De Boekenwereld. Jaargang 7
(1990-1991)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 79]
| |
TentoonstellingenVoor de toekomst behoudenDe tentoonstelling Voor de toekomst behouden, die t/m 4 januari in de Koninklijke Bibliotheek is te zien, wordt georganiseerd ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van de Vereniging van Boek- en Papierrestauratoren (VAR). Deze tentoonstelling toont de vele facetten die het vak van restaurator kenmerken. Boeken, kaarten, prenten, papier, leer, perkament en zegels zijn onderhevig aan een natuurlijk proces van verval. Maar ook door oorzaken van buitenaf kan dit materiaal schade oplopen. Onze kostbare archiefen bibliotheekcollecties worden bedreigd door vocht en schimmels, insecten, inktvraat, brand en een onjuiste wijze van bewaren. Aan de hand van talloze voorbeelden van oude en nieuwe restauratiemethoden belicht de tentoonstelling de ontwikkelingen op het gebied van restauratie en conservering. Door middel van foto's en materiaal uit het verenigingsarchief wordt een historisch overzicht geschetst van de Vereniging van Boek- en Papierrestauratoren. De huidige restauratieproblematiek wordt uiteraard ook aan de orde gesteld. De Vereniging van Boek- en Papierrestauratoren werd in 1969 op initiatief van enkele archiefrestauratoren opgericht als Vereniging Restaurateurs van Oude Archieven. Men stelde zich tot doel het contact tussen vakbroeders te bevorderen. Juist door het onderling contact realiseerde men zich dat er veel leemten waren in het kennisgebied van de restauratie en conservering. Daarom ging men zich ook inzetten voor een betere scholing van de Nederlandse restauratoren. Als gevolg van deze inspanningen werd in 1969 de eerste op boek- en papierrestauratie gerichte specialisatiecursus gegeven. Vanuit de boekbinderij ontstond een zelfstandige vakdiscipline waarin naast handvaardigheid ook chemie, biologie en (kunst)historie een rol spelen. In 1978 werd in Amsterdam begonnen met de Opleiding Restauratoren, een all-round dagopleiding op HBO-niveau, die na enkele jaren werd aangevuld met een gespecialiseerde opleiding voor boek- en papierrestauratie. Door deze scholingsactiviteiten ontwikkelde zich ook het denken over de diverse aspecten van restauratie en conservering. Uiteindelijk leidde dat tot een restauratie-benadering waarbij, naast de esthetische, ook ethische overwegingen een wezenlijke rol spelen. De laatste jaren is men zich in toenemende mate bewust geworden van de gevaren die er dreigen voor grote delen van bibliotheek- en archiefverzamelingen. Om de problemen als verzuring doelmatig aan te pakken werd het Coördinatiepunt Nationaal Conserveringsbeleid opgericht op initiatief van de Koninklijke Bibliotheek en de Rijksarchiefdienst. Bij de tentoonstelling verschijnt een gelijknamige geïllustreerde catalogus. Prijs f 25,-. adres: Prins Willem-Alexanderhof 5, Den Haag | |
Hollandse aquarellenIn het Rijksprentenkabinet te Amsterdam is van 22 december 1990 t/m 17 februari 1991 de tentoonstelling Hollandse aquarellen uit de achttiende eeuw te zien. Uit de relatief onbekende tekenkunst van onze achttiende eeuw is een voor die periode heel specifieke kunstvorm gekozen: de in kleuren gewassen tekening. De doorschijnende aquareltechniek is soms gebruikt voor het vastleggen van kleurimpressies op schetsen en studies, veel vaker bij de uitwerking van zelfstandige tekeningen, vaak op groot formaat en dan te beschouwen als de evenknie van olieverfschilderijen. Een selectie van 73 stuks laat de hoogtepunten zien in de zo verschillende genres van het landschap en ijsgezicht, de bloem- en vruchtenstillevens, interieur-decoraties, dieren en vogels, dorpen, landhuizen en kastelen, een enkel portret, alle gekozen uit de eigen verzameling van het Rijksprentenkabinet. Getoond worden werken van onder meer Cornelis Troost, Jacob de Wit, Isaac de Moucheron, Jan van Huysum, Egbert van Drielst, Wybrand Hendriks en de Van Strij's.
Jacob Cats, Beverwijk. Aquarel. Rijksprentenkabinet, Amsterdam.
