Van wintervorst tot schaatskoning
Van 13 november 1988 tot en met 19 maart 1989 is in de nieuwe expositieruimte op de Bel-etage van het Schielandhuis de tentoonstelling ‘Van Wintervorst tot Schaatskoning’, wintergezichten uit de Atlas Van Stolk te zien. Op de expositie worden prenten en tekeningen getoond die het wintervermaak vanaf het begin van de 17de eeuw tot nu in beeld brengen. In allegorische voorstellingen, ijstaferelen en recente beelden van de elfstedentocht wordt de winter gevarieerd weergegeven. Tevens is er uit particulier bezit een collectie schaatsen te zien.
In de l6de eeuw was het al gewoonte om de winter in de vorm van een man of vrouw voor te stellen die herkenbaar was aan bepaalde symbolen. Zo wordt de wintervorst op een houtsnede door Van Sichem uit 1664 afgebeeld in gezelschap van Venus, Ceres en Bacchus, die de lente, zomer en herfst voorstellen. Als tijd is de winter ook herkenbaar aan de jaarlijks terugkerende gebruiken en door afbeeldingen van de specifieke werkzaamheden op het land.
Prenten met ijstaferelen bieden een schat aan gegevens over het wintervermaak van onze voorouders, die zich schaatsend in paren of in een sliert, maar ook met sleden op het ijs begaven. De meest uiteenlopende sleden van een eenvoudige boerenslee tot de sierlijkste arresleden zijn op afbeeldingen te vinden. Behalve de sleden die geduwd, getrokken of ‘geprikt’ werden, waren er ook sleden waarvoor dieren werden gespannen of die zich op windkracht voortbewogen, de ijsschuitjes.
Niet alleen ijspret maar ook ijsleed komen op de tentoonstelling aan bod. De waarschuwingen voor het door het ijs zakken worden o.a. sprekend verbeeld in de tekeningen die de bekende cartoonist Louis Raemaekers in de jaren 1920-'30 voor de Telegraaf maakte.
Veel historische gebeurtenissen speelden zich af tegen een winters decor. Zo toont een prent van Johannes Jelgerhuis hoe de Franse troepen in de winter van 1793-'94 de bevroren rivieren van ons land overtrokken.
Op de tentoonstelling is ook een serie schaatsen te zien van begin 19de eeuw tot nu. De schaatsen zijn grofweg in te delen naar Hollandse en Friese schaatsen. Het hout van de Hollandse schaats is in tegenstelling tot de Friese schaats niet langer dan de voetzool en wordt dan ook ‘korthout’ genoemd. De Friese schaats heeft een langer hout en een beklede hals. Pas omstreeks 1950 verschijnt de Noorse schaats op het (ijs)toneel.
Schaatswedstrijden op het ijs werden vroeger door kasteleins georganiseerd. De grote toeloop van mensen verzekerde hen immers van een goed inkomen. In de 19de eeuw namen de ijsclubs het organiseren van wedstrijden over. Op een litho van Willem Troost is een schaatswedstrijd te Dokkuur uit 1864 te zien. Vanzelfsprekend besteedt de tentoonstelling ook aandacht aan de Elfstedentocht waarvan de eerste in 1909 werd gereden. De krantekop ‘Evert Schaatskoning’ geeft goed aan hoe belangrijk dit festijn voor Nederland is.
Bij de tentoonstelling verschijnt een vouwblad, dat vanaf 13 november à f l,- in de museumwinkel te koop is.
adres: Korte Hoogstraat 31, Rotterdam.
geopend: t/m 19 maart, dinsdag tot en met zaterdag 10.00-17.00 uur, zondag 11.00-17.00 uur.