Catalogi
Bijgesloten in Catalogue 183 van H.P. Kraus uit New York is een mededeling dat deze firma een collectie van 723 incunabelen aanbiedt. Verdere bijzonderheden worden niet gegeven zodat voorlopig onbekend is welke Nederlandse exemplaren zich in deze verzameling bevinden. In de catalogus zelf treffen we o.a. de volgende Nederlandse drukken aan: J. Bochius, Historica narratio profectionis et inaugurationis serenissimorum Belgii principum Alberti et Isabellae, Austriae archiducum (Antwerpen 1602, $ 4800) met 28 gravures van Pieter van der Borcht. J. Sluper, Omnium fere gentium nostraeque aetatis nationum habitus et effigies (Antwerpen 1572, $ 1200) bevat de vroegste afbeeldingen van Braziliaanse Indianen en vrouwelijke cyclopen. De bekende uitgave van Vondels Palamedes en Hekeldichten met het adres Amersfoort, Pieter Brakman, 1736 is extra geïllustreerd met acht gravures en vijf pamfletten en kost een pittige $ 2500. De beschrijving schiet tekort doordat niet vermeld wordt dat Pieter Brakman een vals impressum is. Het boek is waarschijnlijk in Rotterdam gedrukt. De kwestie komt nog eens aan de orde in een artikel ‘Vier eeuwen drukkers- en uitgeversactiviteiten in Amersfoort’ van de hand van J.A. Brongers, dat opgenomen is in de bundel Amersfoortse opstellen voor de oudgemeentearchivaris J. Hovy (Amersfoort 1989). Een tweede slordigheid is dat de bibliograaf van Vondel Unger, niet Ungher heet.
Eric Speeckaert in Brussel heeft eveneens een bijzondere collectie aangekocht. Ter gelegenheid van het feit dat Christoffel Plantijn 400 jaar geleden stierf, publiceert hij deze zomer een verkoopcatalogus met maar liefst 510 drukken van deze belangrijkste Antwerpse drukker. Claude Sorgeloos geeft in deze catalogus belangrijke aanvullingen op de immense bibliografie van Leon Voet. De collectie wordt als geheel aangeboden. In zijn catalogus Cent livres, reliures & autographes de 1489 à 1940 biedt Speeckaert een zeldzame miniatuuruitgave aan van Thomas a Kempis: De Navolginge Christi (Antwerpen, Cnobbaert, 1634; Bf. 20.000). Nog kleiner in formaat is de Almanach Tom Pouce (Tournai 1912, Bf. 3000).
Na Amerika en België komt Duitsland. Heribert Tenschert publiceerde een verbluffende Katalog 21. Deze gebonden catalogus van 624 pagina's biedt 89 handschriften van de 10de tot en met de 16de eeuw aan. De honderden afbeeldingen in kleuren zijn van een uitstekende kwaliteit, de beschrijvingen van prof. Eberhard König uiterst informatief. Uit de Nederlanden komen de volgende handschriften. Een Bourgondisch wapenboek met 594 wapenschilden uit het midden van de 15de eeuw in pocketformaat om de deelnemers aan toernooien te identificeren, wordt gevolgd door een Vlaams getijdenboek uit circa 1410-1420, dat stilistisch een overgang vormt van de Parijse naar de Vlaamse miniatuurkunst. Zeer fraai is het volgende getijdenboek met Latijnse en Nederlandse gebeden dat prof. James Marrow in Luik localiseert. Voor de wetenschap tot nu toe volkomen onbekend, is een getijdenboek dat in Doornik omstreeks 1440 en daarna in Brugge circa 1475 geschreven werd door David Aubert en geïllumineerd werd door Jan de Tavernier of de Mansel-Meester en Loyset Lindet. Het is gebonden in een contemporaine gesigneerde band. In de catalogus volgt een Breviarium Romanum dat omstreeks 1460 in Bergen door Jacquemart Pilavaine van dertien grote miniaturen werd voorzien. Na drie getijdenboeken uit het atelier van Willem Vrelant, of van de hand van de meester zelf, komt een opmerkelijk getijdenboek voor Claude de Toulongeon, ridder van het Gulden Vlies. Het werd in Brugge omstreeks 1470 voorzien van twintig miniaturen. De catalogus gaat verder met een getijdenboek dat ongeveer in 1480 in Doornik geproduceerd werd en een Utrechts specimen uit 1491 van de ‘Meesters van de zwarte ogen’. Dan komt een gebedenboekje uit 1503 dat in de buurt van Kamerijk geschreven is. Door het ijverig te gebruiken kon de lezer kwijtschelding van alle zonden voor 214277 + 20450 jaar krijgen en als dat voor verstokte booswichten nog niet genoeg was, kwam daar een reeks jaren
gelijk aan het aantal van Christus' wonden bij. Na een getijdenboek uit Doornik of Gent uit 1480 volgt het absolute hoogtepunt, het getijdenboek van Albrecht van Brandenburg met 94 miniaturen van Simon Bening. Dit handschrift zal door Tenschert in facsimile worden uitgegeven.
A.A. Boers