| |
[pagina 80]
| |
De tentoonstelling is vooral samengesteld om een breed internationaal publiek met dit gebied te laten kennismaken. Zij werd eerst gepresenteerd door de Fondation Custodia in het Nederlands Instituut te Parijs (18 okt.-2 dec. 1990) en zal in 1993 te zien zijn in twee musea in de Verenigde Staten. De tentoonstelling in het Rijksprentenkabinet zelf wordt begeleid door een Nederlandstalige editie van de catalogus, geschreven door dr. J.W. Niemeijer, die daarmee afscheid neemt van het Kabinet, waaraan hij verbonden is sinds 1962 (sedert 1974 als directeur). adres: Stadhouderskade 42 (rechter hoofdingang), Amsterdam. | |
Brandblussen op papierIn Het Schielandshuis te Rotterdam is tot en met 1 april 1991 de tentoonstelling Biandblussen op papier te zien, Deze expositie van de Atlas Van Stolk toont prenten, tekeningen en foto's rondom Jan van der Heydens Brandspuitenboek uit 1690. Ter gelegenheid van de expositie heeft eenieder wiens achternaam Van der He(i)(y)de(n) is en dit door een geldig legitimatiebewijs (met foto) kan aantonen gratis toegang tot de tentoonstelling. In 1990 is het driehonderd jaar geleden dat Beschryving der nieuwlijks uitgevonden en geoctrojeerde slang-brandspuiten van de uitvinder en kunstschilder Jan van der Heyden verscheen. In dit rijk geïllustreerde boek maakte hij reclame voor zijn belangrijkste uitvinding, de brandslang. De brandspuit bestond al langer, maar Van der Heyden maakte voor het eerst gebruik van soepele buizen van leer en doek waardoor het mogelijk werd om bij brand ook de verste hoeken te bereiken. De auteur illustreerde het boek met een groot aantal prenten. Het werk was te koop voor ongeveer tien gulden. Het bijzondere van het brandspuitenboek zijn de illustraties, die ons niet alleen een goed beeld geven van de geschiedenis van de brandbestrijding, maar vooral belangrijke documenten zijn over de stad Amsterdam in de zeventiende eeuw. Zo tonen zij bijvoorbeeld hoe deftige Amsterdammers, maar ook hun dienstboden en zelfs bedelaars gekleed waren. Ook topografisch zijn de illustraties zeer betrouwbaar. Zo zien wij diverse stadsgezichten met grachtenhuizen en stadsdelen waar bedrijven als leerlooierijen en suikerbakkerijen gevestigd waren. Het Brandspuitenboek bestond uit drie delen. In het Naberigt van het boek van 1690 schreef Jan van der Heyden, dat het zijn bedoeling was een vierde deel uit te geven. Hierin wilde hij de technische beschrijvingen van zijn spuiten opnemen. Dit deel is nooit verschenen maar bestaat wel in manuscriptvorm. Van der Heyden had hiervoor vier koperplaten gegraveerd. De verzamelaar Abraham van Stolk zou deze platen omstreeks 1890 voor zijn ‘atlas’ op een veiling in Amsterdam aankopen. Drie van deze platen zijn, met latere afdrukken, tentoongesteld. Behalve de mooie prenten van Jan van der Heyden zijn op de tentoonstelling ook afbeeldingen te zien over de brandbestrijding van voor èn na de uitvinding van de slangenbrandspuit en afbeeldingen met spectaculaire branden. Uitgevers hadden er alle belang bij om zo snel mogelijk op de markt te komen met prenten van sensationele branden. Van de brand van de Amsterdamse schouwburg op 11 mei 1771 zijn tientallen verschillende prenten gemaakt. Deze brand moet dan ook zeer tot de verbeelding hebben gesproken. De betrouwbaarheid van de prenten waarop branden zijn afgebeeld blijkt niet altijd even groot te zijn. Zo was een prent van een brand in een suikerraffinaderij in Rotterdam in 1849 al gebruikt bij een verslag van een brand in Hamburg. De tentoonstelling eindigt met afbeeldingen van ruïnes na de brand. Zij tonen ons mensen die tussen het puin zoeken en brandweerlieden die nablussen. adres: Korte Hoogstraat 31, Rotterdam. | |
Landschap in NederlandIn de afdeling Nederlandse Geschiedenis van het Rijksmuseum is van 27 oktober 1990 tot 10 maart 1991 de fototentoonstelling Landschap in Nederland te zien. Sinds 1975 verstrekt het Rijksmuseum elk jaar een foto-opdracht. Deze betreft een bepaald aspect van ons maatschappelijk leven. Het werk van de fotografen die de opdracht uitvoeren wordt in de afdeling Nederlandse Geschiedenis getoond. Na afloop van de tentoonstelling zijn de foto's eigendom van het Rijksmuseum. Dit jaar is het thema van de veertiende foto-opdracht: Landschap in Nederland. Rivierlandschappen, stranden, duinen en imposante wolkenvelden: Nederlands landschap zoals het eruit hoort te zien. Een molen erin, en het beeld is compleet. Dat klassieke Nederland, zoals Jacob van Ruisdaelhet in de 17de eeuw schilderde en Cas Oorthuys het nog geen halve eeuw geleden fotografeerde, is nog altijd te vinden. André-Pierre Lamoth en Jannes Linders zijn er niet naar op zoek gegaan. Ze zochten andere, evenzeer typisch Nederlandse landschappen: geordend en tot in alle hoeken benut. Ongebruikte stukken Nederland zijn er eigenlijk niet meer. Alles heeft een functie gekregen. Wonen, werken, verkeer en recreatie leggen beslag op de beperkte ruimte. Lamoth en Linders hebben het gewoeker met ruimte vastgelegd: kantoorbouw in de polder, het volle parkeerterrein van een recreatie-oord, het dorp aan de snelweg, volkstuintjes tussen nieuwbouw en industrieterreinen. Bij de tentoonstelling verschijnt het boek Landschap in Nederland. Prijs: f 49,50. adres: Stadhouderskade 42 (linker hoofdingang), Amsterdam. |
|