Leidse Boekjes). Voor een overzicht van deze deelcollecties zie: J. Mateboer (red.), Repertorium Bijzondere Collecties (Den Haag, 1997).’
De kb geeft op het adres <http://www.kb.nl/kb/catalogus/indexwebopcadvanced.html> in eerste instantie slechts deze informatie: ‘De Online Publiekscatalogus van de Koninklijke Bibliotheek omvat:
- Publikaties uit de Wetenschappelijke Collectie die na 1979 zijn verworven of ingevoerd in dit bestand.
- Publikaties uit de Collectie van het Depot van Nederlandse Publikaties. Materiaal uit deze collectie kunt u niet lenen, maar uitsluitend raadplegen in de leeszaal van het Depot.’
Het vereist enig klikwerk om onder het kopje ‘Toegankelijkheid’ het volgende verhaal te vernemen: ‘Met