De Boekenwereld. Jaargang 6
(1989-1990)– [tijdschrift] Boekenwereld, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 191]
| |
TentoonstellingenJohann Georg van Caspel (1870-1928) affichesHet reclame-affiche werd in ons land een kleine honderd jaar geleden geïntroduceerd. Een opvallende voorstelling met een wervende tekst werd in de jaren '90 van de vorige eeuw een snel in populariteit stijgende manier om produkten aan te prijzen. Aan de beginperiode van het Nederlandse affiche zijn, naast de namen van bekende kunstenaars als Jan Toorop en Johan Thorn Prikker, ook namen van enigszins in vergetelheid geraakte ontwerpers verbonden. Aan één van hen, J.G. van Caspel, besteedt het Amsterdams Historisch Museum aandacht met een tentoonstelling. Johann Georg van Caspel begon zijn loopbaan als ontwerper voor aanplakbiljetten min of meer toevallig. In 1895 maakte hij een muurdecoratie voor de Oportobar in de Amsterdamse Zoutsteeg bij het Damrak. C.J. Schuver, directielid van drukkerij ‘Amand’ in de Warmoesstraat, zag dit werk en vroeg hem een affiche te ontwerpen. Het resultaat leverde hem een vaste aanstelling op bij de drukkerij, die in 1898 N.V. Stoomdrukkerij Senefelder zou gaan heten. Van Caspel kreeg in 1884 tekenlessen bij het Genootschap Felix Meritis, van de schilder Maurits Willem van der Valk. Vijf jaar later werd het Genootschap opgeheven en nam hij schilder-, teken- en boetseerles bij August Allebé aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunst. Van Caspel werkte tot 1903 bij drukkerij Senefelder. Daarna vertrok hij naar het schildersdorp Laren (NH). Hij maakte daar deel uit van de groep schilders rond Jan Hamdorff, in wiens hotel hij regelmatig exposeerde met portretten, stillevens en landschappen. Tot zijn dood in 1928 was hij in het Gooi ook als architect werkzaam, een vak waarvoor hij geen opleiding schijnt te hebben genoten. Van Caspel bouwde meer dan dertig landhuizen, het merendeel in Laren. De tentoonstelling geeft een overzicht van de affiches die Van Caspel heeft ontworpen. Hij liet zich daarbij vaak inspireren door de stijl, die internationaal populair werd door Art Nouveau-kunstenaars als de Fransman Jules Chéret, de Hongaar Alphonse Mucha en de Belg Privat Livemont. De toenemende specialisatie van drukkerij Senefelder op het gebied van het produceren van aanplakbiljetten maakte het Van Caspel niet alleen mogelijk om in kleur, maar ook op ongekend groot formaat te werken. Naast affiches geeft de expositie een indruk van ontwerpen die hij maakte voor andersoortig drukwerk, zoals sluitzegels, boekbanden en -illustraties. Ook worden enkele voorbeelden van zijn architectuurschetsen getoond. adres: Kalverstraat 92, Amsterdam. | |
Alba amicorum. vijf eeuwen vriendschap op papier gezet. het album amicorum en het poeziealbum in de nederlanden.Het is weinig bekend dat het poëziealbum een geschiedenis kent die teruggaat tot de tweede helft van de 16de eeuw. Voor het eerst wordt deze zomer in het Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum een overzicht geboden van de ontwikkeling in de Nederlanden van poëziealbums en haar voorgangers; de ‘alba amicorum’. De letterlijke vertaling van ‘album amicorum’ is ‘lijst van vrienden’. Het aanleggen van een album was in vroeger eeuwen een bezigheid van volwassenen, met name binnen het universitaire milieu. Die alba zagen er heel anders uit dan het poëziealbum. De bijdragen bestonden niet uit standaard-versjes en pasklare illustraties maar uit geleerde citaten, geschilderde wapens en tekeningen. De afgelopen tien jaar zijn de alba geïnventariseerd door prof. dr. C.H. Heesakkers (Universiteit van Leiden) en drs. K. Thomassen (Koninklijke Bibliotheek, Den Haag). Daardoor was een verantwoorde keus uit de meer dan duizend exemplaren, die nu in de openbare bibliotheken en bij particulieren zijn opgespoord, mogelijk. In de tentoonstelling wordt naast een algemeen overzicht van de alba van de 16de tot en met de 20ste eeuw ook ingegaan op enkele thema's. Voor de beginperiode van het Nederlandse album is Janus Dousa van groot belang geweest, onder andere als promotor van het albumgebruik in Leiden. Een ander thema is het vrouwenalbum uit de vroege periode. In die alba treffen we naast een groot aantal inscripties talrijke Franse en Nederlandse liederen aan. Een opvallende groep vormen de alba die werden aangelegd op de Synode van Dordrecht in 1618-1619. Heel karakteristiek zijn ook alba van de politieke gevangenen in het paleis Huis ten Bosch uit 1789. Aparte aandacht wordt tenslotte besteed aan een aantal alba van belangrijke achttiende- en negentiende-eeuwse literatoren. De illustraties van de alba en de banden zijn vaak bijzondere kunstwerkjes op zichzelf. Voor liefhebbers van tekenkunst heeft de tentoonstelling veel te bieden. Grote meesters als Hendrik Goltzius, Aart van der Neer, Pieter Saenredam, Rembrandt van Rhijn, Aart Schouman en Frans van Mieris, zijn vaak met nog onbekende of weinig bekende tekeningen vertegenwoordigd. Ook de kleinere meesters en achttiende-eeuwse amateurs leveren vaak kleurrijke bijdragen die de alba ook visueel tot een kostbaar bezit maken. | |
[pagina 192]
| |
Inscriptie van de botanicus Carolus Clusius in het album van de bugemeester van Harderwijk Ernst Brinck, met de curieuze toevoeging dat hij deze ondanks zijn 81 jaar nog zonder bril heeft geschreven. (KB Den Haag, 133 M 86, fol. 67v-68r.) Éen van de alba amicorum die in Museum Meermanno Westreenianum te bewonderen valt.
De tentoonstelling wordt afgesloten met een groep poëziealbums, die alle facetten van dit in onze eeuw populaire boekje laten zien. Tegelijk met de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerde catalogus (184 pagina's, 74 illustraties, waarvan 22 in kleur). Auteurs: C. Bosters, M.-A. Delen, R.E.O. Ekkart, J. van Geldorp, C.H. Heesakkers, J. Offerhaus en K. Thomassen. adres: Prinsessegracht 30, Den Haag. | |
KasteeltekeningenRoelant Roghman heeft omstreeks het midden van de 17de eeuw delen van Holland en Utrecht afgereisd om daar ca. 150 kastelen te tekenen, vaak van meer dan één zijde. Hij tekende die kastelen meestal op een royaal formaat. Van die grote kasteeltekeningen toont het Rijksprentenkabinet deze zomer een zestigtal samen met enkele voorbeelden van Roghmans andere werk. Dan verschijnt ook het tweede deel van een monografie over de meer dan 200 kasteeltekeningen die nog bewaard zijn. Van de kastelen die hij vastgelegd heeft, bestaan er niet veel meer. Maar een tiental kunt u herkennen omdat ze nog geheel of gedeeltelijk overeind staan zoals Loevenstein en slot Zuylen. Over getoonde kastelen (of ruïnes ervan) die nog te bezichtigen zijn, zal het Rijksmuseum bij de tentoonstelling informatie verschaffen. De bezoeker kan dan zelf een kastelentocht maken. adres: Stadhouderskade 42 (rechter hoofdingang), Amsterdam. |
|